Wij zijn er even niet

Ecuador

Reisverslag: 27 juli - 13 augustus 2008

Voor Ecuador waren wij in Venezuela (via een korte tussenstop in Lima, Peru).

27 juli Lima (Peru) - Quito (Ecuador)

 

Gezien het tijdstip dat we gingen slapen, gaan onze ogen wat vroeg open. Het is 6.45 uur en zo vroeg hoeven we er nou ook weer niet uit, want we vliegen pas om 12.50 uur. We genieten nog even van ons dure maar prinsheerlijke bed en zien Carlos Sastre live op tv freewheelend naar Parijs rijden. Het is hier 7 uur vroeger dan in West-Europa, dus het is daar al halverwege de middag. Het is volledig bewolkt, maar wel droog in Lima en het wordt hier vandaag 21 graden. We verwachten in Quito tussen de 15 en 20 graden aan te treffen, omdat het op hoogte ligt.

Het ontbijtbuffet is uitstekend verzorgd. Vooral de verse meloensap en de zelf samen te stellen omelet op knapperig brood vallen bij ons in de smaak. We kunnen er weer even tegen. Op de 8e verdieping staan 2 pc's met internet en een printer en daar maken we dankbaar gebruik van voordat we een taxi naar het vliegveld bestellen. We zijn er ruim op tijd voor onze vlucht naar Quito. Omdat we gisteravond door de douane zijn gegaan, moeten we nu de departure tax betalen. Dat hadden we al verwacht, maar het is toch zonde van die 60 US Dollar voor ons samen. Bij de douane moeten we onze fles wijn inleveren. Ook daar hadden we al rekening mee gehouden, maar we hoopten dat ze niet zo streng zouden zijn. Helaas, de Merlot gaat onverbiddelijk in de afvalbak. Daar hadden we beter over na moeten denken, maar ja, vannacht om 01.00 uur wilden we slapen en niet nog aan een fles rode wijn beginnen.

Het vliegtuig vertrekt vol en op tijd via Quito (waar wij er uit gaan) naar eindbestemming Medellín in Colombia. Naast ons is nog één stoel vrij, op rij 24, de allerlaatste rij. Daar wordt een jongedame van een jaar of twintig neergezet die ziek, zwak en vooral misselijk is. Achter ons zit het toilet, dan zit ze lekker dichtbij. Tijdens de ruim twee uur durende vlucht weet ze diverse kotszakken vol te krijgen. We hebben echter niet veel last van haar, want ze zit meer op het toilet dan op haar stoel.

Om 15 uur zijn we op het vliegveld van Quito in Ecuador. De mensen hier zijn duidelijk anders dan in Venezuela. Ze zijn kleiner (Brigitte valt hier niet op met haar 1.50 meter) en ze dragen vaak typische hoedjes en kleurige vesten. Quito ligt op ruim 3000 meter hoogte en is daarmee na La Paz de hoogstgelegen hoofdstad ter wereld. De munteenheid is hier sinds het jaar 2000 de US Dollar. Het is wel wat raar om overal met Amerikaanse biljetten te betalen, maar het went snel en rekent makkelijk. Het rare is wel dat de munten hier nog wel de oude munten zijn. Als je 1,50 Dollar moet betalen en je geeft twee biljetten van één Dollar, dan krijg je 50 Centavos terug.

Hotel Viena Internacional lijkt ons wel een goede plek om te verblijven, afgaande op de beschrijving in de Lonely Planet. Onze rugzakken zijn probleemloos in Quito gearriveerd, dus we nemen een taxi naar het oude deel van de stad. Op weg naar het hotel maakt Quito een goede eerste indruk op ons. De stad met een kleine anderhalf miljoen inwoners loopt van noord naar zuid in een vallei. Langs die route loopt een trolleybus, daar gaan we zeker nog gebruik van maken. Morgen maar eens wandelend een stuk van de stad verkennen.

Het hotel heeft nog wel een kamer voor ons en die ziet er goed uit. Ruim en schoon met een kleine tv en in hartje centrum van het oude en mooiste deel van de stad. Het interieur is jaren 70, maar dat geeft niet. We nemen de kamer eerst maar eens voor twee nachten en kijken dan nog wel verder. Eerst maar eens de directe omgeving verkennen nu het nog licht is. Op 200 meter van onze slaapplaats bevindt zich de Plaza Grande. Het is er heel druk met toeristen en lokale bevolking. Er wordt op een deel van het plein gedemonstreerd tegen corruptie en op een ander deel is een soort stand up comedian bezig. We wandelen nog wat in het centrum en er staan veel mooie oude gebouwen en kerken. Op iedere hoek van de straat staat wel een politieman en dat geeft ons eigenlijk wel een veilig gevoel.

We hebben trek gekregen en gaan naar Fruteria Monserrate. Daar geeft de Lonely Planet hoog van op en we zijn niet de enige toeristen die daar op die manier belanden. Het eten is inderdaad goed en niet duur. Friet, rijst, rauwkost en een stuk vlees voor twee dollar. We lopen nog wat door het centrum en op een binnenplaats naast Plaza Grande drinken we nog wat en al weer vroeg gaan de ogen dicht.

28 juli: Quito

   

Goed uitgeslapen en na een warme douche gaan we op pad om een ontbijtje te scoren. We belanden uiteindelijk toch weer bij Fruteria Monserrate, omdat die vlakbij zit en gisteren goed bevallen is. Brigitte krijgt een grote kom vers fruit met slagroom en een soort aardbeienjam. Rob was vergeten aan te geven dat fruit alleen voldoende was. Nu heeft hij mooi gelijk slagroom voor bij de koffie! Op het plein speelt de legerfanfare en houdt een hotemetoot een speech. Zeker weer iets te vieren? We internetten enige tijd bij Papaya.net en lopen aan het begin van de middag van the old town naar the new town waar alle bedrijfjes zitten waar je tours in Ecuador kunt boeken. Het is drie kwartier lopen, maar zo zien we gelijk wat van Quito.

Op tientallen plekken kun je van alles en nog wat regelen. Wij zijn specifiek geïnteresseerd in een boottocht naar de Galapagoseilanden en wandelen in de buurt van de vulkaan Cotopaxi. We lopen wat rond en gaan eerst maar eens lunchen. Dan komen we bij Tropic Ecological Adventures. Uiteindelijk kunnen we op 8 augustus mee met een op het oog goede boot. Het is de Yate Fragata. Er kunnen 16 passagiers en 8 bemanningsleden mee. Het is nu 28 juli, dus we moeten nog even overbruggen. We besluiten dan ook vanaf Guayaquil te vliegen. Dat is de grootste stad van het land in het westen van Ecuador. Dan kunnen we in de tussentijd andere dingen doen in het land en zorgen we dat we op 8 augustus in Guayaquil zijn. Dan is het een kleine twee uur vliegen naar de Galapagoseilanden die zo'n 1000 km voor de kust liggen. We gaan dan vijf dagen en varen naar verschillende eilanden. We overnachten drie nachten op de boot en de laatste nacht in een hotel op Isla Santa Cruz. Daarna vliegen we terug naar Guayaquil en vervolgen we onze reis. We zijn benieuwd!

Voor de trip naar Cotopaxi slagen we nog niet. We kunnen wel met een dagtrip mee, maar daar zit maar een half uurtje wandelen in en dat vinden we wat weinig. We kijken nog even verder. Tijd om terug te lopen naar the old town. Rob wil naar de kapper, maar het is nogal druk zo aan het einde van de middag. In lang wachten hebben we nu geen zin. Dan komt het morgen wel. Het haar hangt nog (lang) niet voor zijn ogen...

Op Plaza Grande lezen we nog wat in de Lonely Planet en nemen we de verzamelde folders door. Jonge jochies (nog geen 10 jaar oud) willen onze schoenen poetsen om wat centen te verdienen, maar onze schoenen zijn niet geschikt voor schoensmeer. Dat maakt hen niet uit, maar ons wel. Bij Papaya.net bekijken we nog wat websites van touroperators. Bij één word je een flink stuk de vulkaan Cotopaxi opgereden en mountainbike je vervolgens naar beneden. Dat lijkt ons wel wat. Bij een ander kun je drie dagen wandelen bij de vulkaan en dat is ook een interessante optie. Morgen maar een keuze maken en kijken of we woensdag of donderdag mee kunnen. We eten ook wat bij Papaya.net, maar dat is geen echte aanrader. In het hotel relaxen we nog wat en dan zit de maandag er al weer op.

29 juli 2008: Quito

     

Vandaag beginnen we de dag goed. We kopen twee broodjes en een blikje sardientjes in tomatensaus als ontbijt. Al lopende naar de wasserette verorberen we de inmiddels belegde broodjes. Bij de wasserette is het simpel. Je neemt je kleding mee en stopt het in een grote wastrommel. Waarschijnlijk past er wel 10 of 15 kilo was in, maar wij hebben maar een paar kilo vieze kleding. Je kunt waspoeder bij hen kopen, of je neemt zoals wij je eigen waspoeder mee. 2,25 dollar lichter en een half uur later kun je je was weer ophalen. Wij willen alleen wassen en niet drogen, want onze quick dry spullen krimpen in de droger en ze zijn toch zo droog na het centrifugeren. Niet drogen vinden ze maar raar. Je komt je was toch niet nat ophalen als het ook droog kan?! Als we weer op de hotelkamer zijn, zien we dat het drogen ook op de rekening staat. Toch maar even terug om te controleren. Jawel, onze kleding is inmiddels al gewassen en zit al in de droogtrommel. Gelukkig staat de droger nog niet aan en zo voorkomen we dat onze shirtjes formaat postzegel worden.

Ons volgende project is: de kapper. In de straat van ons hotel zitten op 100 meter zeker zes kapperszaken en in een straal van nog eens 100 meter nog minstens zes. Voor korte kapsels en alleen knippen varieert de prijs van 60 dollarcent tot 1 dollar. Kom daar maar eens mee aan bij onze normale kapsalon (van Burken in Maarssenbroek)! Rob moet wel een beetje onderuit gezakt zitten, anders kan de kapster niet goed bij zijn haren. Ze is niet zo groot en in hoogte verstelbare stoelen kennen ze hier niet. Maar de kapster is aardig en het resultaat is prima dus ze krijgt een halve dollar extra. Brigitte besluit dan ook maar haar haar te laten kortwieken bij een kapperszaakje tegenover. En wie knipt haar daar? Dezelfde kapster die net Rob heeft geknipt. Misschien één eigenaar die meerdere zaakjes heeft? De prijs voor dames is standaard anderhalve dollar (hier worden mannen positief gediscrimineerd) dus een fooi is er dit keer niet bij.

We zoeken nog even wat dingen uit op internet (waar zouden we zijn zonder?) en dan lopen we naar het nieuwe deel van de stad waar alle tour agents zitten. Het is weer een klein uurtje lopen en wat lichaamsbeweging in deze licht heuvelige stad kan geen kwaad. Een Ecuadoriaanse specialiteit is het gerecht ceviche. Wij nemen de "ceviche de camarones" dat bestaat uit gekookte en vervolgens in limoen gemarineerde garnalen met kleingesneden uien en kruiden. Er zaten ook kleine stukjes tomaat in en je eet het koud. Wij vonden het wel wat weg hebben van gazpacho, maar dan een stuk meer gevuld. Het smaakte uitstekend, voor herhaling vatbaar. Wat wij raar vonden, maar wat gebruikelijk schijnt te zijn, is dat het geserveerd wordt met... popcorn!

Deze middag boeken we twee eendaagse tourtjes. Woensdag gaan we via Ecomontes Tour met een gids, die tegelijk onze chauffeur is, naar Otavalo. Daar is een grote markt met allerlei producten (met name textiel) uit de regio. In de streek zijn ook nog wat meren en andere bezienswaardigheden, dus hopelijk wordt het een aardige dag. Donderdag gaan we met Biking Dutchman mountainbiken bij de vulkaan Cotopaxi. We worden per jeep een flink eind naar boven vervoerd en gaan dan op de mountainbike een paar uur naar beneden rijden. Er gaan vooralsnog 2 Amerikanen en een Lotte en Renske uit Nederland mee, dus het wordt vast gezellig.

Ons digitale fototoestel is gisteravond op de grond gevallen en nu zit er zowel op het lcd-scherm als op elke foto een kleine, maar duidelijke ronde vlek. Blazen, de lens schoonwrijven en nog een paar keer (zachtjes) laten vallen helpt niet. Moeten we na 4 weken al op jacht naar een nieuwe camera? In het nieuwe deel van de stad vinden we een Kodak-zaakje waar men camera's repareert. Dat lijkt een betere optie dan een nieuwe. De dame achter de balie is niet van de categorie snugger (of flink bijziend) en ziet de vlek maar niet die wij aanwijzen. Gelukkig komt er hulp aangesneld. Het is de reparateur zelf en die ziet het binnen één seconde. Hij constateert ook dat er "arena" (zand) in het toestel zit, want de lens gaat maar moeizaam open en dicht. Daar zou hij wel eens gelijk in kunnen hebben vrezen wij. Volgens hem zit er vuil op de beeldchip en zo'n vermoeden hadden wij inmiddels ook. Hij gaat de beeldchip voor ons schoonmaken en ook gelijk het zand er uit scheppen. Voor 50 dollar ligt er (hopelijk) morgen om 13 uur weer een schoon en perfect werkend toestel voor ons klaar. Dat lijkt ons een goed plan.

In het hotel boeken we bij tot vrijdag. Dan hebben we de tours achter de rug en wordt het tijd om Quito te verlaten en zuidwaarts te trekken. We hebben Baños op het oog als volgende bestemming, op 3,5 uur rijden van Quito.

Wij vinden Quito een prettige stad om te verblijven. Het is een mooie stad, zeker het oude deel. Ondanks/dankzij de vele politie en bewakers in de stad voelt het veilig aan. Quito heeft een uitstekend bussysteem, waaronder een trolleybus die de hele dag van noord naar zuid en v.v. rijdt. Voor 25 dollarcent stap je in en uit waar je wilt. Ook het weer is aangenaam. Elke dag ruim 20 graden, wat zon en wat wolken en vooralsnog geen spatje regen. Lekker in je T-shirt of een dun truitje naar buiten dus en zonder dat je gaat zweten. En, ook niet onbelangrijk, we hebben hier nog geen mug gezien! Dat laatste zal wel door de hoogte komen, daar houden muggen niet van.

Iedereen probeert op straat van alles te verkopen, maar niemand valt je lastig (ok, op de schoenpoetsertjes van nog geen 10 jaar oud na, maar die jongetjes hebben het niet breed en hebben blijkbaar niet de kans om naar school te gaan). Bedelarij zie je hier niet veel. Bij verkeerslichten doen sommige arme jongelui circuskunstjes (meestal buitengewoon slecht uitgevoerd) in de hoop wat kleingeld te krijgen van wachtende automobilisten. Een oude vrouw verkoopt de hele dag door losse snoepjes voor een paar cent. We zien nooit iemand iets kopen bij haar. Sommige mensen leven van de wind. Wat je hier regelmatig ziet is vrouwen met een afwasteil vol met schuim en slagroom en soms wat vruchtjes. Daar lopen ze mee rond en dan kopen mensen een ijshoorntje en die wordt ter plekke gevuld.

Brigitte koopt bij Marathon Sports een nieuw shirtje. Haar vorige shirtje wordt niet meer schoon sinds haar val van een paard in Los Llanos. Kijken of dit shirt langer toonbaar blijft. Bij onze vaste frutería Monserrat eten we ons avondeten en we besluiten de avond met een drankje bij Papaya.net.

30 juli 2008: Quito

     

   

Vandaag staat onze tour naar Otavalo en omgeving op het programma. Om 8.00 uur worden we opgehaald door onze gids/chauffeur David en voor die tijd hebben we al ontbeten met verse broodjes en een yoghurtje. David is keurig op tijd, heeft een goede 4x4 Toyota bij zich, stottert aan het begin van elke zin en spreekt redelijk Engels. We hadden het dus slechter kunnen treffen. Als we Quito uitrijden zien we een blanke man hardlopen in een trainingsjack van de PK Runningshop uit Dodewaard. Daar haalt Rob altijd zijn hardloopschoenen! Ten noorden van Quito stikt het van de bergen en vulkanen. Ze lijken niet bijzonder hoog omdat Quito al zo hoog ligt, maar dat zijn ze wel. De hellingen van de vulkanen zijn zeer vruchtbaar en vrijwel allemaal groen tot aan de top. Het zijn inactieve vulkanen.

Eerst stoppen we op een punt waar je (plastic) kassen kunt zien waar bloemen in worden geteeld. Daar raken wij, die het Westland gewend zijn, niet echt van onder de indruk. Een plaatsje verder (Cayambe) is beroemd om zijn biscochos. We gaan kijken bij een van de bakkerijen waar ze met de hand worden gemaakt. Aardig om even te zien, maar behalve dat ze lekker luchtig zijn, hebben de koekjes nauwelijks smaak. Daar hoeven we geen zak van te kopen. De volgende stop is bij een equator-monument (La Mitad del Mundo) waar we uitleg krijgen over de evenaar, de stand van de zon en de sterren en meer van dat soort boeiende zaken. De man die het uitlegt, geeft aan dat als we de aarde anders bekijken (met de evenaar in het midden en de noordpool links) we vanzelf een betere wereld krijgen. Is dat geen mooie gedachte? Als je geïnspireerd wilt raken (wij werden het niet), dan neem je maar een kijkje op www.quitsato.org.

Door naar Otavalo zelf, beroemd om zijn markt. Het blijkt een leuk stadje met veel toeristen in een mooi gebied. Wij zouden het er best enkele dagen uit kunnen houden met wat trips in de omgeving. Omdat wij besloten hebben na Quito zuidwaarts te gaan, spelen we als alternatief voor Japannertjes door Otavalo en omgeving in één dag te doen. Op zaterdag moet de markt enorm zijn en wordt de stad overspoeld met toeristen. Vandaag is het woensdag en bedekt de markt het hele plein. Het is best aardig, maar veel van hetzelfde. Mooi gekleurde kleden en kleding, hoeden, armbandjes, schilderijtjes, eigenlijk alles waar wij geen behoefte aan hebben. Het regent ook nog, dus die markt hebben we snel gezien. We lopen nog wat door het centrum en gaan dan weer weg uit Otavalo.

Door naar Lago de Cuicocha, vlakbij Cotacachi. Het is een flink vulkaanmeer en het is een aangenaam uitzicht tijdens onze lunch. Door naar het laatste onderdeel: een waterval. De Cascade de Peguche blijkt wel een aardig watervalletje van een meter of 18 hoog te zijn, maar meer ook niet. Als je wel eens vaker watervallen gezien hebt, kun je deze wel overslaan. Voor de lokale bevolking is deze waterval heilig en ze dopen er hun kinderen. Dat weten we dan ook weer.

Terug naar Quito. We zitten voortdurend achter walmende vrachtauto's en bussen. Ze blazen enorm zwarte rookwolken uit. Als je normaal een pakje sigaretten per dag weg paft, kun je hier makkelijk met de helft af. De rest krijg je vanzelf binnen door te blijven ademen. Van een APK of roetfilter hebben ze hier nog nooit gehoord. We vragen David even te stoppen bij het zaakje waar onze fotocamera gemaakt moet zijn. Dat blijkt het geval. De camera is ontdaan van zand en stof en er is geen vlek meer zichtbaar op LCD-scherm of op foto's. Helemaal top! Vandaag hebben we foto's gemaakt met de telefoon, je moet toch wat. Hopelijk zijn de foto's het aanzien waard.

We wurmen ons door het stadsverkeer heen, geven David nog een fooi en arriveren weer in ons hotel. Het is 16.15 uur, tijd om even het verslag bij te werken en wat muziek te luisteren.

De lunch was niet erg uitgebreid, dus we hebben trek gekregen. Eerst slaan we vast ontbijt in voor morgen, want dan moeten we ons al om 7.00 uur melden bij Biking Dutchman in het nieuwe deel van de stad. Dan kopen we samen een hele kip met wat friet en salade. De kip is lekker mals en goed gekruid. Daar likken wij letterlijk onze vingers bij af. Met een volle maag verzenden we weer tekst en foto's naar Nederland en keren dan huiswaarts om nog wat televisie te kijken. Er blijkt helemaal niets leuks op de tv, zelfs geen film met Doris Day.

31 juli: Quito

     

     

 

Onze ogen zaten al vroeg dicht dus we zijn nog voor de wekker wakker. Vandaag dus mountainbiken vanaf de bijna 6 kilometer hoge vulkaan Cotopaxi die zuidelijk van Quito ligt. ln het Quichua betekent Cotopaxi "Nek van de maan". We eten slap stokbrood (van gisteren) met sardientjes in tomatensaus en dat smaakt best goed om 6.15 uur. Op straat houden we een taxi aan en ruim op tijd zijn we bij The Magic Bean, een tentje waar we verzamelen. We hadden verwacht met twee Nederlandse dames en een Amerikaans koppel te gaan, maar de samenstelling blijkt heel anders. Behalve wij zijn er twee Duitse koppeltjes, een Deens setje en 3 Franse mannen. We drinken een straffe dubbele espresso (Rob) en een verse passievruchtensap (Brigitte) en dan gaan we met twee Toyota Landcruisers vol fietsen op het dak op weg.

Onderweg stoppen we even bij een tankstation. We vonden de benzine hier niet goedkoop, maar de getoonde prijs van 2 dollar blijkt per US gallon (bijna 3,8 liter) te zijn. Dat verklaart ook waarom de taxi's hier goed te betalen zijn. Dus niet alleen de munteenheid is Amerikaans, ook de benzineprijs. Het weer is prima en als we de besneeuwde Cotopaxi zien liggen, ziet hij er prachtig uit tegen een nagenoeg blauwe lucht. Nadat we van de Carretera Panamericana (de onofficiële snelweg die loopt van Alaska tot onderin Argentinië) af zijn, slingeren we ons naar 4500 meter. Daar is het niet bepaald warm, maar nog altijd mooi weer. De fietsen, helmen en handschoenen worden verdeeld en we krijgen wat instructies over het schakelen en remmen. Het is niet moeilijk: gebruik je bergafwaarts alleen of teveel je voorrem, dan loop je een groot risico op een salto (mortale) voorover. Het turnprogramma van de Olympische Spelen is nog niet begonnen, dus we besluiten braaf vooral de achterrem te gebruiken.

We gaan naar beneden (het is bijna allemaal naar beneden, maar op de stukjes omhoog komen we later nog terug) en het is prachtig. Het is bepaald geen asfaltweg en alle losse steentjes, keien en kuilen zorgen er samen met de steilheid voor dat je goed moet blijven opletten. Je maakt al snel veel snelheid en voor je het weet lig je op je snufferd. De omgeving is adembenemend (zowel letterlijk als figuurlijk). Het eerste deel ligt er nog wat sneeuw langs de kant van de weg. Wat lager ligt er zo nu en dan een flinke plas waar we op goed geluk met opgetrokken benen doorheen denderen. Het is echt gaaf om dit te doen. Wij Hollanders, die nooit op een mountainbike zitten en de fietsbrug bij verkeersplein Hooggelegen al heel wat vinden, hebben het erg naar ons zin. Er komt wel steeds meer bewolking, maar het blijft zo goed als droog.

De twee terreinwagens rijden voortdurend achter de laatste rijder aan. Het lijken wel de bezemwagens van de Tour de France. Op driekwart van de rit komen er wat stukken omhoog en dat valt nog niet mee. Vooral Brigitte en één van de Duitse dames hebben het moeilijk. Bij sommige stukjes zit er voor hen weinig anders op dan even met de fiets aan de hand naar boven te lopen (en dan weer bij te komen tijdens de daaropvolgende afdaling). Iedereen redt het echter zonder in de auto te stappen tot de lunchplek. Als we de pasta met tonijn op hebben, is iedereen weer op adem en met hernieuwde energie vallen we de laatste kilometers aan. Rond 13.30 uur zijn we bij het eindpunt op 3300 meter hoogte. Alles en iedereen wordt weer op- en ingeladen en de terugreis naar Quito kan beginnen.

Een kleine twee uur later staan we weer op de plek waar alles vanochtend vroeg begon. We lopen rustig naar huis (als cooling down) en pinnen onderweg wat dollars waarmee we in het hotel afrekenen. We nemen een warme douche en Rob brengt een flinke berg was naar de wasserette. Een half uurtje later haalt Brigitte de boel schoon weer op, dat is wel zo eerlijk. Hopelijk is morgen alles droog.

Tijd voor Rob om, onder het genot van een Chileens wijntje, even het verslag bij te werken en voor Brigitte om verder te gaan met het luisterboek "Terug naar de kust" van Saskia Noort. Toch prettig zo'n iPod. Onlangs in het vliegtuig zat Rob ook al hardop te lachen toen hij Hans Teeuwen op had. Grote delen van zijn show "Dat dan weer wel" zijn goed, maar zijn stukje over de Josti-band in die show is van de buitencategorie.

We internetten nog even en eten vervolgens bij Hasta la Vuelta, Señor, naast Plaza Grande. Het eten is wel goed, maar niet heel bijzonder voor de prijs die ze er voor rekenen. In het hotel lezen we nog even en voordat we gaan slapen zappen we langs 35 kanalen waarop net als voorgaande avonden niets zinnigs te zien valt. De eerste maand reizen zit er op en het bevalt uitstekend tot nu toe.

1 augustus: Quito - Baños

     

Het is een onrustige nacht. We slapen aan de voorkant en dan hoor je nogal veel van wat er op en rond de straat gebeurt. Er blaft langdurig een hond alsof zijn leven er van afhangt. Later lijkt het er op dat ze precies onder ons balkon een put leegzuigen. Daarna scheldt een man iemand de huid vol (zo klinkt het tenminste) en tot slot beginnen de eerste bussen al weer door de straat te denderen. Onder het mom van "slaap je niet, dan rust je toch" gaan we er maar van uit dat we er wel mee weg komen.

De Frutería waar we willen ontbijten is nog niet open dus we pakken eerst maar onze rugzakken in. Met een volle maag doen we op internet wat bankzaken. Het is opvallend dat heel veel winkels en restaurants een bewaker bij de deur hebben staan. Dat zie je in Nederland soms ook wel bij grotere ketens, maar hier dragen al deze bewakers (geen politie) een wapenstok én een pistool. Dat zie je in Nederland nog niet eens bij banken. Als je hier geld wilt verdienen, ga je in de beveiliging of in de slotenverkoop. Wat we ook bijzonder vinden is dat vrijwel alle elektronicawinkels ook brommers en autobanden verkopen. Staat er naast de wasautomaten een stapel Pirelli-banden. Een merkwaardige combinatie.

Vol bepakt lopen we in tien minuutjes naar de busterminal. Je kunt rechtstreeks van Quito naar Baños of via Ambato. Naar Ambato kun je elke vijf minuten en om rechtstreeks naar Baños te gaan moeten we 40 minuten wachten. We besluiten een rechtstreeks kaartje te kopen, dan hoeven we niet over te stappen. De "rechtstreekse" bus naar Baños gaat echter ook via Ambato, dus we hadden beter naar Ambato kunnen gaan. Ach ja, als je alles van tevoren weet... Onze bus vertrekt een kwartiertje te laat, dus min of meer op tijd.

De stad uitkomen is geen gemakkelijke opgave. Wat doen al die mensen om 11.00 uur op de weg? Wegwerkzaamheden blijken de boosdoener. Als we daar voorbij zijn, rijdt het aardig door. Er zitten maar zeven mensen in de bus, maar onderweg stroomt de bus alsnog (meer dan) helemaal vol. Op diverse plekken komen er mensen de bus in die van alles te eten en te drinken verkopen (en verder alles wat los en vast zit). Heb je geen behoefte aan een zonnebril of fruitsalade, dan kun je altijd nog voor een telefoonkaart of een saté vers van de grill gaan. Als je op de eindbestemming honger of dorst hebt of je hebt geen beltegoed meer, dan is dat geheel aan jezelf te wijten.

Drie uur later tanken we bij Ambato waarvan we het centrum prettig onverwacht links laten liggen. Men wisselt van chauffeur en aan de rand van de stad duiken we gelijk de bochtige weg naar Baños op. Een klein uurtje later zijn we bij de plaatselijke busterminal en lopen we naar Posada El Marqués. Afgaande op de beschrijving in de Lonely Planet en de ervaringen op Tripadvisor.com (handig!) lijkt ons dit een geschikte plek om te slapen en dat blijkt ook zo te zijn. We krijgen kamer 12 en dat is een zeer ruime kamer op het dak met uitzicht op een waterval. Dat bevalt ons wel en de prijs is ook goed dus we boeken voor drie nachten.

Baños is een overzichtelijk kleine plaats (18.000 inwoners) en het is zeer toeristisch. Je kunt overal tours boeken, de menukaarten zijn veelal tweetalig, het stikt van de wasserettes en internettentjes en souvenirs zijn volop te koop. We lopen in korte broek en T-shirt door het stadje en het begint behoorlijk te regenen. Aangezien we toch trek hebben, omdat we niet geluncht hebben, besluiten we van de nood een deugd te maken en ergens een soepje te eten. We scoren wat ansichtkaarten en bij het postkantoor kopen we 10 postzegels "por Holanda". Het zijn joekels van zegels. Als je ze opgeplakt hebt, is je halve kaart al vol. Het is 1,80 dollar zegt ze en dat vinden wij niet duur voor het versturen van 10 kaarten. Het is echter per kaart en dat vinden we dan weer ongelooflijk duur voor zo'n goedkoop land als Ecuador. Dat is ruim meer dan je in Nederland betaalt voor het verzenden van een kaart naar, bijvoorbeeld, Ecuador. Maar het klopt toch echt volgens deze juffrouw, dus we vervangen de 1,80 dollar die we neer hadden gelegd maar vol ongeloof voor 18 dollar. Als we later in de Lonely Planet lezen dat het versturen van een kaart naar Europa twee dollar kost, vinden we 1,80 dollar niet zo raar meer.

We houden een siesta in de hoop onze slaaptijd 's avonds iets naar achteren te verplaatsen. Als we na ons dutje risotto gegeten hebben, is het 21.30 uur. Tijd om een bar op te zoeken en ze blijken in Baños een paar aardige kroegen te hebben met een mix van lokale bevolking en (vooral) toeristen. Rob bestelt twee kleine Pilsener, maar klein daar doen ze hier niet aan. Ze hebben hier alleen bierflessen van het formaat wijnfles. Een halve liter Grolsch valt er bij in het niet. Je hoeft in ieder geval niet zo vaak naar de bar voor een nieuwe. Moe maar voldaan vallen we gemakkelijk in slaap in ons superbrede maar krakende bed.

2 augustus 2008: Baños

     

     

   

We staan voor ons doen laat op en gaan op zoek naar een plek voor ontbijt. Tegenover de supermarkt zit een overdekte hal (Mercado Central) waar je vers fruit, groente, vlees en vis kunt kopen en in het achterste deel staan stoelen en tafels gereed voor bezoekers die willen eten. Het is druk en we zijn de enige toeristen en dat maakt het zo leuk. Als we staan te kijken waar we willen gaan zitten, nodigt een man met vrouw en zoontje ons uit bij hen aan tafel te komen zitten. Zo'n aanbod slaan we natuurlijk niet af! We kiezen voor gebakken ei met wat salade, worst met voor Rob rijst en voor Brigitte aardappeltjes. Een vorstelijke maaltijd nog voor 9 uur in de ochtend. De man wil graag weten wat een ticket van Amsterdam naar Quito kost en we gokken maar op 1200 dollar. En hoe de economische situatie in Nederland is? Nou, best goed eigenlijk. Het kan natuurlijk altijd beter en we klagen graag, maar als je het vergelijkt met Ecuador kun je moeilijk zeggen dat het slecht gaat.

Voor drie euro hebben we samen gegeten en we steunen de plaatselijke middenstand nog wat meer door wat fruit te kopen. We willen graag drie bananen. Dat is goed en de verkoopster pakt er zes. Dat is pas ondernemen! Via internet hebben we even contact met het thuisfront en daarna regent het behoorlijk. Een mooi moment om de ansichtkaarten te schrijven in een restaurant. We willen graag met quads rijden en wat de vulkaan Tungurahua van dichtbij zien. Dat kunnen we mooi combineren door vanmiddag met een tour mee te gaan van Llanganates. Om 14.00 uur vertrekken we voor een ongeveer drie uur durende rit vanaf het centrum van Baños de vulkaan op.

Als we ons om 14 uur melden, lopen we met onze gids mee naar een straat verderop waar diverse quads staan. Dan is er blijkbaar een probleem, want hij vraagt of we "5 minutes" hebben. Tuurlijk, geen probleem. Een kwartier later komt hij terug en meldt hij dat we 14.45 uur zullen vertrekken. Prima, we lopen wel een half uurtje door de stad. Als we even over drieën uiteindelijk vertrekken, zijn er drie Ecuadoriaanse klanten en een technisch hulpje op crossmotor bijgekomen. Twee straten verderop houdt de quad van Rob er al mee op. Er wordt een andere quad aangerukt en er komen nog twee Duitsers aangereden die ook mee gaan. Toch nog een behoorlijke groep uiteindelijk.

We racen enkele kilometers over de openbare weg en duiken dan een pad omhoog de vulkaan op. De Tungurahua is een actieve vulkaan. De naam betekent "vuurnek". Eind 1999 is heel Baños en directe omgeving maandenlang geëvacueerd omdat er een grote uitbarsting aan zat te komen. Uiteindelijk is een enorme eruptie achterwege gebleven en keerden de bewoners weer langzaam huiswaarts. Inmiddels is de vulkaan weer een beetje tot rust gekomen, maar hij wordt voortdurend in de gaten gehouden. De vulkaan spuugt nog de hele dag grote rookwolken uit. Het geraas van de vulkaan kun je goed horen als je dichterbij de top komt. Het klinkt een beetje als de brander van een heteluchtballon die wordt opengezet, een indrukwekkend geluid.

De quad van Brigitte heeft problemen. De ketting ligt er iedere keer af. Ze proberen van alles, maar het wordt niet beter. Het laatste deel omhoog zit er dan ook weinig anders op dan achterop bij de quad Rob van te gaan zitten. Op de steile stukken komt de quad door het gewicht van twee personen maar moeizaam omhoog, maar we bereiken uiteindelijk het eindpunt, bijna 1000 meter hoger dan waar we begonnen. De quads laten we even staan en we lopen over een afgekoeld lavaveld vol rotsblokken. Hier is jaren geleden een forse stroom hete brij naar beneden gekomen, een wat raar idee om dan nu hier te lopen met een rokende top van de vulkaan boven je in het zicht.

Tijd om weer af te dalen met de 150cc quads. We gingen al ruim een uur later weg dan gepland en door alle technische problemen hebben we nog meer tijd verloren. Het schemert dan ook al als we naar beneden gaan. Dat maakt het extra lastig voor onervaren quadrijders zoals wij, want er is natuurlijk geen verlichting langs het pad. Brigitte gaat eerst even achterop de crossmotor, rijdt dan zelf een stukje met de quad en gaat dan achterop de quad van gids Alfonso. Halverwege de afdeling komt ze weer achterop de quad van Rob zitten.

Het is inmiddels volledig donker geworden en het pad is steil en niet bepaald egaal. Het is voortdurend remmen en de quad op de weg proberen te houden. Op één moment lukt dat niet. We belanden rechts van de weg en komen langzaam tot stilstand tegen een boompje. Brigitte viel eerder al van een paard en nu van de quad. Het zit haar wat dat betreft niet mee, maar gelukkig is een blauwe plek, net als de vorige keer, de enige schade. Uiteindelijk bereiken we zonder verdere problemen het centrum van Baños.

We verwisselen onze vies geworden kleding voor schone en vinden een eettentje vol lokale bevolking. Dat is altijd een goed teken. Ze zijn meestal beter en veel goedkoper dan restaurants die zich richten op toeristen. Na de forel voor Brigitte en het rundvlees voor Rob drinken we nog wat in dezelfde kroeg als gisteren. Na alle inspanning in de middag is het niet moeilijk om in slaap te vallen.

3 augustus: Baños

 

Na het wakker worden kijken we eerst een tijdje naar de Formule 1 GP van Hongarije. We ontbijten weer in de Mercado Central en dit keer komen de locals bij ons aan tafel zitten. Er liggen hele gegrilde varkens met in de mond een tomaat en pepers in de oren. Daar lusten wij wel wat van en het varkensvlees wordt geserveerd met wat aardappels en salade. Het had wat warmer gemogen allemaal, maar het smaakt niet onaardig. We hebben gisteren bij het quadrijden redelijk wat foto's gemaakt, dus de upload via internet na het ontbijt duurt wel even.

Het wordt een rustig dagje vandaag hebben we besloten. Een echte lummelzondag. Eerst pakken we wat te eten en te lezen en gaan we bij Parque de la Basilica in het zonnetje zitten. Al vrij snel begint het te spetteren en we besluiten bij ons hotel overdekt te gaan zitten, met uitzicht op de waterval. Het pak rode wijn en de zak pinda's gaan open en we relaxen dat het een lieve lust is.

We willen na Baños via Cuenca naar Guayaquil om van daaruit naar de Galapagos Eilanden heen en weer te vliegen. Als we in de Lonely Planet van Ecuador lezen, zien we dat het van Baños naar Cuenca toch 7 tot 8 uur rijden is per bus. Dat valt ons wat tegen gezien de niet al te grote afstand tussen deze twee plekken. Het is echter bergachtig gebied, dus de bus kan gemiddeld genomen niet erg hard rijden. Van Guayaquil naar Lima is het per bus zo'n 24 uur en dat vinden we nogal een eind, ook al schijn je best goede bussen te hebben op dat traject. Wellicht is vliegen een optie, maar een enkeltje kost zomaar 350 euro p.p. en dat vinden we wat veel voor een vluchtje van nog geen twee uur. Een retourtje lijkt gek genoeg goedkoper. Misschien moeten we daarvoor gaan en de terugvlucht achterwege laten? Binnenkort maar eens serieus in verdiepen.

We hebben vanochtend de was weg gebracht bij een tentje hier vlakbij. Er was ook nog ergens een knoop af en een rand van een onderbroek zat los. Dat zou die mevrouw ook wel regelen. Waarom moeilijk doen met naald en draad als iemand anders het sneller en beter kan? Kan ze ook nog wat extra's verdienen. Rob gaat aan het einde van de middag maar eens kijken hoe het met de was staat. De wasdame zit lekker te keuvelen met een andere dame. De was is schoon, maar het naaiwerk kost nog tien minuten. Geen probleem, ik wacht wel even in het zonnetje dat inmiddels weer volop is gaan schijnen. Het is zo gepiept en voor drie dollar is alles weer schoon en heel. We hangen alles te drogen op ons gigantische terras. Met wat wind en de zon moet het in een mum van tijd droog zijn. Helaas gaat de zon al snel onder en heeft de kleding alsnog de hele nacht nodig om droog te worden.

In het centrum eten we bij Italiaans restaurant Buon Giorno. Rob neemt de gelijknamige pizza en die is best goed. Brigitte heeft een nogal saaie pasta, geen vlees en geen groente, alleen maar saus. Ze heeft geen goede keuze gemaakt. We lopen nog even door Baños en zoeken dan ons hotel weer op.

4 augustus: Baños

   

Als we om 6.30 uur wakker zijn geworden, willen we naar de warme baden, zo'n 200 meter bij ons hotel vandaan. Het is echter volledig bewolkt en het regent. De baden zijn niet overdekt, dus we wachten wel tot het beter weer wordt. We lezen eerst maar wat en kijken naar de herhaling van Lokomotiv Moskou - Sevilla op Fox Sports. Het is opgehouden met regenen en het wordt al wat lichter. Zit er toch nog een dag met aardig weer aan te komen? We willen gaan mountainbiken van Baños naar Puyo, 61 kilometer en grotendeels bergafwaarts. Eerst maar eens opfrissen en ontbijten en kijken hoe het weer zich ontwikkelt.

Uiteraard eten we weer in Mercado Central. We nemen een kippensoep en een bord met rijst, aardappels, salade, veel ei en wat kip. We beginnen al te wennen aan dit soort ontbijtjes. Het wordt weer wennen in Nederland aan het broodje ham en beschuit met kaas met een kop thee.

We kijken op het busstation hoe laat de bussen morgenochtend vertrekken. Om in Cuenca te komen, moet je via Riobamba. Er rijden zat bussen die kant op, dus dat komt goed morgen. We weten inmiddels hoe het hier werkt. Je moet vooral geen kaartje kopen voor je de bus instapt. Dan zit je namelijk vast aan de busmaatschappij waar je een kaartje hebt gekocht. Je pakt gewoon de eerste de beste bus die vertrekt naar de plaats waar jij heen wilt. Vervolgens betaal je in de bus tijdens de rit aan het hulpje op de bus. Het is niet duurder en veel flexibeler. Als je in of uit een bus wilt stappen, dan doe je dat bij voorkeur (veel keuze heb je overigens niet) terwijl de bus nog langzaam rijdt. Je springt uit de bus, loopt nog een paar passen door om tot stilstand te komen en dan ben je succesvol uitgestapt. Het is maar net wat je gewend bent, ze weten hier niet beter. Je kunt ook overal in- of uitstappen, bushaltes zijn er vrijwel niet. Dat scheelt een eind lopen! Als je mee wilt, steek je gewoon je hand op en als je er uit wilt, roep je "aquí, por favor" (hier alsjeblieft) of iets vergelijkbaars en dan stopt de bus voor je.

Gisteren hebben we bij ons hotel een verdieping lager op een bankje gezeten. Toen hadden we onze zonne- en reservebrillen nog. Nu kunnen we ze nergens meer vinden en dat geldt ook voor een boek wat Rob aan het lezen was. Hebben we het laten staan? Als we kijken staat er niets meer, maar de schoonmaakster vertelt ons dat ze een boek en een plastic zakje heeft gevonden en afgegeven bij de receptie. En jawel hoor, daar ligt alles wat we missen. Gelukkig maar en toch wat beter opletten voortaan.

We regelen twee goede mountainbikes en we gaan op pad. Het is een redelijk beroemde route van Baños richting Puyo. Het is een (gemiddeld, maar niet overal!) dalende weg met op heel veel plekken links en rechts kleine en grotere watervallen. Het weer is wisselvallig. Soms schijnt de zon en soms regent het behoorlijk. Met dit weer hadden we beter onze lenzen in kunnen doen. We rijden zoveel mogelijk rechts, want het is ook de autoweg. Dan komen we bij een tunnel waarbij we het idee hebben dat we er door moeten. Vooruit dan maar. Er is echter geen verlichting in de tunnel en we hebben onze zonnebrillen nog op. Dat is geen aanrader. Aan het begin en aan het eind van de tunnel kunnen we nog wel wat zien, maar het middenstuk doen we als een Stevie Wonder op goed geluk. Een stuk verder bij Río Verde komt er weer zo'n tunnel en deze is nog veel langer. Toch maar proberen. Na 100 meter besluiten we dat doorrijden vrijwel zeker zelfmoord betekent. Het is pikkedonker, wij hebben op de fietsen alleen wat kleine reflectoren maar geen verlichting en er rijden vrachtauto's en bussen in deze tunnel. Snel rechtsomkeert dan maar en eenmaal er weer uit blijkt dat we wel degelijk rechts eromheen kunnen. Had dat bij de eerste tunnel ook gekund? Vast wel, domme Hollanders...

Er zitten meer klimmetjes in de "downhill" dan gedacht. Niet allemaal even steil en lang, maar het blijven klimmetjes. We zijn behoorlijk natgeregend als we in Río Negro belanden. Als je trek hebt en kleddernat bent, blijkt hete soep uit een zakje prima te smaken, zeker met een glas bramensap erbij. Na de lunch is het opgehouden met regenen en zijn we weer wat opgewarmd.

De volgende plaats die een beetje wat voorstelt heet Mera en dat blijkt nog 17 kilometer van Río Negro te zijn, inclusief het nodige klimwerk. Brigitte heeft het lastig op de stukken omhoog, maar met de versnelling in standje 1 lukt het haar toch om vrijwel de gehele afstand fietsend af te leggen. Dat kan niet iedereen zeggen, want we passeren diverse mensen die met de fiets aan de hand bepaalde stukken naar boven lopen.

De uitzichten onderweg zijn prachtig, zo langs de rivier de Río Negro. We hebben besloten dat Mera ons eindstation wordt. Het is 16.20 uur en we zijn om 11.20 uur begonnen en we hebben tussen de 40 en 50 kilometer afgelegd. Echt precies weten we het niet. Een stukje verder drinken we nog wat en dan na de eerstvolgende bocht zijn we bij de politiecontrolepost in Mera. Er komt ons een bus tegemoet rijden die naar Baños gaat en die houden we aan. Ze leggen onze fietsen op het dak en we worden keurig in 40 minuten naar Baños gebracht voor twee euro (inclusief de fietsen). We brengen de fietsen en helmen weer terug en gaan dan lekker warm douchen.

Onze rugzakken pakken we alvast grotendeels weer in zodat we morgenochtend op tijd weg kunnen. We hebben enkele dagen eerder een stuk milcocha gekocht, de lokale lekkernij in Baños. Het zit qua smaak een beetje tussen nougat en zuurstok in. Het is best lekker, maar mierzoet en keihard. Als je een paar happen op hebt, kun je het beste even de tandarts bezoeken om je kiezen op gaatjes en afgebroken stukken te laten controleren. Ze verkopen hier ook stukken caña de azúcar, suikerriet. Het lijkt op bamboe en het buitenste harde deel hakken ze er van af. Het binnenste deel snijden ze in handzame stukjes en daar kauw/zuig/sabbel je dan op. Als de suikersmaak weg is, gooi je hem op straat, want afvalbakken zijn voor mietjes hier in Ecuador (in Venezuela was het nog erger trouwens). Is je cola op, dan gooi je het plastic flesje gewoon uit de bus. Dat doet toch iedereen, dus waarom jij niet? In Nederland heb je ook (teveel) asociale mensen die dat doen, maar het probleem hier is dat het niet als asociaal wordt gezien. Ouders doen het en dus doen hun kinderen het ook. Wij doen er maar niet aan mee.

Rob heeft (weer) zin in gegrilde kip. We halen eerst in de supermarkt wat spullen voor ons ontbijt en lunch morgen in de bus en zoeken dan een Pollo a la Brasa. In de hoofdstraat vinden we er meerdere en we kiezen degene waar we nog kippen aan het spit zien draaien. Het is geen gelukkige keuze blijkt al snel. We krijgen koude patat en die geven we terug met de mededeling "es frio". Enkele minuten later krijgen we goed hete friet, onze oude patat die weer even in het vet gegooid is. De salade is ook al weinig soeps, aan de rijst kon gelukkig niet veel mislukken en de kip is droog en te weinig gekruid. Geen tentje om nog eens terug te komen, behalve misschien om te kijken of ze hun leven beteren. We gaan toch morgen hier weg, dus voor ons maakt het niet veel meer uit. Als ze een topmaaltijd hadden geserveerd, hadden we hier ook niet terug gekomen.

5 augustus: Baños - Cuenca

 

We hebben de wekker op 5.50 uur gezet en om 6.30 uur zijn we fris gewassen, hebben we wat gegeten en de laatste spullen ingepakt. In straf tempo lopen we naar de busterminal. Nog voor 7.00 uur zitten we in een bus van maatschappij "Sangay" naar Riobamba. We denken rechtstreeks naar Riobamba te gaan, maar we hebben dat niet gecontroleerd. Uiteraard gaan we dus via Ambato en doen we er anderhalf uur over i.p.v. 50 minuten. Ieder nadeel heeft zijn voordeel en dus komen we nu in Riobamba bij de juiste busterminal aan en niet bij een ander, kilometers daarvandaan.

In Riobamba blijkt er maar één busmaatschappij, Patria, naar Cuenca te gaan. De eerstvolgende bus naar Cuenca gaat 50 minuten later en vertrekt keurig op tijd. Er zitten nog maar 11 mensen in de bus, maar uit ervaring weten we dat dat wel anders gaat worden. Na tien minuten pikken we nog in de stad de eerste extra passagiers op. Iemand heeft ongeveer tien zakken van bijna een kubieke meter per stuk bij zich. Die gaan allemaal op het dak en dan zijn we een kwartier verder. Zo is het niet gek dat deze 254 kilometer lange rit maar liefst zes uur duurt! Spoedig zit de hele bus vol en uiteindelijk staat ook het gangpad vol met kleurrijke inheemse vrouwen met hoedjes op en kind op de rug. We rijden door de Andes en de omgeving is schitterend. De weg slingert zich door het berglandschap.

Halverwege de rit zijn ze bezig met de weg en staan we een half uur stil, te wachten tot we er door mogen. Als dat eenmaal achter de rug is, is het nog drie uur rijden naar Cuenca en rond 16 uur zijn we dan ook gearriveerd bij de plaatselijke busterminal. We lopen in 25 minuten naar hostal Macondo waar we twee nachten willen verblijven. Ze hebben nog wel een kamer en het ziet er allemaal goed uit. Er is ook een binnenplaatsje, een tuin met overdekt zitje en een keuken die de gasten mogen gebruiken. Daar is 's morgens ook het continental breakfast dat bij de kamerprijs is inbegrepen.

Eerst maar eens een stukje van het centrum verkennen. De bioscoop die wij op het oog hebben voor vanavond of morgenavond is verdwenen (of wordt flink verbouwd, dat is niet helemaal duidelijk). We vinden wel een flinke supermarkt en daar slaan we o.a. een grote zak physalis (ook wel bekend als Goudbes of Kaapse kruisbes) in, een heerlijk vruchtje. Vanavond staat er cavia op ons menu en we lopen naar het goed aangeschreven "cuy"-restaurant Guajibamba. We zijn eerst te vroeg, want ze zijn nog dicht en gaan om 18 uur open. 18.20 uur zijn we er weer en dan blijkt dat het klaarmaken van een cavia (voor twee personen) een uur duurt. We bestellen er één voor over een uurtje (wel even naam en paspoortnummer opschrijven en 5 dollar borg betalen zodat ze redelijk zeker weten dat je over een uur ook echt terug komt...).

De boodschappen hebben we in het hotel gebracht en we hebben even van internet gebruik gemaakt. We hebben een e-mail gekregen met de vluchtgegevens (we vliegen met TAME) naar de Galapagoseilanden, dus dat ziet er goed uit. Weer terug naar het restaurant waar al snel de gegrilde cavia op tafel komt met wat aardappels, rijst en iets van tuinboontjes. Caviavlees blijkt prima van smaak. Qua smaak en structuur zit het een beetje tussen kip en varken in. Het vlees is wat donkerder en vetter dan kip. Er zit niet heel veel vlees aan een cavia, dat is dan weer jammer, want het is erg lekker. Je eet cavia met je handen en wij vonden de bovenbeentjes het lekkerste stukje. Het is zeker een aanrader voor mensen die Zuid-Amerika aandoen, behalve natuurlijk voor de echte cavia-vrienden. We relaxen en lezen nog wat in de tuin van het hostel en maken plannen voor woensdag. Daarna gaan onze ogen al snel dicht.

6 augustus 2008: Cuenca

   

Na een uitstekende nachtrust frissen we ons op en brengen we onze was weg naar een wasserette wat straten verderop. Ook hier weer ongeloof als we aangeven dat onze was alleen gewassen hoeft te worden en vooral niét gedroogd. "Por qué?!" Bij de supermarkt regelen we wat spullen voor de lunch, want we kunnen tenslotte gebruik maken van de algemene keuken bij het hostal. Bij het continental breakfast ontmoeten we een ouder stel uit Nanaimo op Vancouver Island, Canada. Daar hebben wij in 1998 nog met een camper gestaan. Ze hebben een auto gehuurd en verkennen de omgeving van Cuenca. Het ontbijt is ok, maar niet bijzonder. Precies wat je van een continental breakfast mag verwachten.

Cuenca ligt op ruim 2600 meter hoogte, een stukje onder Quito, maar ruim boven Baños. We gaan het zuidelijk deel van de stad verkennen. Eerst steken we de Río Tomebamba over en we lopen al snel in de buurt van de universiteit. Daar internetten we en we kopen met onze Mastercard on-line twee tickets bij www.lan.com voor een vlucht op 13 augustus van Guayaquil naar Lima. We hebben weinig trek in 24 uur in de bus zitten en de prijs voor de vlucht is fatsoenlijk. We boeken twee retourtjes, want dat is behoorlijk goedkoper dan twee enkeltjes. Als iemand ons die logica uit kan leggen, dan zien we een mailtje graag tegemoet. De terugvlucht vanuit Lima laten we achterwege, dan hebben de mensen op die vlucht wat extra ruimte.

Het is hier goed toeven wat weg uit het centrum. Het is relatief rustig qua verkeer en het is zeker niet het armere deel van de stad. We passeren het voetbalstadion en zien dat Deportivo Cuenca in 2004 landskampioen geworden is. Een stukje verder moet Multicines zitten, een bioscoop. We hebben wel zin in een film vanavond en we vinden deze bioscoop in een gebouw met de naam Millennium Plaza. Het bestaat uit twee verdiepingen. Beneden zitten allerlei winkeltjes en boven allemaal eettentjes met daartussen tafels waar je kunt opeten wat je gekozen hebt bij één van deze eettentjes. Wij zondigen met gefrituurde uienringen bij de Burger King. De eerste keer op reis dat we iets eten bij een fastfood keten. Beneden kopen we voor zeven dollar twee kaartjes voor de film "Mi ex" die om 20.10 uur begint. Als we de poster bekijken, lijkt het ons een comedy. Hij is echter voor 18 jaar en ouder. We zien wel bij wat voor foute film we vanavond terecht komen. Hopelijk is het een Engelstalige film en zijn er Spaanse ondertitels. Anders wordt het nog hard ons best doen om de Spaanse grappen te snappen. Ach, humor is toch universeel?!

Ter compensatie van de Burger King besluiten we iets cultureels te doen (we komen er toevallig toch langs). We vereren Museo del Banco Central 'Pumapungo' met een bezoek. Het is wel duidelijk wie de grote sponsor van dit museum is... Het is niet erg druk in het belangrijkste museum van de stad. Beneden is een tentoonstelling over Ecuadoriaans geld van de 17e tot de 20e eeuw. Best aardig, jammer dat de verlichting het in sommige delen niet doet waardoor je de munten, biljetten en Spaanstalige bijschriften niet goed kunt zien. Op de begane grond voornamelijk maskers en schilderijen. Als je te dichtbij komt, wordt dit gesignaleerd door bewegingsdetectoren en hoor je via een bandje dat je afstand moet houden. Het is onduidelijk hoe dichtbij je mag komen. De ene keer sta je er nog twee meter vanaf en gaat het bandje weer af en de andere keer raak je een object bijna aan en gebeurt er niets.

De verlichting is op veel plaatsen uit. Een storing wellicht? De verlichting blijkt echter ook op beweging te werken. Als je dan de zaal rechts bent binnengekomen en links weer uitgaat, gaat achteraf alsnog het licht aan. Wij volgen zeker weer niet de "juiste" route. Boven nog meer kostuums, maskers en spullen van allerlei volkeren die in Ecuador leefden of nog leven. Al met al een museum waar je je wel anderhalf tot twee uur kunt vermaken (maar dan heb je het ook echt wel gezien). Het boeiendst zijn vijf "tsatsas" die te zien zijn. Dat zijn gekrompen hoofden van echte mensen (van lang vervlogen tijden). Hoe ze toen de schedel e.d. nou precies lieten krimpen, is ons niet duidelijk. Als we het goed begrepen hebben, gaat het om mensen die iemand hadden vermoord. Die werden dan zelf ook vermoord, niet als wraak, maar om e.e.a. weer "in balans" te brengen. En dat is een behoorlijk verschil! Vrouwen, kinderen en blanken bleef dit lot bespaard (omdat die niet als volwaardige mensen werden beschouwd door die bewuste beschaving).

Als we de was hebben opgehaald, gaan we aan de lunch. We maken roerei met ham, kaas en paprika en eten Frankfurter worsten. Dan moeten we aan de afwas, dat is lang geleden! Vervolgens lummelen we wat. Rob ruilt bij de receptioniste in het hotel de Lonely Planet van Venezuela (zijn we al geweest) voor de Lonely Planet van Bolivia (willen we heen na Peru). Met bijbetaling van één dollar kunnen we tot ver in september weer vooruit. Kijken of we in Peru weer ergens zo'n soort ruil kunnen doen met de Lonely Planet van Ecuador.

Even over zevenen zijn we bij Millenium Plaza (waarvan het onduidelijk is met hoeveel ellen en ennen je dat precies schrijft, want op verschillende plekken in het gebouw komen we verschillende schrijfwijzes tegen). We kiezen voor Mexicaans eten. Er worden vele pannekoekjes voorgeschoteld die we kunnen vullen met bruine bonen met gehakt, guacamole, kip, salade en bonenpuree. Dat smaakt goed!

Bij de film "Mi ex" zitten zo'n 40 mensen in de zaal. De meesten hebben een mega-frisdrank en een mega-popcorn bij de hand. Het is wel duidelijk dat er geen pauze gaat komen. Het geluid in de zaal is superslecht, een bioscoop onwaardig. Het plot van de film is al niet veel beter; hij valt in de categorie "slechte comedy". We zullen jullie het verhaal van de film besparen, maar aan het eind komt zoals het hoort alles goed. Het is ons volstrekt onduidelijk waarom deze film hier geschikt wordt bevonden voor 18 jaar en ouder. Wij zouden met een gerust hart een bus vol kinderen van de basisschool naar deze film laten kijken. Er is werkelijk niets te zien wat ook maar enige leeftijdsgrens rechtvaardigt. Het enige voordeel is nu dat er geen irritante jongetjes en meisjes in de zaal zitten en misschien is dat wel de reden van de 18+. Het beviel ons wel.

Nadat we met de taxi bij het hostal zijn afgezet, drinken we nog een glaasje Ecuadoriaanse wijn. Althans, dat dachten wij gekocht te hebben in een pak. Het blijkt wijn te bevatten, maar dan wel aangelengd met een paar flinke scheppen suiker en geur-, kleur- en smaakstoffen. Het heeft eigenlijk niets meer met wijn te maken. Ach, we hadden beter moeten weten. Je komt in Nederland niet voor niets nooit wijn uit Ecuador tegen en we hebben hier nog geen wijngaard gezien. Alle fatsoenlijke wijn die je hier koopt, komt uit Chili of Argentinië. We spoelen driekwart liter van dit bocht door het toilet en gaan lekker slapen. Morgen op naar Guayaquil.

7 augustus: Cuenca - Guayaquil

   

Bij het ontbijt drinkt een jongedame uit Colorado een bak koffie met ons mee. We pakken we onze spullen weer netjes in en houden een taxi aan die ons naar de busterminal brengt. De eerstvolgende bus naar Guayaquil gaat om 9.20 uur dus we kopen een kaartje en wachten ruim een half uur op bus 26 van maatschappij San Luis. Je hebt een korte route (4 uur) via Parque Nacional Cajas en Molleturo en een lange route (5,5 uur) via Cañar. Als het goed is hebben we kaartjes voor de korte route. We hebben het in ieder geval duidelijk genoeg gevraagd volgens ons.

Als we Cuenca uit zijn, komen we al snel in PN Cajas. We zitten dus op de goede, korte route. Het is een mooi gebied, groen met veel grote vijvers. Je kunt hier mooi wandelen als je je een beetje warm kleedt. Brigitte heeft wat last van het geslinger en geschud van de bus. Rob kan daar beter tegen. Hier in de bergen zie je na elke bocht al weer te volgende liggen. Eigenlijk ben je vrijwel voortdurend bochten aan het nemen. Als je niet oppast, word je een soort zeeziek. Je evenwichtsorganen (die zitten voor zover wij weten in je oren) hebben het hier zwaar, ook door de hoogte. De truc is dan om de horizon in het vizier te houden, maar dat valt in dit landschap niet altijd mee. Ons raam staat ook op een kier, want frisse lucht helpt ook goed tegen een oprispende maag.

Als we gaan dalen en het buiten warmer wordt, krijgen we te maken met enorme mist. Kilometers lang zie je maar een meter of vijf. Gelukkig rijdt onze chauffeur er langzaam en behendig doorheen en trekt de lucht steeds verder open. Het bushulpje zet een film van Jackie Chan op. Veel gevechten en je weet vooraf dat het goed afloopt, een prettige gedachte. Zo'n niemendalletje sleept je toch weer door anderhalf uur busreis heen. De rotspartijen zijn verdwenen en vlak land met bananenplantages is er voor in de plaats gekomen. Om 13 uur rijden we over bruggen het water over, de buitenwijken van Guayaquil in en snel daarna zijn we bij de busterminal die naast het vliegveld ligt. Het is een kilometer of zeven naar het centrum.

De busterminal is gloednieuw en ziet er prachtig uit. We nemen een taxi naar het hotel wat we op het oog hebben, maar daar hebben ze geen kamers meer vrij. Op naar ons eerste alternatief. Bij Hotel Alexander hebben we meer geluk. Op de vijfde en tevens hoogste verdieping kunnen we terecht en kamer 509 blijkt goed genoeg om een nacht te verblijven.

Op naar de Chinees aan de overkant voor de lunch. Rob krijgt lekkere noedels met groente en vlees. Brigitte denkt iets van nasi besteld te hebben, maar het is witte rijst met patat, ijsbergsla, wat vlees en bruine bonen. Dat valt wat tegen. Het lijkt wel de Mexicaan en we delen het eten, er is toch zat, zoals altijd bij de Chinees. We kunnen er weer even tegenaan en slenteren door de stad. In de straat "9 de Octubre" (op die dag in 1820 claimde Guayaquil zijn onafhankelijkheid van de Spanjaarden) stikt het van de elektronicazaken. Op elke verdieping staan er diverse medewerkers boven aan de roltrap klaar om je op te vangen met de vraag waar ze je mee kunnen helpen. Wij zijn toeristen, dus ons laten ze maar een beetje rondneuzen. Een opvallend detail is dat ze in Ecuador bij de wasmachines alleen maar bovenladers verkopen. Wij kennen minstens één persoon die zich hier wel thuis zou voelen ;-)

Op naar de Malecón 2000, de boulevard die enkele jaren geleden helemaal vernieuwd is. Je voelt je er net in Scheveningen, maar dan zonder strand. Het ziet er allemaal keurig uit, maar behalve eten, drinken en kopen is er niet veel te beleven. De Banco de Guayaquil weigert zoals gewoonlijk geld uit de muur te geven vanwege "problems with your card" (ondanks de veelbelovende Cirrus-symbolen), dus we pinnen maar weer bij de bank die nooit mekkert, de Banco del Pacífico.

Guayaquil is de grootste stad van het land en het heeft dan ook een levendig centrum vol eettentjes en winkels (of personen zonder winkel) die van alles te koop hebben voor je. Ook als je aan de soep bij de Chinees zit zoals wij, ben je voor verkopers niet veilig en probeert er weer iemand witte sportsokken te slijten. Dat maakt het ook wel weer leuk, je moet alleen zo vaak "no, gracias" zeggen. Wat ook wel aardig is, is dat loodgieters en electriciëns hier op straat zitten met hun kistje met gereedschap. Als je er een nodig hebt, loop je naar zo iemand toe en dan huur je hem een tijdje in. Een showroom, auto of telefoon is niet altijd nodig.

8 augustus: Guayaquil - Galápagos Eilanden (Santa Cruz)

     

Ruim voor de wekker zijn we wakker. De kamer is rumoeriger dan gedacht. Het geluid van het verkeer van buiten is zeer duidelijk hoorbaar door het enkele glas. We lopen wat door de stad en regelen wat broodjes en twee levensgrote bramenmilkshakes (0,7 liter per stuk). Het rare hier in Ecuador (en dat was ook al zo in Venezuela) is dat veel pinapparaten het alleen doen als de bank open is, ook al staat er "24 uur per dag" op. De gedachte daarachter is ons niet duidelijk. We vinden echter al snel een pinapparaat dat het wel doet, dus er is geen probleem.

Voor 9.30 uur zijn we op het vliegveld. Als we onze boarding passes willen ophalen, krijgen we te horen dat we eerst 50 meter verder onze bagage moeten laten controleren en 10 dollar p.p. aan belasting moeten betalen. Dat is raar. Je laat je bagage controleren en dan krijg je het weer terug (en kun je er dus nog van alles instoppen). Het zal uiteindelijk nog wel een keer gecontroleerd worden, denken we dan maar. Als we uiteindelijk alles hebben geregeld kunnen we gelijk boarden, dat is dan weer een voordeel van het lange wachten. Het vliegtuig vertrekt keurig op tijd naar Baltra, het vliegveld op het gelijknamige eilandje net boven het eiland Santa Cruz. Nog geen anderhalf uur later zijn we ruim 1000 kilometer ten westen van Ecuador geland en zijn we op de Galápagos-eilanden..

Na nog wat douanezaken zoeken we op het vliegveld de vertegenwoordigers van ons schip "Yate Fragata". Twee mannen wachten ons en de anderen op. Het zijn Pedro, die onze gids blijkt te zijn voor de komende dagen en Cesar, de assistent van de kok en tevens manusje van alles. Een bus brengt ons een paar kilometer verder naar de haven. Een paar zeehonden en pelikanen wachten ons daar al op. Twee kleine boten brengen ons naar het schip en we krijgen kamer 9 op het bovendek toegewezen. Er zijn vier verdiepingen waarbij het dek boven ons alleen geschikt is om te zitten/zonnen.

Het is een bont gezelschap, maar gemiddeld jonger dan we gedacht hadden. Je hebt Kathryn en John uit Engeland die sinds januari voor een jaar op wereldreis zijn en voornamelijk in Australië hebben gezeten. Er is een jongeman uit Köln met zijn vader. Je hebt het wat oudere Engels stel dat inmiddels in Portugal woont en werkt. Er zijn twee meiden uit Tel Aviv die na hun tweejarige militaire dienst ("ach, het was maar twee jaar, mannen moeten drie jaar") een maand of tien reizen voor ze gaan studeren. De Poolse Magdalena is hier met haar moeder Alicia. Een man en vrouw uit Noord-Italië hebben elkaar als reisgenoot gevonden via Internet en zitten ook op het schip. Dan heb je nog twee Engelse meiden die ook al wat maanden over de wereld trekken en die al enkele dagen op de boot verblijven, omdat ze een volledige week geboekt hebben. Met ons erbij kom je op 16 gasten. Dan zijn er nog in totaal zeven bemanningsleden aan boord.

Na een stevige lunch vertelt Pedro ons wat we die middag gaan doen. We zijn naar het noorden van het eiland Santa Cruz gevaren en gaan daar het strand op voor een eerste kennismaking met de Galápagos Eilanden. Het is er droger dan gedacht. De eilanden bestaan grotendeels uit gestold lava en veel regen valt hier niet. We nemen de eerste vogels en wat krabben van dichtbij op de foto. Pedro voldoet niet bepaald aan het stereotype van een gids. Hij vertelt niet echt veel en op een vrij oninteressante manier. Hij heeft ook geen humor, of wij en de hele groep zien zijn humor niet. Echt veel lol lijkt hij niet te hebben in zijn werk, zonde. Misschien wordt het nog wat met hem later in deze vijf dagen.

Nadat we nog een stukje over het eiland lopen, is het tijd om te snorkelen. Of tijd om wat te zonnen, te wandelen, te zwemmen, wat je maar wilt. Wij gaan snorkelen en het is prachtig. De meeste vissen vind je bij rotspartijen op de bodem. Er zitten fraaie exemplaren bij in de meest bonte kleuren. Veel snorkelervaring hebben we niet, dus zo nu en dan komt er via de luchtbuis zout water in onze mond. Even flink blazen en weer vrolijk verder gaan. Na een tijdje is het mooi geweest en gaan we weer met bootjes terug naar het schip.

Iedereen neemt een warme douche en daarna stelt Pedro de crew van het schip voor. We heffen het glas op een goede trip en Pedro geeft aan wat morgen de bedoeling is. De dagindeling is steeds ongeveer gelijk: 7.00 uur ontbijt, activiteiten, 12.00 uur lunch, activiteiten en 19.00 uur diner. Op de tijden dat we moeten verzamelen voor eten of een activiteit, rammelt Pedro met zijn belletje. Een beetje schoolklasachtig, maar het blijkt wel te werken.

Na het avondeten nemen we een biertje, maar behalve de Duitsers houdt de rest het op water. De één lijkt bang voor zeeziekte, de ander om nog meer geld uit te geven, want voor alcoholische versnapperingen moet je apart betalen (en niemand weet hoeveel). Rob's biertje is nog wat bevroren, maar warme handen en wat geduld lossen dat op. Rond 21.30 is iedereen naar zijn kamer vertrokken en dat geldt ook voor ons. De boot is op weg naar een eiland 90 kilometer ten noordoosten van Santa Cruz. We zijn benieuwd hoe deze schommelende nacht ons gaat bevallen.

9 augustus: Galápagos Eilanden (Genovesa)

     

     

     

Het viel niet mee om goed te slapen. De boot ging, uiteraard, de hele nacht wat heen en weer door de golven. Daarbij kwam nog het monotone geluid van de motor. De airco, die niet uit kan, maakte het er niet warmer op. Maar we lagen al op tijd op bed dus we hebben toch wel wat uurtjes slaap te pakken. Brigitte voelt zich niet helemaal jofel na zo'n wiebelende nacht en ze is niet de enige.

In de nacht zijn we naar Genovesa gevaren en we gaan het eiland te voet verkennen. Eerst met de kleine bootjes er naar toe waarbij we een aantal zwemmende zeeleeuwen zien (en één drijvende dode). We gaan een provisorische trap op en dan staan we elke paar meter oog in oog met vogels van allerlei pluimage waarvan we de namen zullen besparen (omdat wij ze meestal toch niet weten). Je kunt heel dichtbij komen, dat is wat het zo apart maakt. Veel vogels zou je zo kunnen pakken als je dat zou willen, maar vanzelfsprekend is dat niet de bedoeling. Het maakt het fotograferen wel gemakkelijk! De bodem bestaat vrijwel volledig uit gestolde lavalagen.

Na een uur of twee keren we terug naar de boot en gaan we snorkelen vanaf de boot. De onderwaterwereld is weer prachtig. Brigitte ziet o.a. een schildpad en Rob een mantarog. Verder natuurlijk heel veel kleine en grotere gekleurde vissen, prachtig. Tijd voor de lunch waarna we weer per bootje naar een andere plek op het eiland varen. We verkennen een ander deel van het eiland met weer wat andere vogels, bomen en planten. Hier veel mangrove, cactussen met heel veel vruchten en diverse leguanen. We maken weer heel veel foto's.

Terug bij het strandje liggen wat zeeleeuwen. Wat een heerlijk luie beesten zijn dat toch, meest van de tijd. De jonkies willen wel spelen en melk drinken bij hun moeder, maar die hebben daar niet altijd zin in. Hilariteit is er als een zeeleeuw op het strandje zo ongeveer op de badlaken van iemand gaat liggen. Zo af en toe gaat hij een paar meter verder zitten, waarmee hij andere badgasten angst aanjaagt. Het levert wel weer aardige plaatjes op. Het snorkelen zelf is hier geen groot succes; er is nauwelijks zicht in het water.

Als het zo langzamerhand tijd is om weer met de bootjes naar het schip terug te keren, missen we één persoon. Het is een van de Engelse meiden. Ze moet aan het snorkelen zijn, want haar snorkeluitrusting zit niet in haar tas. Niemand heeft haar echter de laatste drie kwartier gezien. We speuren het water af, maar zien haar nergens en we maken ons meer en meer zorgen. Een ander motorbootje zoekt in de omgeving, maar ziet haar ook niet. Ze zal toch niet verdronken zijn? Gelukkig blijkt dat even later niet het geval. De kapitein van ons schip had ook een paar vrije uurtjes en was met haar een paar honderd meter naar rechts, achter een rots aan het snorkelen. We konden onze zoekactie stopzetten.

Op het zonnedek bewonderen we de zonsondergang. Na het douchen volgt het diner. Al snel zoeken de meeste gasten hun bed op. We luisteren nog wat muziek via de boxjes van Gal, één van de Israëlische meiden. Terwijl de boot weer op weg is naar het volgende eiland, stappen wij in ons wiegende bed.

10 augustus: Galápagos Eilanden (Isla Bartolomé)

     

     

Om 6.30 uur worden we bij het ontbijt verwacht. We hebben vrij goed geslapen, dus dat halen we gemakkelijk. Er ligt een grote boot vlakbij met naar schatting 80 passagiers, dus we zijn om 7.30 uur al met de kleine bootjes op pad. Er moeten hier pinguïns zitten. Geen grote en maar een handje vol, maar toch. We zien uiteindelijk zes pinguïns en ze zijn nog geen 50 centimeter groot. Verder spotten we nog wat zeeleeuwen en de gebruikelijke vogels en leguanen.

We meren aan op het eiland en lopen via een trap 114 meter omhoog naar het hoogste punt van Bartolomé. Het is wederom een vulkanisch eiland. Het is maar een klein eiland en volgens gids Pedro is het eiland ongeveer een miljoen jaar geleden in zo'n vier maanden tijd ontstaan uit lava-erupties. Het eiland heeft qua flora en fauna niet echt veel bijzonders voor ons (inmiddels verwende toeristen) te bieden, maar de vergezichten zijn erg mooi. Tijd om even kort naar de boot terug te gaan.

Er is aan weerszijden van het eiland een strand. Eerst verkennen we lopend één kant, waarbij we vooral veel fraai gekleurde krabben zien en luierende zeeleeuwen. Vanaf het andere strand gaan we snorkelen en het zicht onderwater blijkt hier uitstekend. Samen zien we de mooiste vissen in allerlei kleuren en maten. Soms zwemmen we bij hele scholen felgekleurde vissen die je normaal alleen in grote aquaria of op televisie ziet. Dit is weer een van de hoogtepunten van de trip.

Als we weer terug op het schip zijn en de lunch achter de rug is, varen we in twee uur naar Black Turtle Cove. Met kleine bootjes varen we het mangrovegebied in op zoek naar grote schildpadden. We doen ons best en ze zitten er ook wel, maar meer dan hun hoofden boven water en hun schaduwen onder water krijgen we helaas niet te zien. Het blijven nu eenmaal wilde dieren die niet op commando of vastgesteld tijdstip voor je klaar zitten.

Op de boot kijken we naar een dvd met een IMAX-film over de Galápagos Eilanden. Het water is op en we kunnen dus niet douchen, dus kunnen we onze tijd mooi even vullen met deze film. Na het avondeten spelen we Yaniv, een kaartspel uit Israël, een leuk en gemakkelijk te leren spel.

11 augustus: Galápagos Eilanden (South Plaza en Santa Cruz)

     

     

   

We staan al vroeg op, want om 6.00 uur vertrekken de bootjes vanaf het schip naar South Plaza. Het is weer een lava-eiland met veel cactussen en we worden verwelkomd door een flink aantal zwemmende en luierende zeeleeuwen. Een aantal krabben doet zich tegoed aan een dode baby-zeeleeuw vol wormen die ook hun graantje meepikken. Er is ook een wandelpad en daar dienen wij ons aan te houden, maar de zeeleeuwen en leguanen trekken zich er niets van aan en liggen languit midden op het pad. Het uitzicht op de kliffen is spectaculair en de begroeiing geeft het eiland een rode gloed dat mooi past bij de zwarte lava.

Als we het eiland weer willen verlaten, mogen we de aanlegsteiger niet op van de havenmeester. In dit geval is de havenmeester een grote mannetjeszeeleeuw die op dit eiland zijn harem heeft. Even later mogen we toch passeren van hem en kunnen we weer op de bootjes, terug naar het schip. Na het ontbijt zetten we koers naar Puerto Ayora op Santa Cruz. De zee lijkt niet erg ruig, maar redelijk wat mensen hebben toch in meer of mindere mate last van een oprispende maag. Misschien lag het aan de kwaliteit van het ontbijt? Onderweg vliegen er diverse vogels met de boot mee, waaronder een pelikaan. Grappig als je uit je raam van je hut kijkt en er vliegt van alles op een paar meter afstand.

In Puerto Ayora worden we rond 10.15 uur aan land gedropt, waar we afscheid nemen van de twee Engelse meiden. We moeten ons tot 12.00 uur zien te vermaken dus we verkennen alvast het centrum van het plaatsje waar we vannacht zullen slapen. Er wonen hier enkele tienduizenden mensen en dat zou je wellicht niet verwachten op de Galápagos Eilanden. Het is hier natuurlijk helemaal ingericht op toerisme, de belangrijkste bron van inkomsten. Hotels, bars, restaurants en tourbureautjes zijn er dus genoeg, maar bijvoorbeeld ook boerderijen (buiten het stadje). We komen toevallig al langs hotel Fernandina waar we vanavond zullen slapen en het ziet er aardig uit.

Rond het middaguur melden we ons weer in het haventje en hebben we nog een lunch op de boot. Dan verlaten we de boot definitief voor het vasteland. Onze grote rugzakken worden later naar het hotel gebracht en wij lopen met de groep naar het hotel. De sleutels worden verdeeld en we frissen ons even op in de ruime en moderne kamer. Er staat ons een bezoek aan het Charles Darwin Research Station te wachten. Het is maar een kort loopje, maar de zon brandt inmiddels behoorlijk. Er zijn wat zaaltjes met informatie over de eilanden en de daarop en -om levende dieren. Het is allemaal wel aardig, maar het meest interessante zijn toch de gigantische schildpadden in de buitenverblijven. Wat een joekels! Ze zijn ruim een meter groot schatten we en natuurlijk gaan we er mee op de foto.

Tijd voor een plons in het zwembad van het hotel, een drankje en weer opdrogen in de zon. Terug bij het hotel missen we één van de twee rugzakken die inmiddels bij het hotel zijn afgeleverd. De beheerder van het hotel zal contact leggen met de boot om te kijken of hij daar nog ligt. Een kwartier later kijken we nog wat rond bij het hotel of hij ergens anders ligt. Dan vraagt een Duitse man uit onze groep of we iets zoeken. Jazeker, een rode rugzak. Hij blijkt onze rugzak op zijn kamer te hebben liggen, in de veronderstelling dat het de rugzak van zijn zoon was. Ook weer opgelost.

Eerst doen we nog een flinke handwas en een douche met de grootste douchekop die we ooit gehad hebben. Na het avondeten spelen we weer wat potjes Yaniv en Rob is de (gelukkige) winnaar van het kaartspel. Gal is gek op een bepaald type ijs en we gaan met acht personen op zoek naar dát ijsje en we vinden er nog vijf. Kunnen we in ieder geval allemaal proeven. Het is vanilleijs met een omhulsel van chocolade en biscuit. Een lekker ijsje, maar verder niet heel bijzonder wat ons betreft. Wel lekker om nog even wat te lopen voor het slapen gaan.

12 augustus: Galápagos Eilanden (Puerto Ayora, Santa Cruz)

Het ontbijt is wat karig voor een hotel dat 109 dollar per nacht moet kosten. We krijgen van Keith les in hoe je thee moet zetten. Geen zakjes gebruiken, daarin zit de slechtste thee die je kunt krijgen. Het water goed koken, snel overgieten anders koelt het water teveel af en daarnaast eerst koude melk in je kopje en daar bovenop de thee (waag het niet om melk te gieten bij de thee, het moet andersom!). Nooit warme melk gebruiken, dat is eveneens afschuwelijk... Hij geeft wel toe dat dit dé manier van zijn grootmoeder was en dat hij nu zelf niet erg strikt in de leer meer is. Keith heeft allemaal goede verhalen over dingen die hij meegemaakt heeft. Of het soms een beetje aangedikt is weten we niet, maar het is zeker leuk om naar te luisteren.

Om 8 uur worden we opgehaald met een busje en gaan we met al onze spullen op weg naar het vliegveld. Onderweg stoppen we nog even bij twee grote kraters. Bij vulkaanuitbarstingen stroomde daar lava. De bovenkant stolde en daaronder stroomde de lava weg. Later stortte het dak in en nu resten alleen nog deze honderden meters brede gaten. We steken het water over met een pont en aan de overkant volgt nog een kort busritje naar het vliegveld. De wachttijd bedraagt nog ruim drie uur, dus waarom we zo vroeg werden opgehaald is ons niet helemaal duidelijk. Ach, we kletsen nog wat, lezen nog wat en voor je het weet zit je weer in het TAME-vliegtuig naar Guayaquil.

Keith en Manuela blijken naar Hostal Suite Madrid te gaan. Wij hebben hetzelfde hotel op het oog en dus nemen we gezamenlijk een taxi naar het centrum. Er zijn nog kamers en we kiezen een kamer zo ver mogelijk weg van de straat, want de vorige keer in Guayaquil hadden we veel last van lawaai van buiten. Rob stuurt eerst de tekst van de afgelopen dagen naar Nederland en Brigitte maakt een begin met het uitzoeken van de vele honderden foto's die we op de Galápagos Eilanden hebben genomen.

We hebben goede ervaringen met een Chinees hier in Guayaquil en daar gaan we met zijn vieren eten. Het is weer prima van smaak en ruimschoots genoeg. Echt gezellige barretjes lijken er hier vervolgens in de omgeving niet te zijn (of wij weten ze niet te vinden). De meeste tentjes zien er heel fout uit en we drinken dan ook maar wat in een eettentje. Rob's bier is deels bevroren, maar de ober snapt het probleem niet. Het ontdooit toch vanzelf en het bier is lekker koud? Na nog wat verhalen van Keith keren we terug naar het hotel. We hebben maar één kussen op ons bed, maar dat wordt ook opgelost.

13 augustus: Guayaquil (Ecuador) - Lima (Peru)

 

Na een uitgebreid ontbijt met een overdosis fruit pakken we onze rugzakken weer in. We moeten om 10 uur onze kamer uit, maar onze bagage kan wel tot 15 uur bij de beheerder blijven staan. Het centrum van Guayaquil hebben we nu wel een beetje gezien en we gebruiken het tweede deel van de ochtend en het begin van de middag om de foto's van de afgelopen dagen uit te zoeken en zoveel mogelijk te uploaden.

Na een paar uur zijn we dat meer dan zat en genieten we nog een uurtje in een flink park nabij ons hotel. Er lopen grote leguanen rond, dus Brigitte schiet weer wat plaatjes. Net als op veel plekken in deze stad lopen er mensen rond met een grote fles koude frisdrank, die ze vervolgens per glas verkopen. Dat is simpele, maar effectieve handel! Van Keith en Manuela hebben we een tip gekregen over een hotel in het centrum van Lima. We stuurden een e-mail naar Hostal Iquique en ze reageren vlot. We kunnen er terecht, dus we weten waar we na aankomst op het vliegveld van Lima naar toe moeten. We vliegen naar Lima met LAN Peru en alles verloopt soepeltjes op het vliegveld van Guayaquil.

Vanuit Ecuador gingen wij naar Peru.

Ideeën voor Ecuador

e-mail: info (at) wijzijnerevenniet.nl HomeReisverslagenLinksTop en FlopTipsContactLeidsche Rijn