Wij zijn er even niet

Japan

Reisverslag

Voor Japan zaten we nog enkele dagen in Hong Kong.

Dinsdag 19 mei 2009: Hong Kong – Tokyo

Het is nog geen twee uur vliegen naar Manila. We blijven alleen op het vliegveld, dus het invullen van een varkensgriepformulier is voldoende. Rob vult maar niet in dat hij loopt te snotteren, straks gaan ze moeilijk doen en loopt de doorreis naar Tokyo gevaar. Eerst maar eens de boardingpassen voor de volgende vlucht ophalen bij de transferdesk. Er is even niemand van Japan Airlines aanwezig, maar als we een half uurtje later terugkomen, komt alles goed wordt ons verzekerd. We mogen alwel alvast in transit. Als we ons drie kwartier later melden, wordt alles voor ons geregeld. De jongedame achter de balie loopt uiteindelijk zelfs helemaal met ons mee naar de gate.

Het toestel is iets te laat binnen gekomen en vertrekt dan ook iets te laat, maar de vertraging stelt weinig voor en ruim vier uur na vertrek landen we op Japanse bodem. Net als in Hong Kong zie je hier ook gelijk vrij veel mensen met een kapje over hun mond en neus om zich te beschermen tegen ziektes en dan momenteel met name de varkensgriep. Lopen er in Nederland ook al mensen met dit soort kapjes rond? De bagage komt snel en we gaan vlotjes door de douane heen. Even pinnen en wat te drinken kopen en dan informeren naar de makkelijkste manier om bij ons hotel in de wijk Ikebukuro te komen. Narita Airport ligt zo’n 60 kilometer van het centrum van Tokyo af, dus je bent nog wel even bezig om in hartje stad te komen. Als we een local expresstrein nemen op de Keisei-lijn en bij Nipporo overstappen op de JR Yamanote-lijn, dan moet alles goed komen en dat komt het ook. Bijna anderhalf uur later staan we op het station van Ikebukuro waar dagelijks tussen de twee en drie miljoen mensen over de vloer komen. We vragen een meisje naar de weg, maar ondanks de GPS op haar telefoon komt ze daar niet erg goed uit. Een jongen vraagt of hij het misschien in het Duits mag uitleggen, want zijn Duits is beter dan zijn Engels?! Zo zitten we in Tokyo en krijgen we van een Japanner in prima Duits te horen dat we nach oben moeten en bij de Kreuzung nach rechts en ga zo maar weiter. Herzlichen Dank! Bij de westuitgang van het Ikebukuro station stappen we in een taxi voor het laatste stukje naar het Sakura hotel. Het moet maar zes minuten lopen zijn, maar dat geldt alleen als je de route kent. Wij weten niet precies waar het hotel zit en hebben na een lange reis ook geen zin meer om ’s avonds over tienen nog te gaan zoeken.

We krijgen kamer 409 toebedeeld nadat we het restant van de kamerhuur hebben betaald. Het is een vrij kleine kamer (wel groter dan die in Hong Kong), maar alles ziet er prima uit. We betalen 200 Euro voor drie nachten en dat is een hoop geld, hoewel het voor Japanse begrippen een schijntje is voor een hotelkamer voor twee personen. Voor dat geld gaan we eerst maar eens een nacht van het bed genieten, want daar zijn we wel aan toe.

Woensdag 20 mei 2009: Tokyo

   

Als we wakker worden, blijkt het later dan we in eerste instantie denken. Het is in Tokyo een uur later dan in Hong Kong en Rob heeft zijn horloge wel verzet, maar de telefoon, de laptop en het fototoestel staan nog op de oude tijd. Voor vandaag maakt dit niets uit, want we hebben geen specifieke plannen. Het is prachtig weer. Strakblauwe lucht en lekker warm, maar niet té warm. Als we ons opgefrist hebben, nemen we buiten een kijkje in onze korte broek en t-shirt. Op veel plekken zie je hier automaten staan, voornamelijk gevuld met flesjes frisdrank, sigaretten of kranten. Vanuit het Ikebukuro station, kun je het Seibu-warenhuis inlopen. De benedenverdieping is gevuld met winkels die verse vis en ook verse sushi verkopen. Die mogelijkheid grijpen we gelijk met beide handen aan. Sushi als ontijt, we kunnen het iedereen aanraden! Ruimte is schaars en duur in Tokyo, dus daar moet men slim mee omgaan. We zien een parkeergarage waar je je auto inrijdt en dan stap je zelf uit. Je auto wordt dan vanzelf weggezet in een soort ronddraaiend rad. Als je je auto komt ophalen, tikt iemand het juiste nummer in en dan draait het rad weer rond totdat jouw auto voor de deur staat. Je rijdt dan je auto enkele meters naar achteren tot op een ronde plaat en dan draait de plaat zodat je met je neus van de auto in de goede rijrichtig staat. Geen gedraai en gekeer, het wordt allemaal voor je geregeld. Erg handig!

Tokyo is een grote stad met vele miljoenen inwoners. Als je er rondloopt, voelt het echter helemaal niet zo. Het is er heerlijk rustig op straat. Dat komt door de gescheiden rijbanen. Auto’s rijden vrijwel overal apart van de fietsers en wandelaars. En zo gek veel autoverkeer is er nou ook weer niet en waarom zou je ook in deze stad waar je overal uitstekend kunt komen met het openbaar vervoer? Het feit dat er maar één pad is voor voetgangers en fietsers, is weer wat ongemakkelijk. De fietsers moeten steeds slalommen tussen de wandelaars door, maar niemand lijkt zich druk te maken.

Vanuit Ikebukuro volgen we enigszins de spoorlijn naar het zuiden, tot aan station Shinjuku. Goed dat we in Hong Kong nog even naar de kapper zijn gegaan, want een simpele knipbeurt in Tokyo kost al snel meer dan 30 Euro. Nee, Japan is geen goedkoop land, zelfs niet voor Europeanen met een behoorlijk sterke Euro. De Yen is echter sinds vorig jaar zomer behoorlijk meer waard geworden t.o.v. de Euro. In juli 2008 kreeg je nog 163 Yen voor een Euro, nu nog ongeveer 130. In januari 2009 kreeg je slechts 112 Yen voor een Euro, dus we hadden het nog beduidend slechter kunnen treffen.

Bij opticiëns staan buiten een soort wasbakjes. Daar leg je je bril in, je drukt op een knopje en dan begint het water te borrelen. Het vuil wordt van de glazen en tussen de glazen en montuur uit geborreld. Na een minuutje is het apparaat uitgeborreld en pak je een papiertje (ligt ook voor je klaar) om je bril nog even af te drogen. Zo heb je gemakkelijk een superschone bril, helemaal gratis. Ideetje voor Pearle of Hans Anders lijkt ons zo! Wij zouden het in ieder geval wel weten te waarderen.

We kijken wat rond bij de HMV en lopen via een wat andere route weer helemaal terug naar ons hotel. Wat een heerlijke stad om in rond te wandelen! Alles is heel, alles werkt, alles is schoon, iedereen is beleefd, je weet niet wat je meemaakt. Er staan diverse fietsen niet op slot en de meeste fietsen die wel op slot staan, hebben een slot dat in Nederland door een gemiddelde brugpieper in 4 seconden geopend is. Prachtig dat zoiets kan en jammer dat dit in Nederland niet (meer) mogelijk is.

Vlakbij ons hotel zitten heel wat restaurants. Bij een van hen hebben ze verse sushi en daar zijn wij dol op. Er zijn zo’n twintig stoelen rondom een lopende band en drie koks maken steeds weer schoteltjes met meestal twee stukjes sushi klaar. Komt er even niets voorbij wat je aanstaat, dan wacht je gewoon even een minuutje of je vraagt aan een van de koks of hij een bepaald soort sushi voor je klaar wil maken als die niet op de band staat. Elk schoteltje kost 140 Yen, net iets meer dan een Euro. Als je klaar bent, tellen ze het aantal schoteltjes, zo simpel is het. Thee kun je zelf maken, dat is gratis. We eten samen zeventien schoteltjes, dus de schade is te overzien. Probeer je in Nederland maar eens samen vol te eten met sushi voor nog geen twintig Euro, dat zal je niet meevallen. Terug op de hotelkamer drinken we nog wat terwijl we het NOS-journaal van gisteren bekijken. Onze eerste volledige dag Japan is goed bevallen.

Donderdag 21 mei 2009: Tokyo

     

We hebben geluk. Slechts in enkele maanden is het mogelijk om sumowedstrijden bij te wonen en de maand mei is zo’n maand. Er is een belangrijk sumotoernooi aan de gang en ook vandaag zijn er wedstrijden. 220 wedstrijden op één dag om precies te zijn, dat zijn er nogal wat. Dat betekent dat er maar liefst 440 sumoworstelaars moeten komen opdraven, want iedereen doet maar één partij (van vaak minder dan tien seconden) per dag. Gelukkig zijn er zo’n 800 professionele sumoworstelaars in Japan, waaronder enkele westerlingen, dus die 440 deelnemers zal vandaag wel lukken. Er wordt geworsteld in Ryōgoku Kokugikan een hal waar maar liefst 13.000 mensen kunnen komen kijken. Zoveel zullen er vandaag niet komen, want het is vandaag een doordeweekse dag en er komen hierna nog een paar dagen. De wedstrijden van komend weekend zijn al wel helemaal uitverkocht.

Met het openbaar vervoer reizen we af naar de sumohal. We kopen de goedkoopste kaartjes, 21.000 Yen p.p. voor rij 14, de bovenste rij. Als we binnen een kijkje nemen, is het nog erg rustig. Er zitten misschien honderd mensen in de zaal en de sumoworstelaars die bezig zijn, zijn nog van een relatief laag niveau. Niet dat wij het verschil met de echte toppers goed kunnen beoordelen, maar ze hebben nog een lange weg te gaan voor ze luid bejubeld zullen gaan worden. Als we tien minuten gekeken hebben, besluiten we later weer terug te komen. Het is pas 10.00 uur en het duurt tot bijna 18.00 uur, dus we kunnen best een paar uurtjes wat anders doen en later terugkomen voor de echt grote jongens.

Op het treinstation van Tokyo wisselen we onze “exchange orders” in voor Japan Rail passen en we reserveren gelijk twee stoelen voor de snelle trein van morgenochtend naar Nagano. Dat ging soepeltjes! Nu we hier toch zijn, maken we van de gelegenheid gebruik om een ander stuk van Tokyo te voet te verkennen. We wandelen naar het noorden, naar station Akihabara. Het is weer geweldig mooi weer, dus dat is geen straf. Boven het station zit een groot warenhuis vol met electronica en op de bovenste verdieping zitten iets van 20 restaurants. Wij kiezen er een uit waar ze spaghetti serveren. Het is tenslotte al weer even geleden dat we dat gegeten hebben.

Terug bij de sumohal arriveren de toppers. Te voet, zo gaat dat hier blijkbaar. Buiten staan tientallen Japanners te wachten op een blik op hun held(en). Met applaus worden de reuzen begroet en wij genieten weer van het begroetingsproces. Ook de sumoworstelaars moeten bij binnenkomst eerst even de handen ontsmetten, want ook voor hen ligt de varkensgriep op de loer. Als we weer binnen zijn, blijkt het een stuk drukker geworden. Het is dan ook al bijna half drie en dat betekent dat de subtoppers aan de slag gaan in de ring. Het is niet helemaal een perfecte ring, want in het noorden, oosten, zuiden en westen is de ring iets breder, een centimeter of vijftien schatten we. Dat is nog van vroeger, toen ze dit deden zodat het eventuele regenwater uit de ring kon lopen. Tegenwoordig is dat niet meer zo nodig nu alles overdekt is, maar de bodem is nog altijd van zand.

Hoe werkt nou een sumowedstrijd? Als de vorige wedstrijd nog bezig is, zitten de twee volgende worstelaars al klaar naast de ring. Na afloop van de wedstrijd komen eerst de vegers die in en rondom de 4.55 meter grote ring de zandbodem weer netjes maken. Vervolgens komt er een mannetje de met ritueel gezang de ring weer een soort van reinigt en gereed maakt voor het volgende gevecht. De scheidsrechter, uiteraard ook in kostuum, doet er daarna nog een schepje bovenop met wat geheimzinnige armbewegingen en een soort spiegel in zijn hand. Het is altijd ZIJN hand, want vrouwen hebben geen enkele rol in deze sport. Dan komen de worstelaars de ring in en begint alvast het psychologisch gevecht. Een been optillen en met een flinke stamp neerzetten en dan weer het andere been. Slokje water nemen voor de interne reiniging en dan pak je een hand met zout. Dat gooi je in de ring om de geesten gunstig te stemmen en de ring te reinigen. Dan ga je in de gevechtshouding tegenover je tegenstander staan, maar met vechten wacht je natuurlijk nog even. Eerst weer even stampen en wat zout gooien, je hebt tenslotte niet voor niets vier minuten voorbereidingstijd gekregen. Dat geldt overigens alleen voor de toppers. De nog niet zo goede worstelaars mogen al die poespas niet doen. Die moeten gewoon even stampen en dan vechten. Zout gooien en treuzelen is voorbehouden aan de groten der aarde. Vroeger mocht je onbeperkt de start van het gevecht uitstellen, maar in 1928 is de treuzeltijd op tien minuten gezet en nu is dat dus nog maar vier minuten. Ondanks alle behouden tradities dus toch een vorm van modernisering in het sumoworstelen!

Als de twee reuzen dan eindelijk gaan vechten in hun sexy bilband, is het ook zo weer afgelopen. Soms al binnen een paar seconden, soms hebben ze wat langer nodig, maar bijna altijd is het binnen een minuut wel afgelopen. Het is ook een vrij simpele sport: als je met een voet buiten de ring gaat staan, ben je af en als je met iets anders dan je voet de vloer binnen de ring raakt, ben je ook af. Soms zie je wel eens een duidelijk kleinere worstelaar winnen van zijn grotere opponent. Dan denk je dat het een makkie zal worden voor de grote beer, maar dan verliest hij toch door slimheid van de ander. Wie niet sterk is moet slim zijn geldt wel heel erg binnen het sumowereldje. Als iemand van zijn volle 200 kilo tegen je aan hangt en jij stapt opeens opzij, dan is er een kans dat hij voorover valt door de zwaartekracht. Dan heb je gewonnen en heeft de ander er zwaar de pest over in, hoewel het bij sumoworstelen niet de bedoeling is dat je laat merken dat je blij of juist verdrietig bent. Inwendig mag je juichen, maar naar de buitenwereld toe houd je je gezicht in de plooi, ook na een glorieuze overwinning of een pijnlijke nederlaag.

Er zijn verschillende categorieën binnen het sumoworstelen en als je goed presteert, kun je promoveren en bak je er een tijdje weinig van, dan zak je juist weer af. Ben je echt een grote topper, dan krijg je de hoogste rang toebedeeld en kun je nooit meer degraderen. Mocht je daarna enige tijd slechte resultaten neerzetten, dan word je geacht zelf de handdoek in de ring te gooien en met sumopensioen te gaan om jezelf niet te schande te maken. In 300 jaar tijd hebben slechts 96 worstelaars deze beschermde status bereikt, dus je moet ook wel poepgoed zijn!

Pas bij de laatste wedstrijden van de sumo-eredivisie begint het Japanse publiek een beetje mee te leven. Wij hebben echter geen idee wie er precies tegen wie vecht, want Japans daar kun je echt niets van maken. Je schijnt een koptelefoontje te kunnen huren waarbij je in het Engels commentaar krijgt tijdens de wedstrijddag. Voor een volgende keer is dat niet zo’n gek idee. Rond zes uur is het feest voorbij en na een ceremonie met een boog, gaat iedereen weer naar huis. Wij pakken de metro richting het hotel en genieten weer van vers bereide sushi in het restaurant waar we gisteren ook aten. Leuk om een keer mee te maken zo’n sumoworsteldag.

Vrijdag 22 mei 2009: Tokyo – Nagano

     

Om 8.22 uur worden we op perron 20 van station Ueno verwacht voor de Amasa 563. Het is een Shinkansen, een snelle trein die ons om precies 9.57 uur zal afzetten in Nagano, 222 kilometer naar het noordwesten. Het Japanse openbaar vervoer heeft het imago nogal stipt te zijn en vooralsnog maken ze dat volledig waar. 8.22 uur vertrekken betekent ook echt om 8.22 uur vertrekken. Kom niet om 8.23 uur aanzetten, want dan zie je alleen nog maar de achterkant van de trein en dan nog in de verte ook!

Keurig op tijd arriveren we in de stad waar in 1998 de Olympische winterspelen zijn gehouden. Daar zie je tegenwoordig niet veel meer van terug. De belangrijkste attractie van deze stad met 400.000 inwoners is de Zenkō-Ji tempel. Deze boeddhistische tempel uit waarschijnlijk de 7e eeuw trekt jaarlijks vier miljoen bezoekers en nadat wij onze rugzakken in onze nieuwe hotelkamer hebben gezet, gaan wij er eerst ook maar eens een kijkje nemen. Het is er uiteraard gezellig druk. Er staat een enorme rij mensen te wachten voor toegang tot de Hondō, het belangrijkste gebouw in het tempelcomplex. Wij zien het niet zo zitten in die rij te gaan staan en verkennen het terrein en de gebouwen eromheen. Er staan wat aardige beelden, je kunt wensbriefjes ophangen, maar het leukste is toch het bekijken van al die mensen die hier rondlopen. Het bezoeken van deze tempel is behalve een leuk dagje uit toch een serieuze zaak. Even een boeddha over zijn hoofd aaien en daarna natuurlijk wat geld in het offerbakje gooien om de gebeden extra kracht bij te zetten.

Als we het wel gezien hebben, lopen we richting het treinstation. Het is nog altijd lekker weer, dus daar moeten we van profiteren. We zien zakken met strooizout liggen, voor als de omstandigheden winters worden. Nu in mei is dat niet nodig, maar in het winterseizoen is het hier geen overbodige luxe. In Nederland zie je pizzakoeriers rijden, hier hebben ze de Yakult-koeriers. Is je darmflora toe aan Yakult, maar is je voorraad net op, dan bel je even naar de Yakult-hotline en niet veel later staat er een brommertje voor je deur en kun je weer even vooruit. Bij het station informeren we even hoe we bij het schaatsstadion moeten komen. Daar gaan we morgen een kijkje nemen en het blijkt niet ver met de bus. Het is inmiddels ruimschoots tijd voor de lunch en we duiken de Mos Burger in voor een ietwat tegenvallende maaltijd.

We zien het plein waar in 1998 de medaillewinnaars zijn gehuldigd. Tegenwoordig is het omgevormd tot parkeerplaats en geef ze eens ongelijk. Onze hotel, Shimizuya Ryokan, is echt Japans. We slapen op matten op de vloer, er is een lage tafel met twee stoelen waabij je ook op de grond zit en er liggen twee kimono’s voor ons klaar. Beneden word je geacht je schoenen uit te doen en sandaaltjes aan te doen. In de toiletten heb je weer de speciale toiletsandaaltjes, zodat je normale sandalen niet vies worden. Een eigen badkamer is er voor 76 Euro per nacht niet bij. Samen badderen, de mannen apart van de vrouwen, is natuurlijk ook veel gezelliger!

Voor een late vrijdagmiddagborrel lopen we naar Liberty, een aardige kroeg waar je ook kunt eten. Voor het eerst sinds tijden hebben we weer eens ons truitje aan, want zo warm is het niet meer als het donker is. Als je een biertje wilt, dan pak je die zelf uit de koelkast en dan laat je hem openen aan de bar zodat ze hem op je rekening kunnen bijschrijven. Ons eten is niet slecht en de Japanse biertjes smaken ook goed. Terug in het hotel trekken we onze kimono’s aan en nestelen we ons voor de laptop voor weer een aflevering van Numb3rs en wat internet.

Zaterdag 23 mei 2009: Nagano

   

Als Rob wakker wordt, is het net half zes geweest. Waarkomen al die stemmen toch vandaan? Als hij uit het raam kijkt, blijkt het gewoon druk te zijn. De tempel gaat al om half vijf ‘s ochtends open en er zijn blijkbaar veel mensen die er al vroeg naar toe gaan. We zien ook vrouwen hun straatje schoonvegen en vuilnismannen zijn al in de weer. Dat hadden we toch niet helemaal verwacht!

In 1998 haalde Marianne Timmer twee maal goud in Nagano en ook Gianni Romme liet met goud en twee wereldrecords op de 5000 en 10000 meter van zich spreken. Reden genoeg om voor ons als Nederlanders een kijkje te nemen in de M-Wave, het schaatsstadion van Nagano. We drinken eerst een bak koffie bij de Doutor bij het station en daarna brengt bus 8 ons vanaf de oostkant van het station in twintig minuten naar de M-Wave. Het stadion heet de M-Wave omdat het dak eruit ziet als een golf van M’en. Tegenwoordig heet het officieel het Nagano Olympic Memorial Arena. Er is een Olympisch museum in het stadion en dat gaat om 10.00 uur open. Het stelt niet al te veel voor en in de bijbehorende winkel kun je nog allemaal spullen kopen van Nagano 1998. Geen hond die dat nog koopt, nemen wij aan?! Je bent vrij snel uitgekeken in het museum en dan mag je nog een kijkje nemen in het stadion vanaf de bovenste ring. Momenteel ligt er geen ijs, dus een PR neerzetten zit er vandaag niet in. Om nou te zeggen dat het een sfeervolle hal is, nee, maar is het Thialf sfeervol als er geen ijs ligt en geen toeschouwers zijn?

Voordat we weer een bus terug kunnen pakken, moeten we nog vijftig minuten wachten. Een goed excuus om terug naar het station te gaan lopen. Het is een kilometer of vijf, een mooie afstand zo aan het einde van de zaterdagochtend. Het is een pad langs een drukke autoweg, dus echt heel mooi is het allemaal niet, maar het is lekker weer dus zo erg is dat niet. Een uurtje later zijn we bijna bij het station en eten we wat. We nemen de bus van 12.30 uur nemen naar Iizuma Kogen. Dat ligt op een half uur rijden van Nagano-centrum. Daar moeten wat kunnen wandelen, niet ver van een ski-gebied. Als we er bijna denken te zijn, staat een jong meisje op om bij de volgende halte eruit te gaan. We vragen haar of dit de halte Iizuma Kogen is en dat is zo volgens haar. Uiteindelijk blijkt dat we er bij de volgende halte uit hadden gemoeten, maar zo erg is dat niet. In haar beste Engels probeert ze met ons een babbeltje te maken. Zo goed is haar Engels nog niet, maar altijd nog vele malen beter dan ons Japans!

Bij Iizuma Kogen ligt een klein meertje en daar lopen we omheen. Niet heel erg de moeite waard, maar toch aardig om even te zien. Het uitzicht op de bergen is wel mooi, dat vergoedt dan weer een hoop. Daar vlakbij ligt een soort moeras waar ook een wandeling op (gammele) planken is uitgezet. Voordat we de bus terug nemen, lopen we die route ook nog maar even. We zitten hier op meer dan 1000 meter hoogte en zo aan het einde van de middag met een windje erbij hebben we het zo nu en dan toch fris in ons t-shirt.

Terug in Nagano zien we diverse wandelaars allemaal met een rugnummer gesponsord door OKI. Blijkbaar is er vandaag een officiële wandeling en in de uren daarna zien we vanuit onze hotelkamer nog vele tientallen mensen langs komen lopen. Eerst maar eens de centrale badruimte van dichtbij bekijken. Het is de bedoeling dat je op een krukje gaat zitten, je haren en lichaam eerst goed wast en pas daarna ga je in het gezamenlijke bad. Als je dat weer zat bent, spoel je je nog even af onder de douche en dan ben je weer helemaal schoon. Een beetje Japanner gaat na het badderen voor de tweede keer uitgebreid met zeep aan de slag. Okselfris eten we in onze kimono de sushi op die we in de supermarkt hebben gekocht. Deze sushi kan helaas niet tippen aan de vers klaargemaakte sushi in het restaurant in Tokyo. We besluiten de avond met de feel good movie “The Holiday” met Kate Winslet en Cameron Diaz. Na het happy end vallen we gemakkelijk in slaap.

Zondag 24 mei 2009: Nagano - Kyoto

     

Ook op zondagochtend al vroeg veel activiteit in de straat. Ons hotel ligt ook maar enkele honderden meters van de zo populaire tempel, dus dat is niet zo gek. Het regent deze ochtend, goed dat we dan juist nu de trein naar Kyoto nemen. We pakken onze spullen en nemen de bus naar Nagano Station. Bij een supermarktje kopen we wat eten en drinken voor onderweg en even over achten zijn we al onderweg naar Nagoya. Daar moeten we drie uur later overstappen voor de laatste vijftig minuten naar Kyoto. Deze stad is de laatste jaren met name bekend vanwege het klimaatverdrag.

Het is niet druk in de trein en ondanks wat stops zijn we een paar uur later in Nagoya. Het is heel leuk om het gedrag van de Japanse conducteur en de koffiedame in de trein te bestuderen. Bij elke binnenkomst van elke wagon zeggen ze eerst iets van goedendag met een lichte buiging en bij het verlaten van de wagon draaien ze zich eerst even om en dan doen ze dit wederom. Het is helemaal ingebakken en lijkt geen gemaakte, maar oprechte beleefdheid. Hier zie je geen grafitti in de treinen, geen kauwgom in de bekleding en geen krassen op de ramen. Wij vinden het een verademing en zullen binnenkort weer even moeten wennen aan het hufterige gedrag in het Nederlandse openbaar vervoer.

Op exact het tijdstip dat is beloofd, staan we op het centrale station van Kyoto. We lopen naar de city information office en krijgen daar een plattegrond en een goede uitleg over hoe we naar het door ons geboekte hotel moeten lopen. Het blijkt een minuut of twintig lopen te zijn en aangezien in Kyoto de zon voorzichtig schijnt, is dat geen probleem. Het hotel is wat lastig te vinden in een zijstraatje, maar we slagen er in de juiste plek te traceren. Inchecken kan pas vanaf 16.00 uur, wel erg laat vinden wij. Je kunt wel je rugzakken e.d. achter laten, maar die staan onbewaakt in een halletje aan de voorkant. Nou ja, dit is Japan en daar gebeurt niet zoveel, dus we nemen alle waardevolle dingen mee in ons kleine rugzakje en gaan op pad.

We lopen naar Gojō-zaka voor het begin van de Southern Higashiyama wandeling. Via Chawan-zaka (“theepotlaantje”) waar je o.a. fraaie Japanse waaiers kunt kopen, klimmen we naar Kiyomizu-dera, een oude Boeddhistentempel. Het is er gezellig druk deze zondag. Diverse Japanse vrouwen lopen rond in kimono met bijpassend handtasje en opgestoken haar, goed voor de foto’s! Je kunt er heilzaam water drinken als je wilt, maar wij geloven niet zo in deze Lourdestafereeltjes en laten het over aan de Japanners die er gretig gebruik van maken. Als we de tempel weer uit zijn, lopen we via een straat vol souvenirshops naar Sannen-zaka en niet veel later Ninen-zaka. Dat zijn straten vol oude houten huizen, restaurants en winkels met souvenirs uit het wat luxere segment. We laten nog wat tempels links liggen, er zijn er ook zo veel, en lopen naar Maruyama-kōen, een aardig parkje met weer wat karpers in de vijver. Die zie je hier veel in Japan. Er staat ook een “beroemde” kerssenboom (waar wij nog nooit van gehoord hebben), maar die bloeit nu niet en is dan ook niet erg interessant op dit moment.

Uiteindelijk wandelen we via een andere route terug naar ons hostel. Het is wel duidelijk dat Kyoto een stuk toeristischer is dan Tokyo, zeker op een zondag. Het aantal westerlingen is verbazingwekkend groot. Onze kamer is vrij ruim en erg basic. Weer wat matten op de grond en een lage tafel, dat is het wel zo’n beetje. Er is een centrale keuken, twee toiletten en een douche en onze kamer ligt daar precies naast. Hopelijk hebben we tijdens het slapen weinig last van de andere gasten in het hostel, afwachten maar. Het voordeel van een keukentje is dat we de magnetron kunnen gebruiken om onze noedels met kip op te warmen en de koelkast om onze drank koud te houden. We kunnen er ook internetten op onze eigen laptop, als we er een ethernetkabel in prikken. De rest van de avond relaxen we nog wat.

Maandag 25 mei 2009: Kyoto

     

Eerst even naar het station voor het reserveren van twee treinkaartjes voor morgenochtend naar Hiroshima. Dat gaat probleemloos, zoals altijd. Bij een supermarktje op het station kopen we wat sushi, wat salade en wat te drinken zodat we even later kunnen ontbijten. We pakken de metro naar Shijo Station, want daar moet vlakbij de Nishiki Food Market zitten. Ze blijken er vooral veel vis te verkopen in alle soorten en maten. Alles keurig verpakt en op grote hoeveelheden ijs. Dat is weer eens wat anders dan op de markten in Azië die we de laatste maanden hebben bezocht. Daar lagen de vissen altijd met 30 graden in de zon met veel vliegen er op en omheen. De Japanse bewaarmethode lijkt ons toch verstandiger...

Er blijkt een uitgebreid winkelcentrum aan vast te zitten, de Teramachi Shopping Arcade. Alles wat je hartje begeert, is hier te krijgen. Het is een prima bestemming voor een regenachtig dag, maar de zon komt er al weer langzaam door dus we laten het al snel voor wat het is. Op naar het Kyoto Imperial Park, rondom het Kyoto Imperial Palace en het Sento Palace. Het is een ruim opgezet park met brede paden, maar een tikje aan de saaie kant. De beide paleizen zijn ommuurd en er is dan ook weinig te zien. We dwalen wat door een woonwijk en proberen naar het noordwesten te blijven lopen richting de Rokuon-Ji tempel (The Golden Temple). Dat is de officiële naam van deze populaire tempel, maar hij is beter bekend als de Kinkaku-Ji tempel. De originele tempel is in 1397 gebouwd als villa voor Shōgun Ashikaga Yoshimitsu. Zijn zoon maakte er later een tempel van. In 1950 heeft een monnik de hele boel tot de grond toe afgebrand. In 1955 is alles weer herbouwd, in de oude stijl. Ook deze tempel is werelderfgoed volgens de UNESCO-lijst en wat ons betreft niet onterecht. De tempel bestaat uit drie verdiepingen, waarvan de bovenste twee met bladgoud zijn belegd. De tuin en de vijver eromheen zijn al net zo fraai aangelegd en onderhouden. Zeker een kijkje waard voor die 400 Yen entree.

Met bus 12 reizen we naar onze laatste cultureel verantwoorde bestemming van vandaag, Nijo-jaCastle. Voor ons westerlingen heeft het gebouw meer weg van een tempel dan een kasteel. De enige overeenkomst is wat ons betreft de slotgracht. Het kasteel stamt uit 1603 en bestaat uit Honmaru Palace, Ninomaru Palace en enkele bijzondere tuinen eromheen. Meestal vinden wij de tuinen interessanter dan de tempels, maar dat is een kwestie van smaak natuurlijk. Met het heerlijke weer dat we hebben, is wandelen door fraai aangelegde tuinen een prima tijdverdrijf.

We nemen de metro terug naar het hostel, terwijl we onderweg nog wat avondeten inslaan. De avond verloopt rustig. Wat eten, wat internetten, hostel regelen voor de komende twee nachten in Hiroshima, douchen en nog wat t.v. kijken. Kijken wat Hiroshima vanaf morgen voor ons in petto heeft. Waarschijnlijk een hoog atoombomgehalte...

Dinsdag 26 mei 2009: Kyoto – Hiroshima

     

We zijn al vroeg weer op pad om de trein van 8.22 uur te halen. Het is twee uur van Kyoto naar Hiroshima met de Shinkansen, zo’n supersnelle trein. Op ieder perron staat een soort perronmanager. Als de trein al ruimschoots vertrokken is, maakt deze man of vrouw fraaie bewegingen met de arm. Eerst even de ene kant op wijzen, dan de andere kant en ook nog even naar boven. Is dit een rituele reiniging van het spoor voor de volgende trein? Of is dit een schietgebedje voor een goede reis van de trein die net weg is? We weten het niet, maar het heeft wel wat. Alle treinen komen hier exact op tijd binnen en gaan exact op tijd weg, het is ongelooflijk. Het kan dus wel! Kom je een halve minuut te laat op het perron aan, dan is de trein allang vertrokken. Het is maar dat je het weet.

We hebben een kamer geboekt in het Hana Hostel en dat ligt vlakbij het station. De kamer is nog niet gereed, maar we kunnen onze tassen achterlaten en op pad om Hiroshima te verkennen. Op 6 augustus 1945 is in Hiroshima een atoombom ontploft. Hierdoor is het centrum volledig vernietigd en een flink stuk daaromheen zeer zwaar gehavend. Veel nieuwbouw dus noodzakelijkerwijs. De belangrijkste bezienswaardigheden hebben vrijwel allemaal te maken met het vallen van de atoombom en ze liggen dichtbij elkaar. We gaan eerst aan de koffie met een gebakje bij Konditorei Backen Mozart. Zo’n naam hadden we hier niet verwacht. Eerst maar eens een kijkje nemen bij Hiroshima Castle, uiteraard weer met een fraaie slotgracht eromheen. Dit kasteel is oorspronkelijk gebouwd in 1589, maar na het vallen van de atoombom was er niets meer van over. In 1958 is het herbouwd en voor ons kasteelleken ziet het er prima uit. We bekijken het kasteel van een afstandje, we hoeven het niet zo nodig van binnen en dichtbij te zien.

Het is maar een klein stukje naar A-Bomb Dome. Dat klinkt misschien als een flitsende naam voor een voetbalstadion, maar het is de ruïne van de Industrial Promotion Hall van Hiroshima. Het is een van de weinige gebouwen in het hart van Hiroshima die, hoewel zwaar beschadigd, redelijk overeind is gebleven na het vallen van de bom. Het is in de staat gelaten die het had direct na het vallen van de bom. Het is nu een belangrijk monument, een symbool van de vernietiging. Aan de overkant van de Motoyasu-gawa rivier ligt het Peace Memorial Park. Hier wordt jaarlijks een ceremonie gehouden ter nagedachtenis aan de gebeurtenissen op 6 augustus 1945 om kwart over acht ‘s ochtends. Er ligt ook een cenotaaf, dat is een soort stenen kist, met daarin de namen van alle slachtoffers (voor zover bekend) van de bom.

Er zijn vandaag weer bussen vol met schoolkinderen naar Hiroshima gereden voor een bezoek aan het Peace Memorial Park en het ernaast gelegen Peace Memorial Museum. Wij nemen daar ook een kijkje en dan wordt goed duidelijk hoeveel schade en leed een atoombom aanricht. Het heeft natuurlijk ook het einde van de tweede wereldoorlog bespoedigd, maar de vraag is of dit de manier moest zijn. We zullen het nooit weten, de geschiedenis valt niet meer te veranderen. Hooguit kunnen we er voor zorgen dat de geschiedenis zich niet herhaalt en dat is precies de bedoeling van dit museum. De bom is ontploft op zo’n 600 meter hoogte. De ontploffing veroorzaakte enorme hitte, straling en drukgolven. Vrijwel alles in een straal van enkele kilometers is in één klap weg. In de uren daarna brandt alles wat nog niet verwoest is, tot op de grond toe af en van de vrijgekomen straling hebben de overlevenden tot op de dag van vandaag nog last. De foto’s en andere overblijfselen in het museum laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Als de munten in je portemonnee aan elkaar smelten en de glazen van je bril smelten, dan is het wel duidelijk dat je overlevingskansen praktisch nul zijn.

We nemen een andere weg terug naar het hostel waar we nog even relaxen voor we sushi eten op de 6e verdieping van het ASSA-gebouw naast het station. Deze sushi kan helaas niet tippen aan de sushi die we in Tokyo aten, maar slecht is het ook weer niet.

Woensdag 27 mei 2009: Hiroshima

     

Er staan voor vandaag twee dingen op ons programma. Aan het begin van de middag gaan we naar het Mazda-museum en aan het einde van de middag naar een honkbalwedstrijd. De ochtend nemen we “vrijaf”, oftewel we doen rustig aan op onze hotelkamer. Rustig aan wakker worden, wassen, ontbijten, wat lezen, wat internetten, dat soort dingen. Voor we het weten is het al weer half twaalf en we gaan op tijd op weg naar het Mazda Museum. De entree is gratis, maar je moet wel vooraf even telefonisch reserveren. De mensen van het hostel hebben gisteren al voor ons gebeld en we zijn van harte welkom. Het museum zit iets ten oosten van Hiroshima en we moeten twee haltes met een lokale trein naar station Mukainada, maar dat is slechts 6 minuten.

Eerst weer even een kop koffie drinken. We denken inmiddels te weten hoe we een cappucino moeten bestellen in het Japans. Je zegt dan “cappuciiii” en laat de “no” weg. Deze tactiek blijkt dit keer niet te werken. Ze lijkt ons te begrijpen, maar vraagt of we er melk bij willen. Een wat merkwaardige vraag als je een cappucino bestelt. Natuurlijk willen wij er melk bij. We krijgen twee koppen thee met een kannetje melk. Onze “cappuciiii” lijkt blijkbaar teveel op “cup of tea” en te weinig op het werkelijke Japanse woord voor cappucino. Leuk geprobeerd...

We melden ons bij de receptie van het hoofdkantoor van Mazda. Buiten lopen tientallen werknemers keurig in pak of mantelpakje met een plastic zakje en een metalen afvalgrijper. Ze zijn in de buurt bezig met het oprapen van zwerfafval en nemen hun taak zeer serieus. Waarschijnlijk is het een imago-project en er worden vele kilo’s aan papiertjes, flesjes, sigarettenfilters en andere zaken ingeleverd voor verdere verwerking. Een idee dat navolging verdient vinden wij. Brigitte zal het voorstellen bij Centric ;-)

Ze geven ons een mooie badge en om 13.00 uur worden we opgepikt uit de centrale hal om met de bus naar het museum te gaan. Mazda is zeer waarschijnlijk de grootste werkgever van Hiroshima met ongeveer 20.000 werknemers die maandag tot en met vrijdag in 24-uursploegendiensten auto’s maken. Merkwaardig genoeg wordt er in het weekend helemaal niet gewerkt, in ieder geval niet aan de productielijn. We krijgen diverse oude auto’s te zien, de ontwikkeling van de motoren, de Mazda race-auto die de 24 uur van Le Mans won in 1991, maar wij vinden de assemblagelijn toch het interessantst. We kunnen live zien hoe aan de lopende band auto’s in elkaar worden gezet. En dat gaat snel, erg snel. Elke 1 minuut en 48 seconden rolt er een nieuwe auto van de band. Iedere medewerker heeft zo zijn eigen taak en ook diverse robots helpen een handje. De bedrading gaat als eerste in het skelet, het stuur als laatste. Ze doen meerdere typen auto’s door elkaar, dat hadden we niet gedacht. Blijkbaar maakt dat voor de medewerkers niet veel uit, of het maakt het wat minder geestdodend. Het lijkt ons geen leuke baan, je doet twee maanden lang de hele dag hetzelfde en dan roteer je naar een andere taak, weer voor twee maanden. Maar ja, zij moeten er misschien niet aan denken om de hele dag op kantoor te zitten en regelmatig te vergaderen. Leuk om even gezien te hebben.

Als we weer in Hiroshima zijn, slaan we eten voor een late lunch in. In het hostel doen we ons tegoed aan nasi met lever, noedelsoep, kipkluifjes en inktvisringen. We kunnen tenslotte niet met een lege maag aan komen zetten bij het honkbalstadion! In ons beste Japans kopen we twee kaartjes aan het loket bij het stadion, tien minuten lopen van ons hostel vandaan. De thuisploeg heet Carp en ze spelen vandaag tegen de Marines. Beide teams staan er niet florissant voor en een overwinning is dan ook belangrijk. We hebben een goede plek in het stadion dat iets van 32.000 bezoekers kan herbergen. Zoveel zijn er vanavond niet, maar we schatten dat er toch meer dan 20.000 mensen op de wedstrijd zijn afgekomen. Rob bestelt een cola en een spa rood. Die cola snappen ze wel, maar een spa rood dat is een stuk moeilijker. Sparkling water, soda water, water with bubbles? Ze begrijpt Rob nog steeds niet. Een ander meisje doet de vertaling en uiteindelijk lukt het. We moeten 300 Yen betalen en dat is vreemd, want volgens ons is één drankje al 300 Yen. Rob geeft aan dat we twee drankjes hebben, maar dat snapt de jongedame weer niet en ze geeft ons nog een cola. Uiteindelijk blijkt dat de spa rood gratis is, wie verwacht dat nou?

We zitten duidelijk in het familievak. Naast ons zit een vrouw van een jaar of 65 met haar dochter van ongeveer 35 jaar oud. Niet bepaald het publiek dat we verwacht hadden. Ook veel meiden die naar hun helden op het veld komen kijken. Vooral Shima is populair. We zijn nog maar een paar minuten bezig of Carp kijkt al tegen een 0-2 achterstand aan. Ze bakken er vervolgens lange tijd aanvallend niet veel van, totdat ze rond de 5e inning een hoop punten scoren. Een paar goede tweehonkslagen en een homerun erachteraan zorgen voor een vrij comfortabele voorsprong. De Marines scoren maar niet en in de 8e inning loopt Carp uit naar 8-2. In de 9e en laatste inning komt Marines nog terug tot 8-3, maar dan is het over en uit. De gelijkmakende 9e inning wordt uiteraard niet meer gespeeld en de “hero of the day” wordt nog even geïnterviewd, maar daar verstaan we toch niets van. Het regent en onweert inmiddels, dus we lopen snel weer naar ons hostel. We drinken nog wat en kijken nog een aflevering van CSI voordat we de ogen dichtdoen voor onze laatste nacht in Hiroshima.

Donderdag 28 mei 2009: Hiroshima – Nagasaki

     

Nu we Hiroshima gezien hebben, gaan we op voor de tweede stad die in 1945 een atoombom op zich kreeg. Nagasaki ligt ten zuidwesten van Hiroshima en het is ruim drie uur met de trein inclusief overstap in Hakata. Nagasaki heeft in het verleden nogal wat Nederlandse invloeden gekend en we gaan kijken wat daar nog van te merken is. Natuurlijk zullen we ook wel weer wat atoombomindrukken opdoen, dat is onvermijdelijk.

Na een broodontbijt op onze hotelkamer, pakken we onze spullen weer in en we lopen op ons gemak naar het centrale treinstation van Hiroshima. We weten inmiddels dat reizen in Japan zeer soepel gaat en dat blijkt ook nu weer, want precies om 12.28 uur stappen we uit op Nagasaki Station. We hebben voor twee nachten een kamer gereserveerd in het Akari-hostel. Twee haltes met de tram en een paar honderd meter lopen en we staan er voor de deur. Hoewel het de goedkoopste kamer tot nu toe is, hebben we wel een eigen douche. Misschien omdat Nagasaki toch vrij zuidelijk ligt en dat nogal wat toeristen weerhoudt deze stad te bezoeken tijdens een reis door Japan?

Een van de lokale specialiteiten in Nagasaki is champon. Je bakt wat stukjes varkensvlees, wat groente en wat zeevruchten. Daar gooi je een bouillon getrokken van kippen- en varkensbotten overheen en daarna kook je enige tijd wat noedels mee. Rob probeert het in restaurant Rikaen vlakbij ons hostel en het is een meer dan uitstekend gevulde, smakelijke en gigantisch grote kom met soep. Brigitte heeft een vergelijkbaar gerecht, maar dan zonder de bouillon. We kunnen er weer een tijdje tegenaan, dat moge duidelijk zijn. Vlak achter ons hostel ligt een heuvel met aan de voet daarvan allerlei tempels. Die tempels blijven interessant om te bekijken, maar wat hier zo bijzonder is, zijn de graven die tegen de heuvel op zijn gebouwd. Als we bij de Kotaiji tempel kijken, liggen er werkelijk honderden graven tot grote hoogte. Je zal maar slecht ter been zijn en op bezoek komen bij een dierbare overledene.

Al snel komen we bij een winkelcentrum, maar het weer is veel te mooi om daar lang te blijven hangen. Een tube tandpasta is alles wat we kopen. Vroeger heeft men in Nagasaki veel contact gehad met Nederlandse scheepvaarders. Nederlanders waren zo’n beetje de enige buitenlanders waar men contact mee had en dus werd “Nederlander” synoniem voor “Europeaan”. Vandaag de dag zal dat waarschijnlijk niet meer zo zijn, maar er zijn in Nagasaki nog enkele plekken die aan het Nederlandse verleden doen terugdenken. Zo is er de “Hollander Slope” en daar nemen we vanzelfsprekend een kijkje. Het valt nogal tegen. Het is gewoon een suf steil straatje met enkele westerse gebouwen, maar er is niets te zien wat ook maar enigszins aan Nederland doet denken.

Met de tram is het een minuut of twintig naar het atoombommuseum van Nagasaki. Ook hier weer veel schoolkinderen die een kijkje komen nemen. Het museum is wat kleiner dan atoombommuseum van Hiroshima. Het is ook wat minder mooi gelegen en heeft een onduidelijk aangegeven toegang. Dat neemt niet weg dat er ook hier indrukwekkende dingen te zien zijn van de gevolgen van de bom. De Amerikanen gooiden op 6 augustus 1945 op Hiroshima een uraniumbom, maar op 9 augustus in Nagasaki was het een plutoniumbom. Deze was nog wat sterker dan die in Hiroshima. Nagasaki is nogal een pechvogel, want eigenlijk was de bom bedoeld voor de stad Kokura dat op een kwartiertje met de trein van Nagasaki ligt. Daar was het bewolkt zodat de piloot van het vliegtuig met de “fatman” aan boord het doel niet kon zien en uiteindelijk werd er voor gekozen om hem dan maar op Nagasaki te gooien toen daar de bewolking net eventjes verdween. Als de bom ontploft is het korte tijd tussen de 3000 en 4000 graden in de directe omgeving. Op anderhalve kilometer afstand is het nog altijd 600 graden en zelfs tot op vier kilometer afstand hebben mensen brandwonden opgelopen. Geen wonder dus dat ook in Nagasaki vele tienduizenden mensen letterlijk in één klap om het leven zijn gekomen of in de periode daaropvolgend. Reden genoeg om kernwapens volledig uit te bannen wat ons betreft, maar dat zal er voorlopig niet inzitten vrezen we.

Op enkele honderden meters van het museum ligt het Peace Park. Ze hebben daar de funderingen van de gevangenis die daar in 1945 stond laten staan. Alle 134 medewerkers en gevangenen zijn daar om 11.02 uur om het leven gekomen. Wat wij overigens niet wisten, is dat er ook wat Nederlanders om het leven zijn gekomen bij de ontploffing. Hoeveel precies weten we niet, maar er waren wat Engelsen, Australiërs en Nederlanders in Nagasaki als krijgsgevangenen en een deel daarvan heeft de klap niet overleefd. We weten nog een heerlijk vers brood te kopen en met verse vleeswaren erbij levert dit een heerlijk diner op in het hostel. De avond brengen we door met wat internet en weer eens een film.

Vrijdag 29 mei 2009: Nagasaki

     

Vijf kwartier met de trein van Nagasaki, ligt Huis ten Bosch. Dat is een park waar ze toeristische stukjes van Nederland in het klein hebben nagemaakt. Wij gaan vandaag eens kijken of het wat is. Het is wat raar om in Japan op het station te zien dat er een trein naar “Huis ten Bosch” gaat. En ze spreken het ook nog op zijn Nederlands uit, heel apart. Een Japanner bedacht enkele tientallen jaren geleden dat het leuk zou zijn om een themapark rondom Nederland op te zetten en hij heeft voor veel geld zijn droom werkelijkheid gemaakt.

Vanaf station Huis ten Bosch lopen we naar de ingang van het park. Een kaartje kopen doe je bij de VVV van Breukelen! Je kunt kiezen voor een standaardkaartje waarbij je bij sommige attracties nog apart entree moet betalen, of een all inclusive-kaartje. Wij kiezen voor het laatste en snellen ons naar de molens van Kinderdijk. Het is een flink uit de kluiten gewassen park blijkt al snel. Slotgrachten met rondvaartboten, kaasboerderijen, een jachthaven, kastelen, bloembollenvelden en eerlijk is eerlijk, het ziet er allemaal goed uit. De gebouwen zijn goed nagemaakt en goed onderhouden. Alleen is er verder zo weinig te beleven en dat is jammer. Veel van de gebouwen zijn ingericht als winkel waar je souvenirs of eten kunt kopen. Zo is er, uiteraard, een Nijntje-shop (naast het stadhuis van Gouda), want Dick Bruna’s creatie is mateloos populair in Japan. Voor veel Japanners is Nederland en Europa toch een beetje hetzelfde, want je kunt er ook Belgische biertjes en Duitse worsten krijgen.

Letterlijk een hoogtepunt is het genieten van het uitzicht vanaf een replica van de Domtoren. Hier is hij 105 meter hoog, slechts een fractie lager dan het origineel in onze gemeente. Het grote verschil met het origineel is dat je hier met de lift naar boven wordt gebracht. Nadat we nog Paleis ten Bosch met een bezoek vereren en een suf stukje gevaren hebben met de rondvaartboot, nemen we afscheid van Huis ten Bosch. Het is niet echt een park wat je hoog op je lijstje hoeft te zetten als je op reis gaat naar Japan, zelfs niet als Nederlander. Het park is omringd door hotels. Je vraagt je toch af op welk moment van het jaar deze hotels een goede bezettingsgraad hebben, want druk is het geen moment en het zijn vooral schoolkinderen die hier rondlopen.

In het hostel raken we aan de praat met een jongen uit Dordrecht die al enkele maanden in Japan rondreist. Met hem en een Oostenrijkse promovendus gaan we de stad in om enkele Sapporo-biertjes te drinken. Er is een aardige mix van westerlingen en lokale mensen en we hebben een gezellige avond.

Zaterdag 30 mei 2009: Nagasaki – Osaka

Onze trein vertrekt voor 9.00 uur dus we kunnen niet al te erg uitslapen. Van dat laatste biertje van gisteravond hebben we alsnog spijt, want we zijn allebei een beetje suf. Het feit dat we bijna vijf uur in de trein moeten zitten, helpt dan niet. In Fukuoka stappen we na twee uur reizen in een normale trein over op de snelle Shinkansen (beetje een pleonasme) voor nog een kleine drie uur naar Osaka.

Als we weer helemaal fris in Osaka arriveren, beseffen we dat we wel via internet een hotel hebben geboekt, maar helemaal vergeten zijn de naam en het adres te noteren. Als je geen van beide hebt, wordt het lastig zoeken. Eerst maar eens op zoek naar een plek waar we kunnen internetten, want in Rob’s mail zit een bevestiging en een routebeschrijving. Op het Shin Osaka-station zit een vestiging van Netgear en daar weten we de naam en het adres van ons hotel te achterhalen. Even de maag vullen, wat haltes en een overstap met de metro en we zijn vlakbij hotel Mystays. Het hotel is pas vorig jaar september geopend en alles is dan ook nog in perfecte staat. De beste kamer die we tot nu toe hebben gehad in Japan en bij lange na niet de duurste. We zijn van alle gemakken voorzien (we hebben zelfs een broekpers) en dat komt goed uit, want we hebben geen zin meer om de deur uit te gaan na al het gereis van vandaag. Het regent inmiddels buiten, dus reden te meer om lekker binnen te blijven. Kunnen we mooi Angels & Demons kijken op onze laptop. Het blijkt best een aardige film te zijn.

Zondag 31 mei 2009: Osaka

De ochtend begint met regen en we hebben dan ook niet zo’n haast met alles. Beetje internetten, wat lezen, uitgebreid douchen en pas dan, als het al weer droog is geworden, gaan we naar Doutor voor een ontbijtje. Ze hebben daar lekkere belegde broodjes en goede koffie, genoeg om ons al bijna als vaste klant te mogen noteren. We lopen een rondje om de omgeving te leren kennen, maar het is geen spannende omgeving waar ons hotel gevestigd is. Wel veel koffietentjes, dat is opvallend. Eerst nog maar wat lummelen op de hotelkamer.

We worden gebeld door de receptie wanneer ze kunnen komen schoonmaken. Dat is voor ons voldoende motivatie om onze kamer toch maar weer te verlaten om hen daarvoor de kans te geven. Het is ook weer heel aardig weer geworden, dus daar moeten we gebruik van maken. We wandelen een willekeurige richting op en komen bij een flink winkelcentrum uit. We hebben niets nodig, eigenlijk is dat jammer want nu hebben we geen specifiek doel. Het is echter altijd leuk om op de electronica-afdeling rond te lopen. We willen binnenkort een nieuwe, platte t.v. aanschaffen, dus we kijken hier alvast wat er te koop is. Meer dan genoeg blijkt al snel en wat zijn sommige schermen groot! Binnenkort thuis maar eens verder in verdiepen.

In de kelder van het winkelcentrum zit een luxe supermarkt. We schaffen er een flinke hoeveelheid sushi aan. Wat zullen we dat gaan missen als we weer terug zijn in Nederland. Japan is geen goedkoop land, maar de sushi is er veel redelijker geprijsd, veel beter van kwaliteit en veel meer voorhanden dan in Nederland. Als je de goede sushi van hier gewend bent, dan vind je de voorverpakte sushi uit de koelkast van de Albert Heijn maar niets meer.

Terug in het hotel bekijken we een stukje van de wedstrijd Japan – België in het kader van de Kirin Cup. Terwijl wij smullen van de sushi wordt België met 4-0 de oren gewassen door Japan. Eens kijken of Dick Advocaat de boel weer op de rit kan krijgen. Ze hebben best wat aardige spelers, maar ze bakken er over het algemeen niet veel van de laatste jaren. De rest van de middag en avond gebruiken we het feit dat er een internetverbinding aanwezig is en we bekijken maar weer eens een aflevering van Numb3rs en van CSI.

Maandag 1 juni 2009: Osaka

     

 

Genoeg gelummeld afgelopen weekend, tijd voor actieve bezigheden. Op ruim een half uur met de trein van station Tennōji in Osaka ligt Nara. Dat is Japans eerste echte hoofdstad, van het jaar 710 tot 784, toen het nog Heijō-kyō heette. Daarna werd Kyoto voor ruim 1000 jaar de hoofdstad en pas sinds 1868 is het Tokyo. Als we in het zonovergoten Nara aankomen en een plattegrond vragen bij een information center op het JR station, vraagt de dame achter de balie of we geïnteresseerd zijn in een gratis gids om ons rond te leiden. Een gids klinkt goed en gratis nog veel beter. Ze belt even en we moeten ons melden bij het centrale visitor information center. We regelen alvast op het station ook alvast even de treinkaartjes voor morgen.

Mevrouw Kazuko Yoshikawa, begin vijftig schatten we, zit daar al op ons te wachten. Ze is één van de gidsen van de English Goodwill Guides in Nara. Ze vindt het leuk om ons de hoogtepunten van de stad te laten zien en haar Engels te oefenen. Met haar Engels is niets mis en ze blijkt een prima gids. Ons werd verteld dat ze ons een uurtje rond zou leiden, maar ze blijkt alle tijd te hebben. We kunnen wel een uur of vier van haar diensten gebruik maken en dat doen we dan ook. Nara is een aardig stadje met een groot park (Nara Park) direct grenzend aan het stadscentrum. In en rondom het park zitten allerlei tempels en ze leidt ons langs diverse mooie plekken. De eerste tempel die we aandoen is de Kofukuji-tempel. Behalve de tempel zelf staat er een pagode van drie verdiepingen en een pagode van vijf verdiepingen, allebei het aanzien meer dan waard. Vrijwel alle tempels in Nara zijn rond de 1300 jaar oud en dat betekent dat ze meestal al een of meerdere keren zijn herbouwd. Vooral blikseminslagen zorgden ervoor dat er zo nu en dan een tempel in vlammen opging. De meeste tempels zijn grotendeels van hout, dus na verloop van tijd is het hout ook verrot en wordt de hele boel vernieuwd. Desondanks ziet alles er prima uit, zoals je dat mag verwachten in een land als Japan.

De Yoshikien Garden is een tuin die inmiddels in handen is van de gemeente. Buitenlanders mogen er gratis in en ondanks het feit dat wij onze paspoorten niet bij ons hebben, hoeven wij merkwaardig genoeg niet te bewijzen dat we geen Japanners zijn. De tuin is goed onderhouden en best aardig, maar niet echt heel bijzonder. Als we hadden moeten betalen, dan hadden we een tikje teleurgesteld geweest. Tijd om door te gaan naar de Tōdaiji, misschien we de belangrijkste attractie van Nara. Het is een tempel geheel van hout met daarin een gigantische bronzen boeddha. Hoewel het gebouw na diverse keren herbouwd te zijn een derde kleiner is dan vroeger, is het nog altijd het grootste houten gebouw ter wereld als we de verhalen moeten geloven.

Een schooljuffrouw vraagt of haar leerlingen wat Engels mogen oefenen met ons. Het zijn jongens van de Minami Elementary School uit Osaka, een jaar of tien oud. Dat lijkt ons geen probleem. Tijdens het stellen van vragen als “Where are you from?” eet een hert een A4-tje met daarop de te stellen vragen op uit de hand van een van de jongens. Er lopen honderden herten vrij rond in Nara park en bij de tempels en ze zijn beschermd omdat ze als boodschappers van de goden worden gezien. In vroeger tijden kon je zelfs de doodstraf krijgen als je een hert doodde, maar die tijden zijn gelukkig voorbij.

Als we nabij weer wat boeddhistische hoogtepunten komen, hebben we onderhand wel trek gekregen. We nodigen onze gids uit voor de lunch en gaan aan de noedelsoep. Mevrouw Yoshikawa slurpt dat het een lieve lust is en ze is niet de enige die haar noedels met zoveel geluid naar binnen werkt. We vertellen haar dat in Nederland iedereen je aan zal staren als je op die manier eet. Hier is het echter heel gewoon en volkomen geaccepteerd. Het hoort eigenlijk zelfs op die manier, maar wij eten onze noedelsoep toch liever iets geruislozer.

We pikken de Nigatsu-do Hall nog even mee en onze laatste gezamenlijke bestemming is de Kasuga Grand Shrine. De Kasuga Grand Shrine is vooral beroemd door de 1000 bronzen en 2000 stenen lantaarns die je er vindt. Twee keer per jaar worden die allemaal aangestoken, maar dat gaan wij helaas niet meemaken. Met een fooi en een bedankje nemen we afscheid van onze gids en we zoeken onze weg terug naar het station van Nara. Terug in Osaka kopen we wat brood en beleg, zodat we behalve voor ons brooddiner ook gelijk genoeg hebben voor het ontbijt van morgenochtend. Het is vooral witbrood wat je in de supermarkten vindt en de boterhammen zijn enorm dik gesneden. Echt twee keer zo dik als in Nederland, dus je zit na weinig boterhammen al vol.

Dinsdag 2 juni 2009: Osaka - Kawaguchiko

     

We gaan vandaag naar Kawaguchiko, een plaatsje nabij Mount Fuji. Het kost nog wel aardig wat tijd om er te komen, want we moeten drie keer overstappen. Eerst naar Yokohama, dan naar Hachioji, door naar Otsuki en daarvandaan nog een klein uurtje naar Kawaguchiko. Die laatste trein is een boemeltrein die ons van 358 naar 857 meter hoogte brengt en wordt gesponsord door Thomas Land, een kinderpretpark uit de omgeving. Het weer is niet slecht, dus we zien vanuit de trein Mount Fuji al liggen. Het is met 3776 meter de hoogste berg van Japan, hoewel het technisch gezien een vulkaan is. De laatste uitbarsting was in 1709, dus we voelen ons redelijk veilig.

We slapen bij Kawaguchiko Station Inn en dat ligt schuin tegenover het station waar we arriveren. We krijgen gelijk een handige map en allerlei bustijden door voor als we morgen gaan wandelen op en rondom Mount Fuji. Onze kamer heeft uitzicht op Mount Fuji, jammer dat er de nodige stroomkabels voorhangen. Eerst maar eens een kijkje nemen bij het Kawaguchimeer, niet ver bij ons hotel vandaan. Het is een flink meer en het is er vooral druk met vissende mannen. Wij volgen de zuidoever een tijdje en vervolgen onze weg dan weer richting het stadje. Van al dat gereis en gewandel hebben we al vroeg trek gekregen en als we Chinees Restaurant Bamiyan zien hoeven we dan ook niet al te lang na te denken. Het eten is er goed en het komt snel, zoals bij vrijwel alle Chinezen.

Op de weg terug naar ons hotel valt het op hoeveel moestuintjes er hier zijn. Ze hebben hier een aparte manier van tuinieren, maar misschien is het wel een idee voor mensen in Nederland. Ze trekken eerst strak dun plastic over een bed met aarde heen en dan maken ze er gaten in op de plekken waar ze hun plantjes zetten. Dat voorkomt onkruid en dus hoeft men niet te wieden zoals dat zo mooi heet. Die Japanners zijn zo dom nog niet! Er staat hier ook vrijwel geen fiets op slot, wat moet het hier nog ouderwets leefbaar zijn. De sleutels voor het regelen van de verkeerslichten liggen ook op de kastjes. Ella Vogelaar heeft hier niets te zoeken ;-) Bij de Seven Eleven doen we nog wat boodschappen en net als de keren ervoor mogen we na betaling grabbelen. Je steekt je hand in een doos en dan trek je er een kaartje uit waarop staat wat je gewonnen hebt. Meestal is het een flesje frisdrank en ook dit keer winnen we een flesje Pepsi. Iets winnen is altijd leuk.

In het hotel hebben we geen eigen badkamer, maar er is een gezamenlijke onsen. Een voor mannen en een voor vrouwen natuurlijk, want zo gaat dat in Japan. Hoe werkt badderen in een onsen? Je kleedt je helemaal uit in het voorportaal en gaat dan de badruimte in. Daar ga je op een krukje zitten en met zeep en shampoo maak je jezelf helemaal schoon, zittend dus! Pas daarna ga je het grote bad in, samen met anderen als die er op dat moment zijn. Als je uitgebadderd bent, ga je nogmaals op het krukje zitten en maak je jezelf nog een keer schoon met zeep en shampoo, of in ieder geval spoel je jezelf nog even af. Daarna afdrogen, weer aankleden en je voelt je weer als herboren.

Woensdag 3 juni 2009: Kawaguchiko

     

 

Mount Fuji is 3776 meter hoog en Kawaguchiko, waar wij verblijven, ligt op slechts 857 meter hoogte. Je kunt met de bus naar 2304 meter hoogte komen en dat lijkt ons een goed plan. De eerste bus gaat pas om 9.50 uur. Behoorlijk laat vinden wij, maar het is niet anders. Met een stuk of tien andere toeristen stappen we drie kwartier later uit bij het zogenaamde 5th Station.Je vindt daar vooral souvenirswinkels en ook een visitor information center. Daar gaan we maar eens informeren naar de wandelmogelijkheden en -onmogelijkheden. Het officiële klimseizoen begint pas op 1 juli en men waarschuwt aan alle kanten dat je vooral niet voor die datum richting de top moet gaan. Nou zijn wij dat toch al niet van plan dus dat scheelt. Wij willen een stukje omhoog tot aan 7th Station en dan helemaal afdalen tot aan de Fuji Shengen Shrine in Fujiyoshida.

Het information center wordt voornamelijk bemand door al wat oudere Japanse krasse knarren. Als wij aangeven omhoog te willen tot aan 7th Station, raden ze dat ons ten zeerste af. Er ligt al sneeuw op de route nog voor 6th Station en om dat kracht bij te zetten laten ze foto’s zien waar nog wat bergjes sneeuw te zien zijn. Die foto’s zijn echter al op 18 mei genomen, dus de vraag is hoe de situatie momenteel is, ruim twee weken later. Maar goed, waarom risico’s opzoeken als de mensen die er verstand van moeten hebben het zo sterk afraden. Er zijn in het verleden tientallen mensen gewond geraakt of erger tijdens het beklimmen van Mount Fuji buiten het officiële klimseizoen. Kunnen we dan wel van hier naar beneden lopen? De beste man kijkt ons aan alsof hij zich afvraagt of wij wel helemaal goed bij ons hoofd zijn. Dat is zes tot zeven uur lopen geeft hij aan en wij geven aan dat dat geen probleem is voor ons. Nou, als we dat dan echt willen dan moeten we dat maar doen. Hij blijft het maar raar vinden dat we niet gewoon de bus terug nemen.

We volgen de Yoshidaguchi Climbing Trail, hoewel er voor ons van klimmen geen sprake is. Het is alleen maar bergafwaarts en inderdaad, we zien nog wel wat sneeuwresten liggen zo net nadat wij gestart zijn. De ondergrond is goed, niet drassig, maar ook niet bepaald egaal. En toch nog steiler dan je denkt en dat voelen onze knieën wel na verloop van tijd. Zo heel af en toe komen we iemand tegen die lager is begonnen en juist omhoog gaat. Het lijkt verder wel of wij de enigen zijn die naar beneden lopen en misschien is dat ook wel zo. We zijn de hele tijd omringd door bomen en dat is wat jammer, want van mooie uitzichten is eigenlijk geen sprake. Dat is een duidelijk minpunt van deze wandeling vinden wij. Dat neemt niet wel dat we wel interessante dingen zien zoals vervallen hutten, schrijnen en andere beelden en offerplaatsen.

Het afdalen gaat snel en we hebben de genoemde zes tot zeven uur bij lange na niet nodig. Na net iets meer dan vier uur zijn we zo’n beetje waar we zijn willen en met wat aanwijzingen van een behulpzame Japanse familie en wat later een postbeambte komen we uiteindelijk bij de juiste bushalte. Daarvandaan is het nog maar een minuut of twintig en we staan weer op de plek waar we de ochtend begonnen zijn. Een mooie dag met lekker weer alleen jammer dat we niet wat meer van Mount Fuji of de omgeving konden zien tijdens het lopen.

We gunnen eerst maar eens onze spieren de warmte van de onsen op de vierde verdieping van het hotel. Plonsen in de onsen hebben we het maar gedoopt. Het eten bij Chinees Restaurant Bamiyan is ons gisteren zo goed bevallen dat we er weer gaan eten. Dat blijkt wederom een goede keuze. We vinden niet zo snel een leuke kroeg in de buurt van het hotel, dus we drinken maar wat op onze kamer terwijl we naar een veel te voorspelbare en behoorlijk slechte actiefilm kijken. Soms valt een film mee, soms valt het wat tegen, maar Never Surrender verdient overduidelijk geen Oscar.

Donderdag 4 juni 2009: Kawaguchiko – Tokyo

 

Voordat we naar Tokyo afreizen, willen we nog even badderen in een echte onsen. Ons hotel heeft blijkbaar goede connecties met Onsen Ji, want we kunnen een kortingsbon krijgen. Geen 1000 Yen p.p., maar met z’n tweeën voor dat geld. Lijkt ons een goede deal. We checken uit en laten onze rugzakken achter in het hotel. Het is toch nog wel twintig minuten lopen naar het badhuis, maar dat is goed voor onze bovenbeenspieren die wat stijf zijn van het continue afdalen van gisteren. We zijn ook niets meer gewend hè, dan krijg je dat. Onsen Ji valt eerlijk gezegd een beetje tegen. De mannen en de vrouwen badderen gescheiden, maar zowel bij Rob als bij Brigitte is er niemand anders aanwezig. Niet dat we anders een praatje hadden kunnen aanknopen in het Japans, maar nu is het wel erg eenzaam. Een beetje poedelen in het binnebad, buiten maar weer even zitten in het warme water, tussendoor even de sauna in en dan weer van voor af aan. Anderhalf uur later hebben we het wel gezien en lopen we via de 7 Eleven terug naar het hotel.

Eerst weer het boemeltreintje naar Otsuki en dan kunnen we in een keer door naar station Shinjuku in Tokyo. Daarvandaan is het nog maar een klein kwartiertje naar station Ikekeburo en vervolgens nog ruim vijf minuten wandelen naar het Sakura Hotel waar we twee weken geleden ook al sliepen. Ook het restaurant voor diner is voorspelbaar, want de sushiband is ons de vorige keer erg goed bevallen. We genieten weer van al het lekkers en maken dan ook heel wat schoteltjes van 140 Yen per stuk soldaat. Gelukkig is de Euro de laatste paar weken wat is waarde gestegen t.o.v. de Yen en blijft de schade te overzien.

Vrijdag 5 juni 2009: Tokyo

   

Wat doe je op zo’n laatste echte wereldreisdag als je in Tokyo bent? Eerst uit het raam kijken en constateren dat er wel erg veel mensen op straat lopen en fietsen die een paraplu paraat hebben. De lucht ziet er dan ook dreigend uit en niet veel later begint het al wat te spetteren. We willen een dagkaart kopen voor de metro om her en der in de stad nog wat dingen te bekijken. We kunnen kiezen uit een Tokyo Metro-dagkaart al dan niet inclusief de Toeilijn. We kijken niet goed op de plattegrond en denken dat de Toeilijn één spoorlijntje ergens in Noord-Tokyo is die we toch niet nodig hebben. Dat blijkt niet veel later een vergissing, gelukkig zonder serieuze gevolgen. De Toeilijn blijkt een soort concurrent van de Tokyo Metrolijn te zijn. Een stuk of tien metrolijnen in Tokyo vallen onder Tokyo Metro en vier anderen onder Toei. Als we op station Korakuen over willen stappen van de M-lijn naar de E-lijn, weigert ons kaartje. Een medewerker van Toei legt het ons uit en dan zien we het ook op ons plattegrondje. Gelukkig kun je met de tien lijnen die we wel mogen bereizen ook zo’n beetje heel Tokyo bestrijken, dus we kiezen maar een alteratieve route naar Roppongi, onze eerste bestemming.

Je hebt daar Roppongi Hills en wij stellen ons daar groene heuvels bij voor waar je goed moet kunnen wandelen. Het is er dan misschien niet vlak, maar groene heuvels zijn er beslist niet. Wel allemaal kantoorpanden en een hoge toren waarvandaan je tegen forse betalihg een mooi uitzicht over de stad moet hebben. Het is echter zwaar bewolkt en het regent, dus van dat uitzicht stellen we ons niet al te veel voor op dit moment. Dat ritje met de lift laten we voor wat het is en we bedenken slecht weer-alternatieven. Bij metrostation Ginza zit de Sony Building. Daar kun je de laatste elektronische snufjes en apparaten van Sony zien, verdeeld over meerdere verdiepingen. Het is er best druk met toeristen, het zal wel met het regenachtige weer te maken hebben denken we zo. Om nou te zeggen dat we heel erg bijzondere dingen zien, nou nee. Het is niet zo heel veel anders dan een willekeurige elektronicazaak in Tokyo, alleen is nu alles van Sony. Je kunt bijna overal aanzitten, t.v.-beelden bekijken en muziek beluisteren, maar dat is het dan ook wel. Aardig om een uurtje tijd te besteden als het toch regent, maar geen echt hoogtepunt in Tokyo.

We hebben trek gekregen en het is ook wel lunchtijd, dus we houden onze ogen open voor een aardig restaurant. Dat vinden we en we eten een prima risotto en spaghetti bij restaurant La Boheme (absolute aanrader!) naast Leica Ginza Salon waar we direct daarna een kleine zwart-wit fototentoonstelling “New York and Dogs” bekijken. Er hangen een stuk of 25 foto’s gemaakt door fotograaf Elliott Erwitt, waar wij nog nooit van gehoord hebben, maar blijkbaar is hij in de fotowereld wel een goede bekende. Er ligt ook een fotoboek van hem ter inzage met vele honderden foto’s en er zitten best wel heel aardige foto’s bij. Het regent nog steeds en onze volgende binnenactiviteit wordt Kiddyland. Dat is een zes verdiepingen hoog pand met alleen maar speelgoed voor kinderen. We vinden er een kadootje voor Rob’s neefje die over een maandje jarig is. Hij moet nog even geduld hebben voor hij zijn presentje uit Tokyo in ontvangst kan nemen. We zullen de bon bewaren zodat ze het kunnen ruilen als het niet in de smaak valt ;-)

Gisteren hebben we al diverse spullen en kledingstukken weggegooid die we niet meer mee terug nemen naar Nederland en vandaag staat de tweede weggooironde op het programma. We nemen zo min mogelijk mee terug, want waarom zou je met spullen gaan sjouwen die je na terugkomst toch niet meer gebruikt omdat ze zijn versleten? We houden lichtgewicht rugzakken over voor op de terugweg, dat is wel duidelijk. Voor de laatste maal genieten we van de overheerlijke sushi van de band. Rob’s favoriet is toch de sushi met zalm, Brigitte geniet het meest van “bintoro”, dat is sushi met vette (en dus malse) tonijn. Dat neemt niet weg dat vrijwel alles wat ons letterlijk wordt voorgeschoteld uitstekend smaakt, hoewel de inktvis toch vaak wat aan de taaie kant is. De laatste volledige dag van onze wereldreis sluiten we traditioneel af met een aflevering van Numb3rs en CSI.

Zaterdag 6 juni 2009: Tokyo – Amsterdam - Thuis

    

We, vooral Rob dan want Brigitte slaapt altijd en overal, zijn beduidend eerder wakker dan we de wekker gezet hebben. Onbewust slaap je misschien toch wat onrustiger dan normaal, zo’n laatste nacht van de reis. Haast is er dan ook niet bij deze ochtend. Even lekker douchen, een sandwich eten, de mail nog voor de laatste keer voor thuiskomst controleren en het laatste nieuws uit Nederland via ad.nl bekijken. De Europese verkiezingen hebben we net gemist, maar we hebben het van afstand toch allemaal goed kunnen volgen. Wat dat betreft is internet toch wel heel erg gemakkelijk.

Voor de laatste keer controleren of we alles meenemen uit de hotelkamer en dan op naar metrostation Ikekeburo. Het regent nog steeds of alweer, maar gelukkig niet zo hard dus we komen niet als verzopen katten bij de metro aan. Vanaf hier tot aan huis is als het goed is alles overdekt. Het openbaar vervoer in Tokyo is perfect geregeld, alleen is het wat onhandig dat de diverse metro- en treinlijnen door meerdere partijen worden geëxploiteerd. Wij willen natuurlijk naar Narita Airport en gaan eerst maar eens informeren bij Japan Railways. Volgens de jongen achter de balie gaat de eerste trein naar het vliegveld om 9.20 uur. Dat lijkt ons sterk, het is net iets over zevenen! Hij lijkt het te hebben over een directe terin van Ikekeburo naar het vliegveld, maar dat hoeft niet persé van ons. We willen eerst naar station Nippori en dan door naar Terminal 2 op het vliegveld. Op de automaat zien we dat we een JR-kaartje kunnen kopen en dat doen we dan maar. Op Nippori aangekomen, blijkt dat de Keisei-lijn niet van JR is, maar we kunnen zonder problemen en kostenloos ons kaartje inwisselen voor een ander. 8.08 uur moet de trein gaan en wij gaan vast klaarstaan. Als het een paar minuten over acht is, komt er een trein binnen met als bestemming Narita Airport. Dat moet hem zijn en we stappen in. Al direct krijgen we signalen dat het toch niet de goede trein is. Alle mensen hebben een kaartje met een specifiek stoelnummer en wij niet. En de trein vertrekt om 8.04 uur en niet om 8.08. Aangezien je je horloge gelijk kunt zetten m.b.v. de vertrektijden van het openbaar vervoer in Tokyo, geloven wij niet dat wij het juiste kaartje hebben en dat klopt ook. Dit is de sneltrein en wij hebben een goedkoper kaartje voor de stoptrein. Nou ja, de bestemming klopt en wij spelen wel de domme buitenlander als dat nodig mocht zijn.

Uiteindelijk levert het geen problemen op. Bij de eerstvolgende stop komen er twee mensen binnen die gereserveerde tickets hebben voor de plaatsen waar wij zitten, dus we verkassen naar twee andere stoelen. De conducteur controleert verder niet en zo winnen we een half uur reistijd t.o.v. de stoptrein. Op het vliegveld zien we een groep Nederlanders met daaronder Pieter Jan Hagens en Frits Sissing. Zeker opnamen gemaakt in Japan voor een of ander AVRO-programma? Ze blijken later ook bij ons in het vliegtuig te zitten. Onze overgebleven Yen wisselen we in voor Euro’s en keurig op tijd gaan we de lucht in met vlucht JL411 van Japan Airlines. Het vliegtuig is niet helemaal vol en we hebben drie plaatsen voor ons tweeën, altijd prettig. Na een paar uur hebben we de eerste maaltijd er al weer opzitten en vliegen we al boven Oost-Siberië. Amsterdam komt met rasse schreden dichterbij.

Even over vieren landen we iets voor op schema op Schiphol. De bezetting bij de douane is matig, dus we doen er wat langer dan gebruikelijk over om het land in te komen. Dat heeft weer als voordeel dat we onze rugzakken direct van de band kunnen halen. Er staat een heus ontvangstcomité met familieleden voor ons klaar met een spandoek en balonnen. Hartstikke leuk natuurlijk en goed om weer thuis te zijn. Na ruim 11 maanden hadden we daar wel weer zin in. We hebben een prachtige tijd achter de rug die niemand ons meer afneemt. Geen seconde spijt dat we gegaan zijn, integendeel. Nu weer langzaam wennen natuurlijk aan het "gewone leven", maar dat lijkt ons geen probleem.

Ideeën voor Japan

e-mail: info (at) wijzijnerevenniet.nl HomeReisverslagenLinksTop en FlopTipsContactLeidsche Rijn