Wij zijn er even niet

Australië

Reisverslag: 15 november 2008 - 6 februari 2009

Voor Australië waren wij in Chili.

Zaterdag 15 en zondag 16 november 2008: Santiago - Sydney

We zijn bijna in Australië.

Het is een middelgroot vliegtuig (we schatten het aantal reizigers op 300) en vrijwel alle stoelen zijn bezet. Voor ons gevoel hebben we dan ook geluk dat we mee mochten. We zitten zelfs nog naast elkaar, weliswaar niet naast een gangpad of raampje, maar toch. We vliegen eerst naar Auckland, Nieuw-Zeeland in zo'n twaalf uur en na een korte stop vliegen we in nog bijna vier uur door naar Sydney.

De vlucht verloopt voorspoedig, het is alleen een lange zit. We hebben moeite om te bepalen hoe laat we aan zullen komen lokale tijd. Als we in Auckland landen, blijkt het daar 4 uur 's nachts te zijn op maandagochtend. Uiteindelijk landen we in Sydney 7 uur in de ochtend als we daar voet aan de grond zetten. Door het tijdverschil met Santiago hebben we eigenlijk de zondag zo'n beetje helemaal overgeslagen.

Maandag 17 november 2008: Sydney

We komen zonder problemen door de douane. Ons elektronisch visum (ETA) blijkt gekoppeld te zitten aan ons paspoort. Zodra ons paspoort door de scanner wordt gehaald, ziet de douanier dat we een visum hebben. We hoeven niets te laten zien.

In de aankomsthal pinnen we eerst maar eens zodat we wat Australische dollars op zak hebben. In de Lonely Planet hebben we enkele hostels geselecteerd die ons wel wat lijken. Er is een wand met allemaal advertenties van hostels en een telefoon waarmee je ze gratis kunt bellen. We bellen naar Original Backpackers en ze hebben voor de komende twee nachten een tweepersoonskamer beschikbaar. Die leggen we vast en de rit met een shuttlebusje naar het hostel wordt voor ons betaald. Blijkbaar verdienen ze genoeg aan ons ;-)

Het blijkt een prima kamer met een eigen koelkast. Na de lange reis frissen we ons eerst maar eens op. Er zit een flinke supermarkt in de buurt dus we slaan eerst maar eens wat te eten en te drinken in voor de komende dagen. Het levert een wat aparte, maar overheerlijke lunch op van Marokkaanse kippensoep met kikkererwten, sushi en stokbrood met tapenade. We kunnen er weer even tegenaan!

We internetten wat en bekijken het aanbod van auto's en kleine campers. Onze bedoeling is om vooral te gaan kamperen in Australië. Als we bij AVIS vanaf 20 november voor twintig dagen een auto hebben geregeld, wordt het tijd om kampeerspullen aan te gaan schaffen. Vanuit het hostel hebben we de tip gekregen bij Paddy Pallin te gaan kijken. Het is niet erg ver van AVIS naar 507 Kent Street en de wandeling laat ons gelijk wat van het centrum zien.

Uiteindelijk schaffen we de meeste spullen bij Paddy Pallin aan. We tasten redelijk diep in de buidel voor een lichtgewicht tweepersoonstentje, twee slaapzakken, twee matjes, een brander en twee gasflesjes. Bij een boekhandel kopen we nog een wegenatlas aan. Het is al met al een investering die we de komende drie maanden langzaam terug hopen te verdienen. Daarna proberen we alles te verkopen of, als dat niet al te prijzig is, naar Nederland te laten verschepen. Een tentje en een auto geeft veel vrijheid en dat spreekt ons wel aan.

In het hostel koken we ons diner en we kletsen even met twee Nederlandse jongedames voor we veel te vroeg, door slaap overmand ons hoofd te ruste leggen.

Dinsdag 18 november 2008: Sydney

Vlnr. Een luxe ontbijt in Sydney - Vleermuizen in de botanische tuinen - Bloemenpracht in de botanische tuinen van Sydney - Sydney, skyline - Brigitte voor het Opera House - Rob kijkt uit op Circular Quay

Door de jetlag en het vroege tijdstip van slapen gaan, zijn we al voor 4 uur klaarwakker. We hebben dus wat tijd vandaag!

Als we (lees: Rob) het bed echt zat zijn en de eerste Sudoku van de dag het brein heeft doen ontwaken, gaan we er maar uit. De Coles-supermarkt is al om 6.00 uur open, dus dat is wel makkelijk. We slaan allemaal handige, gemakkelijke en lekkere dingen in voor onze kampeertocht van de komende weken. We kunnen het toch in de auto gooien, dus we hoeven er niet echt mee te slepen.

We ontbijten in het hostel en dan gaan we de stad in. We hebben besloten dat we morgen al willen gaan kamperen en niet pas donderdag. In december hebben we nog tijd genoeg voor Sydney, laten we nu maar zoveel mogelijk ten zuiden en westen van de stad gaan bekijken en van onze nieuwe kampeerspullen gebruik maken. Bij AVIS is het geen probleem om het een dag te vervroegen. Als we iets bijbetalen, maakt de dame achter de balie er 21 i.p.v. 20 dagen van.

We wandelen naar het noorden van de stad. De Art Gallery of New South Wales gaat pas om 10 uur open. Misschien doen we die in december nog wel, we gaan er nu niet op wachten. De botanische tuinen (koninklijk nog wel!) zijn wel open en gratis toegankelijk. Het is een groot complex en uitstekend onderhouden. Er vliegen heel wat vleermuizen rond die als ze rusten op zijn kop in bomen hangen. Wij zien normaal zelden overdag vleermuizen, hooguit in een grot of als het gaat schemeren.

Vanuit de botanische tuinen komen we bij Mrs Macquaries Point waarvandaan we een prima uitzicht hebben op het beroemde Sydney Opera House met daarachter de Sydney Harbour Bridge. We wandelen naar het Opera House en we kopen alvast kaartjes voor een voorstelling op 27 december.

Als we alvast twee overnachtingen willen vastleggen voor 10 en 11 december (voordat we naar Hobart vliegen), dan blijkt dat er geen ruimte beschikbaar is in het hostel waar we nu zitten. Bij Sydney Central is er wel plaats en het zit om de hoek van Original Backpackers dus daar boeken we die twee nachten. We wisselen nog twee boeken in voor twee andere bij een tweedehands boekhandel voordat we een biertje halen bij een Ierse pub. In de avond pakken we alle spullen alvast in, zodat we morgen op tijd op pad kunnen.

Woensdag 19 november 2008: Sydney - Shellharbour

Rond half zes zijn we wakker en dat is anderhalf uur later dan gisteren. Langzaam komen we dus in het Australische ritme (hopen we...). Het regent behoorlijk en ook voor de komende dagen wordt er in New South Wales regen voorspeld. Als wij elke dag in het zonnetje bij onze tent dachten te gaan zitten, komen we waarschijnlijk bedrogen uit.

We pikken onze huurauto al om 7.30 uur op. Het is een uitstekende en ruime auto, een Toyota Camry met net 7000 kilometer op de teller. Even de spiegels stellen, kijken hoe de belangrijkste zaken zoals ruitenwissers en verlichting werkt en dan kunnen we gaan. Ze rijden hier links en dus zit het stuur rechts. Dat betekent dat richtingaanwijzers en ruitenwissers precies andersom zitten dan bij een Nederlandse auto. Daar moet je even aan wennen en dus zet Rob in het begin diverse keren de ruitenwissers aan als hij wil afslaan.

Dankzij een tunnel Sydney zijn we sneller dan verwacht het centrum van Sydney uit. Daarna rijd je nog wel een tijdje door buitenwijken en voorsteden, maar dat wijst zich vanzelf. We rijden naar het zuiden, richting Wollongong. Daar in de buurt willen we de eerste nacht kamperen. Als je wilt rijd je er in anderhalf uur heen, maar wij doen rustig aan. We volgen zoveel mogelijk de kustlijn. Eerst doen we onderweg nog wat boodschappen bij een Woolworth en dan duiken we Royal National Park in.

Er staat dat je 11 dollar moet betalen voor je auto. Navraag bij het visitor centre leert ons dat dat alleen maar hoeft als je ook echt wat gaat doen in het park zoals wandelen of kamperen. Als je er alleen maar doorheen rijdt er even stopt voor een foto, dan is dat gratis. De dame in het visitor centre heeft het gelijk over André Rieu als ze hoort dat wij uit Nederland komen. Hij treedt een dezer dagen op in Sydney en is hier vrij populair.

Voor de mensen die van mooie wegen houden (zoals wij) zijn er speciale "scenic routes" aangegeven. Wij volgen er een en zo nu en dan blijkt dat zeker de moeite waard. Zo is er een brug gebouwd naast een klif. Het is best apart om daar overheen te rijden. Als we bij Shellharbour komen vinden we het mooi genoeg geweest. We gaan kamperen bij Shellharbour Beachside Tourist Park. Onze North Face-tent bouwen we in 12 minuten op op plaats 23T. De volgende keer gaan daar nog wel wat minuten vanaf schatten wij zo in.

De camping ligt aan de Tasmaanse Zee en als de vrouw bij de receptie verneemt dat wij Nederlanders zijn, begint ze ook gelijk over André Rieu. Hij moet hier wel heel populair zijn! In Zuid-Amerika begonnen ze dan over Cruijff of van Basten, maar nooit over André Rieu. Op onze brander maken we een gezonde wokschotel met noedels en zoetzure saus. Je kunt best iets lekkers maken met maar één pit!

Het is nog vroeg als we onze slaapzak opzoeken. Het tijdsverschil toch nog niet helemaal verwerkt..?

Donderdag 20 november 2008: Shellharbour

Al vroeg vertrekken we vanaf de camping naar Bombo Beach dat iets zuidelijker ligt. Direct naast het strand is een uitkijkpunt en een bijzonder rotslandschap. In het verleden hebben ze hier stukken rots weggebikt voor spoorwegen en gewone wegen. Ook hier zitten weer veel vliegen. Gewone kleine vliegen die niet steken, maar wel irritant zijn omdat ze in je oren vliegen of op je neus gaan zitten. Echt verlegen zijn ze dus niet!

We rijden door naar Saddleback Mountain Lookout. Daarvandaan heb je een erg mooi uitzicht, maar dat mag ook wel bij een Lookout. Er blijkt ook een kort wandelpad te zijn en we besluiten die te lopen. Qua vergezichten valt het pad een beetje tegen, want we lopen steeds met aan weerszijden bomen en bosjes. Ook is het af en toe wat steil en glad, maar we zien wel een vos en onze eerste kangoeroe. Dat maakt toch veel, zo niet alles goed.

In Kiama doen we boodschappen en bezoeken we Blowhole Point. Dat is een plek waar het water met grote kracht omhoog wordt gespoten. Er komt steeds een golf water vanuit de Tasman Sea een soort ondergrondse tunnel in. Aan het einde van die tunnel wordt de lucht dan samengeperst en dan ineens klapt het water terug en omhoog met een flinke "kaboem" erbij. Beste indrukwekkend, zelfs nu er niet veel wind staat.

Via Berry rijden we over de Kangaroo Valley naar de Fitzroy Falls. Het is een kleine waterval die 60 meter naar beneden valt. Niet heel groot of hoog, maar omdat je er aan de bovenkant vlak naast kan staan, is het toch heel aardig. Niet geschikt voor mensen met hoogtevrees! Over allerlei binnendoorweggetjes komen we weer in Shellharbour uit. We gebruiken de barbecue op de camping en we bereiden weer iets lekkers en gezonds.

Vrijdag 21 november 2008: Shellharbour - Canberra

De tent is nog wat vochtig van de dauw dus we gaan aan de slag met een geel doekje en laten verder de zon zijn werk doen. De receptie is nog maar net open als we de sleutel van de douches en toiletten terugbrengen. Bij de meeste campings krijg je daar een sleutel voor, waarschijnlijk om te voorkomen dat vreemden er gebruik van maken. Vandaag willen we naar Canberra rijden, de hoofdstad van Australië.

We rijden over heuvelachtige wegen en komen door Nowra waar we in een mini-ochtendspits belanden. Het stelt gelukkig weinig voor en daarna worden de wegen alleen maar leger. Ze worden echter niet minder bochtig, dus aan onze cruise control hebben we niet veel.

Bij Nelligen (drie man en een paardenkop langs Highway 52) stoppen we bij een parkje aan het water. Er staan tafels, de zon schijnt en we hebben trek. Tijd dus voor een kop thee en wat boterhammen. Het rijdt vervolgens goed door richting Canberra. Zo nu en dan komen we door een stadje en verder is het vooral weiland wat we zien. In Queanbeyan, een voorstadje van Canberra gaan we naar binnen bij een visitor information centre. We worden zoals overal in Australië vriendelijk en uitgebreid geïnformeerd over campings in de stad.

De camping die we op het oog hebben, blijkt gemakkelijk te vinden en er is plaats zat. Sterker nog, we zijn de enige tent op het veld zonder elektriciteit. De tent staat weer snel en dan verkassen we naar Canberra centre. Dat is een winkelcentrum in het hart van de stad. Het is kort geleden geheel verbouwd en het is schitterend. Ze gaan Hoog Catharijne verbouwen de komende jaren en dan hoop je toch dat er zoiets uitkomt als hier. Een grote diversiteit aan winkels, een food court, een mooie bioscoop, veel en schone toiletten, meerdere grote supermarkten en een plek om te internetten. Helemaal goed!

We slaan boodschappen in voor vanavond en maken dankbaar gebruik van het aangeboden internet. Onze camping ligt op de grens van een natuurgebied. We zien er veel konijnen, witte kakatoos en een zestal kangoeroes.

Zaterdag 22 november 2008: Canberra

Het is vandaag geen best weer. Goed dat we in de stad zitten, daar zijn ook overdekt genoeg dingen te doen. Kunnen we mooi iets cultureels doen, daar is er genoeg van in Canberra. We gaan naar The National Museum of Australia. Volgens de folder is het de winnaar van de 2006 Australian Tourism Awards in de categorie Major Tourist Attractions. Onze verwachtingen zijn dan ook hooggespannen. Veel musea in Australië zijn gratis en dat geldt ook voor dit museum.

Het is een prachtig gebouw en alles is ruim opgezet. Je kunt er van alles over Australië vinden. Voorwerpen uit de afgelopen paar honderd jaar, filmbeelden, persoonlijke verhalen, kunst en vooral ook natuurlijk van alles over de Aboriginals. Net als in Nieuw-Zeeland met de Maori's merk je hier in Australië een enorm schuldgevoel, of minstens besef over het feit dat de nieuwe inwoners het land van de toenmalige bewoners hebben afgepakt. Inmiddels hebben de Aboriginals gelijke rechten en ze hebben zelfs al kleine delen van het land teruggekregen in bezit. Toch blijft het een bevolkingsgroep met grote problemen zoals overmatig drankgebruik en zijn velen van hen op zoek naar de eigen identiteit.

Best een interessante en leerzame ochtend. Je bent zomaar vier uur bezig in het museum. Het is nog steeds beroerd weer en we vervolgen onze culturele tour bij het National Film & Sound Archive. Dat is veel kleiner en vrij oninteressant (vinden wij in ieder geval). We zijn er na een half uur wel uitgekeken.

In Canberra halen we nog wat verse ingrediënten voor de barbecue. We hopen dat het even droog wil worden tijdens het diner. Als we in ons tentje de krant lezen, blijft de regen maar naar beneden kletteren. Op het moment dat we besluiten dat we het vlees morgen wel opbakken, wordt het droog. In het daaropvolgende half uur bakken we snel al het vlees en de groenten en daarna gaan alle luiken daarboven weer open. We vinden onszelf wel bikkels om half overdekt (dat wel) met regen en elf graden te barbecueën. Je kunt ons natuurlijk ook voor gek verklaren, wat ook niet zo raar zou zijn...

Na het eten gaan we naar de nieuwste James Bond-film en de zaal is zowaar helemaal uitverkocht.

Zondag 23 november 2008: Canberra

Ook voor vandaag is er veel regen voorspeld. Als we wakker worden, horen we het getik al weer. Jammer, maar helaas. We willen nog naar het Australian War Memorial, dus zo erg is het niet. Het is een museum over alle oorlogen waarin Australië heeft meegevochten en dat zijn er meer dan waar wij weet van hebben. Ze hebben gevochten in Zuid-Afrika tegen de Boeren, in de eerste wereldoorlog in Europa tegen de Duitsers, maar toen ook tegen de Turken die de zijde van de Duitsers kozen. In de tweede wereldoorlog zijn er ook heel wat Australiërs gesneuveld, met name in Azië en ze hebben ook in Vietnam meegevochten.

Het is een indrukwekkend en enorm groot museum. Wij hebben vier uur rondgelopen op één verdieping en het had geen probleem geweest de gehele dag te vullen. Het weer is een tikkie opgeklaard, dus het wordt tijd voor een wandeling. We wandelen van het oude parlementsgebouw naar het nieuwe parlementsgebouw. Die liggen maar een kilometer uit elkaar, dus zo lang is die wandeling niet. Het nieuwe parlementsgebouw is sinds 1988 in gebruik. Het is gebouwd uit vrijwel 100% Australisch materiaal en de bouwkosten kwamen vele malen hoger uit dan oorspronkelijk begroot, maar is dat niet met de meeste bouwprojecten voor de overheid? Het resultaat is echter fantastisch. Veel marmer, schilderijen, gedecoreerde plafonds, alles ziet er tiptop uit.

Terug bij de camping hebben we zin in een biertje en nog wel wat fut over. We gaan lopend naar de wijk Dickson. Daar zitten allemaal eettentjes en een Ierse pub. Voor we aan de alcohol gaan, eten we eerst een uitstekende kebab. We laten ons de Ierse biertjes van de tap goed smaken en dineren dan bij het populaire Dickson Asian Noodle House. Onze Thaise schotels smaken goed en zijn ruim voorzien van de bestelde seafood. Tijdens de drie kwartier terug naar de camping, kan het eten alvast weer wat zakken.

Canberra is een bijzondere stad. Het is een stad die ongeveer 100 jaar geleden van de tekentafel is gekomen. Zowel Melbourne als Sydney wilde hoofdstad zijn en om ruzie te voorkomen, bedacht men dat er halverwege deze twee steden een nieuwe hoofdstad moest komen. Canberra betekent "Meeting Point", een toepasselijke naam. Het is een heel ruim opgezette stad. Je hebt bijna nergens het idee dat je in een stad bent, ook al wonen er ruim 300.000 inwoners. Bijna alles is laagbouw en vrijstaand met heel veel groen overal. Er is zoveel park en bos in de stad dat in 2003 bij een bosbrand duizenden huizen verloren gingen in het westen en zuiden van de stad.

Voor automobilisten is het een heerlijke stad. Zelfs in de spitsuren is er geen spits en overal zijn de wegen breed en leeg. Voor mensen zonder eigen auto moet het een drama zijn. De afstanden zijn gigantisch en de wandelpaden en stoepen hebben hier bepaald geen prioriteit. We hebben een beetje gemengde gevoelens over Canberra. Het heeft veel faciliteiten, natuur en mooie gebouwen, maar het heeft niets van een stad of het moet het winkelcentrum zijn. Toch is het goed dat we hier geweest zijn, zodat we het zelf hebben kunnen zien, voelen en beleven.

Maandag 24 november 2008: Canberra - Bairnsdale

Het weer is aardig opgeknapt en we verlaten Canberra. Langzaam maar zeker gaan we op weg naar Melbourne, maar zover komen we vandaag nog niet. Via Highway 23 zakken we af naar Cooma. Per ongeluk slaan we daarna Highway 18 op als we een bord over het hoofd zien. Deze toevalligheid brengt ons bij Pipers Lookout. Piper was een man die 28 jaar lang, zes dagen per week met een bus een bepaalde route reed in die omgeving. Halverwege de vorige eeuw verongelukte deze lokale held en nu is er een uitkijkpunt naar hem vernoemd. Niet gek voor een buschauffeur!

We zien onze fout in en draaien om. Al snel zitten we weer op Highway 23 en we rijden door de Snowy Mountains, maar er is zo net voor de zomer geen sneeuw te zien. In Bombala kopen we een heel bruin met wat beleg. Bij binnenkomst bij de supermarkt worden we welkom geheten alsof we om de hoek wonen en er dagelijks komen.

Bij Cann River draaien we Highway 1 op richting Melbourne. Elke paar kilometer wordt ons opgedragen vooral een "powernap" te houden als we slaap hebben, als we geeuwen, als onze ogen branden of als we gewoon moe zijn. Ze zijn hier als de dood voor mensen die achter het stuur in slaap vallen. Op de radio luisteren we naar twee interessante gesprekken. Eerst in Philosophy Hour een interview met een schrijfster van een nieuw boek over het sociaal contract en daarna zit er een rodeotopper in de studio die vertelt dat rodeostieren het echt heel leuk vinden als er iemand op hun rug springt. Er bellen allerlei verontruste mensen op, erg leuk!

We belanden in Bairnsdale, een plaats die voldoende groot is (11.000 inwoners) om alle faciliteiten in huis te hebben zoals enkele grote supermarkten. Het is nu nog minder dan 300 kilometer naar Melbourne, dus dat kunnen we gemakkelijk in een dag rijden, waarschijnlijk woensdag. Gardens Caravan Park zit aan de rand van het centrum en vormt een prima uitvalsbasis voor de regio. We kunnen hier gebruik maken van een koelkast, gasfornuis, bbq en magnetron. Wat een weelde! We wassen en drogen onze vuile kleren maar weer eens zodat we er weer enkele dagen tegen kunnen.

Dinsdag 25 november 2008: Bairnsdale

Vlakbij Bairnsdale ligt Mitchell River National Park. In dit park kun je de Den of Nargun Loop lopen. Het is een korte wandeling (5 km), maar wel een interessante. Mitchell River stroomt hier door regenwoud. Het is een van de zuidelijkst gelegen regenwouden ter wereld. Vanaf Bluff Lookout hebben we een prima uitzicht op de omgeving. Niet veel later zien we een kangoeroe wegspringen zodra hij ons in de gaten heeft.

Nadat we de rivier van dichtbij hebben bekeken, komen we al snel bij de "hoofdattractie" van de wandeling: de Den of Nargun. Dat is een grot waarvan het verhaal gaat dat de Nargun hier leeft, die bestaat uit half mens en half steen. In het verleden zijn er regelmatig kinderen door hem verzwolgen, dus het blijft oppassen geblazen! We bekijken de grot op gepaste afstand zodat wij niet ten prooi vallen aan de gulzigheid van Nargun. Terug bij de auto zweten we allebei behoorlijk. Niet zozeer van de angst voor Nargun, maar door de warmte en de vochtigheid.

Via Fernbank komen we weer op Highway 1 die we westwaarts volgen tot aan Stratford. Bij Wa-De-Lock CellarDoor (een rare naam voor een koffietent/lunchroom) drinken we een goede bak koffie voor we via Bengworden binnendoor weer terugrijden naar Bairnsdale. Bij Safeway (zusje van Woolworth) halen we ingrediënten voor pannenkoeken, want daar hebben we erg veel zin in. De pannenkoeken zijn uiteindelijk niet zo mooi als thuis, maar ze smaken er niet minder om.

De zon is inmiddels uitbundig gaan schijnen en dat geeft ons de gelegenheid om lekker voor onze tent wat te lezen. Onze tent heeft 's morgens al vroeg zon, maar in de middag verdwijnt de zon al weer vrij vroeg. Met een flinke wind erbij wordt het dan toch fris, dus we doen maar weer wat extra kleding aan en gaan veel te duur internetten bij een videotheek (vreemde combinatie). In de avond bekijken we alvast wat er in Melbourne te doen is, want die richting gaan we morgen op.

Woensdag 26 november 2008: Bairnsdale - Cowes (Phillip Island)

De tent is nog wat vochtig van de dauw, maar we pakken hem gewoon in. Vanmiddag kan de tent wel drogen op de volgende camping. Halverwege de rit naar Melbourne besluiten we binnendoor wat af te zakken naar Phillip Island. Dat ligt ruim 100 kilometer ten zuiden van Melbourne en je moet en koala's en pinguïns kunnen zien. Dat lijkt ons wel wat.

Het is prima weer en onze Toyota Camry tuft rustig door het heuvellandschap. Australië heeft de naam nogal droog te zijn (en dat zal in het middelste deel ook zeker zo zijn), maar hier in het kustgebied van zuidoost Australië is het zo groen als een golfbaan die er goed bij ligt. We komen door allerlei gehuchten. Daarbij vergeleken is Kamerik een flinke plaats en Woerden een grote stad. Het zijn voornamelijk boerderijen met grote stukken land en veel koeien of pas geschoren schapen. We stoppen even om een foto te maken van iemand die zowel letterlijk als figuurlijk wel erg goed boert. Wat een prachtig huis! We wanen ons even in Hollywood...

Phillip Island is erg toeristisch. Zelfs nu de vakanties hier nog niet begonnen zijn, is het hier al vrij druk op straat en op de campings. Bij het visitor information centre halen we nog wat brochures op en we kiezen voor Cowes Caravan Park. Het is de duurste camping tot nu toe, 32 Australian Dollar per nacht (16 Euro). Het zijn wel ruime plaatsen en de camping ligt direct aan zee, in Cowes aan de noordkant van het eiland.

We mogen geen "tarp" gebruiken op de camping staat op een papiertje bij de receptie. Waarom dat niet mag staat er niet bij en wij vinden het maar een rare regel. Tarp is de afkorting van tarpaulin. Het is een hardplastic zeil dat je onder de tent legt om de vloer van de tent heel en schoon te houden. Wij hebben alleen maar tarp bij ons en gaan echt niets anders kopen. We doen dus net of we het niet gezien hebben en of wij "domme" Hollanders niet weten wat tarp is. Er gaat gewoon tarp onder ons tentje. Die paar vierkante meter die wij gebruiken... We vouwen het echter wel dusdanig dat als de tent eenmaal staat, je niet of nauwelijks kunt zien dat er tarp onder ligt. Nu maar hopen dat de "tarp-politie" ons niet snapt!

Er is een Koala centre op het midden van het eiland. Hier leven koala's enigszins beschermd en doen ze er onderzoek naar. Al snel zien we enkele koala's in de bomen zitten. Ze eten eucalyptusbladeren en verder vrijwel niets. Dat is nou niet bepaald een energierijk dieet en om energie te besparen slapen ze 20 uur per dag. Reden genoeg voor Brigitte om ook als een koala te willen leven met "energie besparen" als excuus. Zal ze nog steeds zo enthousiast zijn nu ze heeft gelezen dat mannetjeskoala's de koalavrouwtjes hard in de nek bijten, samendrukken tussen zichzelf en de boomstam en dan na één tot maximaal twee minuten paren weer vrolijk weg hobbelen en de ander nooit meer aankijken (tot het volgende seizoen) en voor de baby laten zorgen?

Bij de Coles halen we wat te eten voor vanavond en als vlees kiezen we kangoeroesteaks. Je bent in Australië of je bent het niet. Op het strand bij de camping voelen we het zeewater. Wij vinden het toch echt te koud voor een zwempartij en we zijn niet de enigen. Er zwemt vrijwel niemand en de twee meiden die we wel kopje onder zien gaan, blijven maar roepen "Oh my God, it's soooooooooo cold!". Zwemmen komt later wel... Dat geeft ons mooi de gelegenheid om in de zon met uitzicht op zee wat verder te komen in onze boeken. Voor de liefhebbers: Marianne Wesson, A suggestion of death (Rob) en David Hunt, Gezichtsbedrog (Brigitte).

Nadat we ons diner naar binnen hebben gewerkt en de afwas hebben gedaan, reizen we af naar het meest westelijke puntje van Phillip Island. Daar is elke avond de Penguin Parade. Dat betekent dat er vele honderden pinguïns in de schemering terugkeren uit zee. Ze waggelen dan de duinen in naar hun hol waar meestal hun kinderen hongerig op hen wachten. Dit spektakel kun je voor 20 dollar p.p. aanschouwen vanaf een soort betonnen tribune. Als je wat extra betaalt, mag je op een soort "VIP-tribune" en voor de mensen die echt niet weten wat ze met hun geld moeten, is er nog een skybox (helaas, géén grap...).

De eerste groepjes "little penguins" worden vanavond om 20.40 uur verwacht. Blijkbaar komt er nooit een pinguïn te vroeg met het avondeten? Zeker een derde van alle bezoekers (eigen schatting: 500) komt uit Japan. Ranger Ben vertelt dat we "extreme lucky" zijn, omdat we midden in het broedseizoen komen.

Enkele minuten voor het afgesproken tijdstip komen de eerste pinguïns voorzichtig aan wal. Ze verzamelen in groepen van 10 tot 25 en vervolgens lopen ze langzaam (maar snel voor een pinguïn) over het strand naar de duinen. Little penguins zijn ook echt klein. Ze zijn maar 30 cm groot en ze wegen ongeveer een kilo. Als we redelijk wat groepen aan land hebben zien komen, gaan we achter kijken waar de pinguïns heen lopen. Daar kunnen we ze van dichtbij bekijken.

Na een tijdje hebben we het wel gezien en lopen we naar de parkeerplaats. Daar lopen enkele pinguïns in de berm. Bij het strand mocht niet gefilmd of gefotografeerd worden, zelfs niet zonder flits. Nu op de parkeerplaats zijn er geen regels meer en de paar ongelukkige pinguïns die daar beland zijn, worden helemaal gek geflitst door iedereen. Terug in Cowes drinken we nog wat in de lokale pub.

Donderdag 27 november 2008: Cowes (Phillip Island) - Melbourne

Van Cowes is het maar anderhalf uur rijden naar Melbourne. We komen bij een tolweg en besluiten er dan maar af te gaan. De vraag is of dat verstandig is, want nu moeten we dwars door de stad heen. Het is wel een goede manier om de stad gelijk een beetje te leren kennen. Melbourne Big4 Holiday Park ligt ruim 10 kilometer ter noorden van het centrum en we boeken er voor twee nachten.

Als we de tent opgezet hebben, pakken we de tram naar het stadshart. Al met al hebben we wel een klein uur nodig om er te komen met al die stops, stoplichten en het vele verkeer. Er wonen bijna vier miljoen mensen in Melbourne, dus het is geen suf provinciestadje. We rijden door Brunswick Street en die straat ziet er leuk uit. Veel interessante winkels en lekkere restaurantjes. Het is niet ver meer naar het centrum, dus we stappen uit voor de lunch.

Nadat we een risotto en een pasta naar binnen hebben gewerkt, zijn we klaar voor een verkenningstocht in het centrum. Bourke Street is het kloppend hart van het centrum en de straten daaromheen doen daar nauwelijks voor onder. We struinen wat rond, maar we hebben geen spullen nodig. Jammer, want je kunt hier fantastisch shoppen in Melbourne! In heel Australië wonen veel mensen met Aziatische roots, maar in Melbourne lijkt het meer dan gemiddeld. Er is ook een Chinatown vol met lekkere eettentjes.

Als we het rondlopen wel een beetje zat zijn en de eerste regendruppels vallen, duiken we een internettentje in. We zijn wel even bezig en als we alles hebben gedaan wat we wilden doen, is de avond al gevallen. We lopen naar Little Bourke Street en bij een Aziatisch restaurant doen we ons tegoed aan allerlei lekkernijen voordat we weer per tram terugkeren naar onze tent.

Vrijdag 28 november 2008: Melbourne

We gebruiken de tweede dag in Melbourne om een kijkje te nemen in het Australian Sports Museum. Dit museum is gehuisvest in het cricketstadion van Melbourne. Vanuit het centrum is het een kwartiertje lopen. We komen langs de meer dan 20 tennisbanen waar de Australian Open wordt gehouden (helaas in januari). Het centre court zit in de Rod Laver Arena, vernoemd naar een beroemd Australisch tennisser uit lang vervlogen tijden.

Een polsbandje geeft aan dat we betaald hebben en de uren erna dwalen we rond in dit alleraardigste museum. Er is een tentoonstelling over de Olympische spelen. Wist u dat pas vanaf 1928 in Amsterdam een permanent vuur gedurende de spelen gangbaar werd? Bij die spelen haalde Australië slechts één gouden medaille. Het was een roeier die in de kwartfinale even stopte om enkele eenden over te laten steken. Ziet u het al voor u, heden ten dagen? Mooi verhaal. Er is ook een Australiër die op één Olympische Spelen meedeed met zwemmen, duiken en... boxen! Op nationaal niveau deed hij mee aan 29 verschillende sporten. Met recht een allrounder!

Veel aandacht voor typisch Australische sporten zoals cricket, netball, rugby en... Australian Football. Herinnert u zich de samenvattingen nog op Veronica met Harry Vermeegen? Het gaat er nogal ruig aan toe en het is hier buitengewoon populair.

Als we genoeg gezien hebben, eten we wat sushi en nemen we nog een kijkje bij de Queen Victoria Market. Ze zijn tot 18 uur open, maar om 15.30 uur is iedereen al aan het opruimen. Nou ja, we hebben toch niet echt iets nodig. Het begint te regenen, maar wij blijven (nog even) droog in de tram terug naar de camping. We koken overdekt en doen nog een was voordat we gaan slapen.

Zaterdag 29 november 2008: Melbourne - Daylesford

Na de grote stad Melbourne is het tijd voor wat ontspanning. Het is een vrij koele dag en het lijkt ons wel lekker om een beetje te badderen. En waar kan dat beter dan in Daylesford of in Hepburn? Deze twee plaatsjes liggen ruim 100 kilometer ten noordwesten van Melbourne. Ze vormen het hart van een gebied met "mineral springs".

We maken een ommetje, omdat we in Melbourne een afslag missen. Nou ja, missen... De oprit naar de snelweg die we moeten hebben staat dusdanig onduidelijk aangegeven dat we denken dat we die niet moeten hebben. Laat in de ochtend komen we in Daylesford aan. We halen een kaart van het dorp op in het visitor information centre. Dat is erg makkelijk hier in Australië: elk zichzelf respecterend gehucht heeft wel een visitor information centre, veelal gerund door wat oudere vrijwilligers.

Net buiten het centrum ligt de Jubilee Lake camping. De camping is best mooi gesitueerd en de overnachting is met 20 dollar de goedkoopste tot nu toe. We zijn zowaar niet het enige tentje, er staan al enkele tentjes van wat motorvrienden en niet veel later komt er nog een man met drie kinderen zijn tent opbouwen. Het is wel een camping in verval. Slecht onderhouden gebouwen en veel oude caravans van vaste bewoners. Geen camping waar wij een paar weken zouden willen verblijven.

In Daylesford lunchen we uitstekend bij Frangos & Frangos voordat we doorrijden naar Hepburn. Daar is het badhuis grondig gerenoveerd en we kiezen voor de "Sanctuary"-variant. Dat houdt in dat je niet alleen mag zwemmen in het standaardbad, maar ook in een speciaal gedeelte mag komen. Daar zit nog een stoombad, een bubbelbad en een zoutwaterbad waar je in zou moeten blijven drijven. Zou, want we blijven helemaal niet drijven! Wat een afknapper deze slecht geïmiteerde dode zee! Verder is het allemaal prima en keurig verzorgd.

Helemaal schoon geweekt arriveren we weer op de camping. We lezen nog wat, maken het avondeten klaar en omdat het koud is, gaan we al vroeg ons tentje in.

Zondag 30 november 2008: Daylesford - Adelaide

Zoals zo vaak op Australische campings, worden we al vroeg gewekt door de vogels. We rijden dan ook al voor achten weg. We willen naar Kangaroo Island, ruim 100 kilometer onder Adelaide. Onze telefoon weigert echter op te laden en dat willen we graag op korte termijn laten herstellen. Het kan aan de oplader, de batterij of de telefoon zelf liggen. We besluiten dan ook naar Adelaide te rijden in de hoop en de verwachting dat we het daar op kunnen lossen. Na Adelaide rijden we dan wel door naar het zuiden waar we met de veerboot naar Kangaroo Island kunnen.

Het is een aardig stuk rijden, maar we hebben de tijd en het is toch zondag en dan zijn veel winkels e.d. gesloten. Langzaam maar zeker rijden we naar het westen over vrijwel lege wegen. De laatste paar honderd kilometer gaan vrijwel noordwaarts. Daar mogen we 110 km/u, dus dat schiet goed op. Cruise control aan en rustig blijven zitten. Er is voor automobilisten een politiecontrole op alcohol en drugs, maar wij worden er niet uitgepikt. We missen hierdoor wel de camping, want de fuik staat precies voor de campingingang. Als we even verderop keren en terugrijden, zien we de camping alsnog.

We zijn weer de enige tent zoals zo vaak. Als we de tent hebben opgezet, rijden we naar een shopping mall in de hoop daar te kunnen internetten. Dat kan echter maar tot 17 uur en het is inmiddels al 18 uur. Helaas. We rijden maar weer terug naar de camping, lezen wat en kijken naar de Australische televisie voor we onze tent opzoeken.

Maandag 1 december 2008: Adelaide

Voordat we in Adelaide het centrum gaan verkennen, doen we eerst wat boodschappen in de mall in de wijk Marion. Behalve wat te eten en te drinken, vinden we ook een originele Nokia-oplader. Die wordt door ons aangeschaft in de hoop dat hiermee de batterij weer wel oplaadt. Terug op de camping lijkt het goed te gaan. Het aantal streepjes van de batterij neemt toe, een goed teken.

Met de bus zijn we in drie kwartier in hartje Adelaide. Eerst naar het visitor information centre om te zien wat de mogelijkheden zijn voor een bezoek van enkele dagen aan Kangaroo Island. We willen morgen vertrekken en daar een auto huren. We mogen onze huurauto namelijk niet meenemen het eiland op. Doen we het toch, dan zijn we niet verzekerd. Er is echter vanaf morgen geen huurauto beschikbaar. Wel een dag later, maar alleen een erg dure 4x4. Dat lijkt ons geen goed idee. We verzinnen wel iets anders.

We wandelen wat door de binnenstad. Een ex-cricketer signeert er zijn boek en het loopt storm. Er staan een rij van wel 100 meter! Goede timing zo net voor de kerst in cricket minded Australië. We kopen als backpackers/kampeerders toch niet veel, dus de winkels hebben we al snel gezien. Veel bijzondere gebouwen of musea zien we niet (zijn er vast wel) en we belanden dan ook in een internettentje. Daar zijn we wel even bezig met het uploaden van nieuwe foto's en teksten.

Terug op de camping maken we gebruik van de beschikbare bbq. We tafelen nog wat na en dan is het bedtijd. Het is in Adelaide overigens een half uur vroeger dan bijvoorbeeld Sydney en Melbourne.

Dinsdag 2 december 2008: Adelaide - Broken Hill

Vanaf de camping in het zuiden van Adelaide hebben we meer dan een uur nodig om aan de noordkant de stad weer te verlaten. We tanken voor het eerst onder de 1 dollar per liter, met dank aan de sterk gedaalde olieprijzen. Als we de drukte van Adelaide eenmaal achter de rug hebben, komen we al snel in een gebied waar heel weinig mensen wonen. Zo af en toe komen we door plaatsjes van enkele honderden of soms zelfs enkele tientallen inwoners. Daartussenin ligt alleen maar akkerland, veelal begroeid met graan.

Na al die gehuchten komen we in Burra. Dat is een plaats met een regionale functie en zo'n 20.000 inwoners. We kopen er de spullen voor de lunch. In de uren daarna worden de plaatsjes alleen maar schaarser. We zien enkele kangoeroes, maar die zijn allemaal doodgereden. Onze tussenstand in Australië na ruim twee weken: 7 dode en 9 levende kangoeroes. Kijken welke groep aan het einde de winnaar wordt.

Tijdens de lunch bij een parkeerplaats langs de snelweg worden we elke twee seconden lastig gevallen door vliegen. Ze gaan op je neus, oren, handen, brood, beleg of waar dan ook zitten. Je wordt er tureluurs van! We vragen ons af hoe de mensen die hier wonen met het probleem van de vliegen omgaan. Wij zouden hier niet willen wonen met die lastpakken. We proppen snel ons brood naar binnen en gaan maar weer in de auto zitten met de ramen dicht.

Onze appels en passievruchten eten we ook maar op, want we naderen weer een staatsgrens. We gaan van South Australia naar New South Wales. En als je een staatsgrens overgaat binnen Australië, dan weet je het wel. Dan is er de fruitvliegpolitie! Je wordt niet altijd gecontroleerd, maar als ze groente of fruit in je auto vinden, dan ben je de sigaar. Dan moet je het inleveren en als het goed is krijg je ook een boete van iets van 50 euro. Ze zijn namelijk als de dood voor fruitvliegjes hier en dus mag je geen groente of fruit meenemen van buiten de staat. Zelfs niet als je het net in de supermarkt in een plaats vijf kilometer verderop hebt gekocht. Zelfs niet als je het in de staat zelf gekocht hebt (en dat kunt bewijzen), vervolgens de staat uitgegaan bent en een uurtje later weer terugrijdt. Jammer voor je. Ach, de gemiddelde Australiër weet niet beter.

Na nog enkele uren rijden door niemandsland (aardig om eens een keer gedaan te hebben, maar vanaf morgen maar weer een beetje richting de bewoonde wereld), arriveren we in Broken Hill. Dat is weer een redelijke plaats met 20.000 inwoners en diverse campings. We halen bij het visitor information centre wat folders op, slaan boodschappen in bij het plaatselijke winkelcentrum en rijden naar Broken Hill Caravan Park. Het is best een mooie camping met goede faciliteiten. Het feit dat deze camping, en vele andere campings in Australië, een koelkast en een gasfornuis heeft, weten wij te waarderen.

We doen de was en die droogt supersnel met de zon, 29 graden en wat wind. Ook de barbecue smaakt weer prima. Met de wetenschap dat in Australië de rente met een procent is gedaald, kunnen we waarschijnlijk prima slapen.

Woensdag 3 december 2008: Broken Hill - Mildura

Nadat we ontbeten hebben en de tent afgebroken is, is het tijd om Broken Hill te verlaten. De doelstelling voor vandaag is Mildura, een stadje in het noorden van Victoria. Het is nog geen 300 kilometer, voor Australische begrippen een poepstukkie. Als je rijdt en naar links kijkt, dan is er niets en als je naar rechts kijkt, dan is er ... ook niets. Nou ja, niets. Niet overdrijven! We zien struiken, nog meer struiken en af en toe een doodgereden kangoeroe. De een nog maar kort dood (veel vogels er op die wel zin hebben in kangoeroevlees) en de ander dusdanig vergaan dat er alleen nog maar een skelet ligt. Kangoeroes moeten hier duidelijk op verkeersles!

Na een paar uur rijden, melden we ons bij het visitor information centre. We selecteren een camping en worden gewezen op een park genaamd "Kings Billabong Wildlife Reserve". Dit park vol vogels ligt op 10 minuten rijden van Mildura en je moet er aangenaam kunnen wandelen. Nadat we de tent hebben opgezet op kurkdroge grond (de haringen willen er nauwelijks in) rijden we naar dit park voor een wandeling.

Als we uiteindelijk de parkeerplaats hebben gevonden, lopen we ongeveer 7 kilometer door het gebied. Het zijn vooral eucalyptusbomen, omgeven door water. Er zitten hier inderdaad nogal wat vogels. Zo zien we o.a. papegaaien, duiven met een kuif, vele eenden en een zwarte zwaan. Het is tegen de 30 graden en er is volop zon, goed dat we ons fatsoenlijk hebben ingesmeerd.

Terug in Mildura hebben we zin in een ijsje en we belanden bij de Mac Donalds. Daar eten we ook maar gelijk ons avondeten (en vergeten vervolgens het ijsje...). Bij Café de la Rue kunnen we internetten. We lezen er dat Huntelaar naar Real Madrid gaat en dat de kredietcrisis er in Nederland ook steeds meer begint in te hakken. Werktijdverkorting bij Corus en Volvo, huizenprijzen die in 2009 "fors" gaan dalen, we volgen het allemaal op gepaste afstand.

Terug op de camping drinken we buiten nog, maar we worden van alle kanten aangevallen door muggen. We zoeken dan ook maar snel onze tent op.

Donderdag 4 december 2008: Mildura - Wagga Wagga

Kerstkoortje in het winkelcentrum van Wagga Wagga

Zo laat is het gisteren niet geworden, maar omdat hier de vogels 's ochtends stil zijn, slapen we voor ons doen een beetje uit. Rob, die gisteren het langst bij de muggen heeft gestaan (in korte broek), heeft aardig wat muggenbulten en kan er maar moeilijk van afblijven. De tent is nogal stoffig, ook van binnen. Het is buiten zo droog dat er heel fijn zand de tent is in gewaaid toen we de tent lieten luchten. Het gaat er gemakkelijk weer af met een nat doekje.

We halen alvast de haringen en de buitentent weg en terwijl de binnentent droogt, ontbijten we. Als we teruglopen, komt er net een flinke windvlaag en we zien onze tent de lucht ingaan. We staan er gelukkig vlakbij en zover komt hij dus niet. Een volgende keer nog maar even twee haringen laten zitten...

Vanaf Mildura maken we een flinke sprong richting Sydney. De wegen zijn vlak en vrij eentonig, dan kun je maar beter wat meters maken naar de bewoonde wereld. Via de wat grotere plaatsen als Hay en Narrandera belanden we na 600 kilometer in Wagga Wagga. Het klinkt als een indianenstam, maar het is een behoorlijke plaats met ruim 50.000 inwoners. Net voor Wagga Wagga rijden we kilometers lang door grote zwermen sprinkhanen. De voorkant van onze auto is een groot sprinkhanenkerkhof. Over kerkhoven gesproken: we hebben na vandaag meer dode dan levende kangoeroes gezien. Gelukkig zijn er heel erg veel kangoeroes in Australië en kan de populatie wel tegen wat verkeersslachtoffers.

Als we een camping gevonden hebben en ons geïnstalleerd hebben, gaan we naar het winkelcentrum. Een koortje met meiden van een jaar of 11 zingt kerstliedjes (het is tenslotte al 4 december...) terwijl wij groente, vlees en een pak Merlot inslaan. Op de camping maken we hier een heerlijk eenpansgerecht van met rijst, voorafgegaan door een soepje.

Na de vaat genieten we nog van het mooie weer. Lekker in korte broek en T-shirt wat lezen. Nu maar hopen dat de muggen vanavond achterwege blijven!

Vrijdag 5 december 2008: Wagga Wagga

Vlnr. Langs de rivier de Murray – White Cockatoos op de camping in Wagga Wagga – Rob is druk bezig met de voorbereidingen van het avondeten.

Als we wakker worden op Sinterklaasdag (niets van te merken hier uiteraard) horen we de regen op der tent tikken. Het stelt niet veel voor, maar we gebruiken het als excuus om nog een half uur te lezen. Rob heeft zijn boek daarna uit en dus is het tijd om te douchen. We blijven vandaag in Wagga Wagga. We hebben de laatste dagen veel gereden en willen nu even een dagje rust en wat van de stad zien.

Het restant van de rijstschotel van gisteravond dient als ontbijt. Er is hier geen koelkast en overdag zo'n 30 graden, dus dan kun je verse etenswaren niet lang goed houden. Vanaf de camping lopen we in minder dan een kwartier naar het stadscentrum. Het is gezellig druk en het lijkt wel of half Wagga Wagga vrij is. Er lopen opvallend veel lelijke mensen (ontzettend subjectief natuurlijk...) rond in het winkelcentrum. We drinken er een goede bak koffie en nemen er op deze relaxdag een lekker gebakje bij. Je moet jezelf zo af en toe even verwennen!

Gisteren hebben we in het visitor information center een folder meegekregen met daarin een wandeling door het noorden van de stad. We doen een poging die te volgen, maar dat valt niet mee. Het kaartje heeft erg weinig detail en we zitten al snel verkeerd. In grote lijnen volgen we de route wel, maar het blijft zoeken. Het laatste deel loopt langs de rivier de Murray, dan kan het niet meer fout gaan. Ach, zo zien we toch een deel van de stad dat veel andere toeristen links laten liggen.

Het was warm gedurende de 12 kilometer van de wandeling en als we weer in het centrum zijn, gooien we eerst anderhalve liter koude frisdrank naar binnen. Onder een overkapping lezen we de krant terwijl we nog wat nazweten. Na de gebakken aardappels met sla en kangoeroesteak en de ontstane afwas gaan we weer richting het centrum. We internetten een tijdje voordat we aan de black ale gaan bij een populaire pub dichtbij de camping. Adelaide United wint ruimschoots van Wellington Phoenix en daarna wordt het tijd om af te taaien.

Zaterdag 6 december 2008: Wagga Wagga - Goulburn

Vlnr. Zaterdagmarkt in Goulburn – Overal een tekort aan water in Australië – De vrouw des huizes spaart treintjes.

Voordat we doorrijden naar de Blue Mountains, verblijven we een dag in Goulburn. Zo verdelen we de autokilometers een beetje en houden we korte ritten de laatste dagen voor we weer in Sydney zijn. We breken de tent weer af en rijden naar de Woolworths om ontbijt in te slaan. Even tanken en dan weer de highway op. Wat is het toch heerlijk rijden hier in Australië. Buiten de grote steden en op de snelwegen zijn er zelden of nooit files. In grote delen van het land kent men het woord file waarschijnlijk niet eens!

Onderweg stoppen we even in een plaatsje om ons verse brood en beleg op te eten in een parkje. Daarna is het nog een kleine twee uur doortuffen voordat we in Goulburn zijn. Er wordt een markt gehouden en we hebben even een Koninginnedaggevoel. Governor's Hill Carpark, een BIG4-camping ligt aan de rand van het stadje, langs de oude weg naar Sydney. Ze hebben er een uitstekende camp kitchen en de vrouw des huizes is een verzamelaar van miniatuurtreinen dus overal zie je dingen die met treinen te maken hebben.

In het centrum kopen we chili- en knoflookgarnalen, dus dat wordt smullen vanavond op de barbecue. De auto gaat door de wasstraat om de vele sprinkhaanlijken zoveel mogelijk te verwijderen en dat lukt heel aardig. Terug op de camping lezen we de zaterdagkrant en doen we de was. Om de economie van Australië te stimuleren, krijgen veel mensen volgende week 500 tot 700 Euro overgemaakt op hun rekening. Om te voorkomen dat mensen dit geld gelijk uitgeven aan drank, gelden er de dagen erna strikte regels bij de slijterijen. Er komt zelfs extra politietoezicht. Wat een betutteling, haha.

De garnalen zijn overheerlijk! We hebben meer dan een halve kilo gepelde garnalen, dus er valt nogal wat te smikkelen. Na de onvermijdelijke afwas komt het restant zaterdagkrant en het sudoku-boekje tevoorschijn. Buiten zitten teveel muggen, maar binnen in de camp kitchen is het prima toeven. Voor een zaterdagavond gaan we wat vroeg slapen, maar ja, voor ons is er momenteel niet veel verschil tussen de dagen.

Zondag 7 december 2008: Goulburn - Blackheath

Vlnr. Rob op een van de vele uitkijkpunten – Uitzicht op een deel van de Blue Mountains – Kleurenpracht – Echo Point – The three sisters vanaf Echo Point.

Het is nog rustiger op de weg dan normaal op deze zondagmorgen. Over een provinciale weg rijden we richting Katoomba in de Blue Mountains. Op de radio kunnen we maar één zender ontvangen, dus we horen een uur lang hoe zwaar Amerikaanse militairen het hebben na terugkomst uit Irak. Daarna gelukkig een uur lang goede en gezellige Ierse muziek.

Na enige tijd wordt het landschap heuvelachtiger en bosrijker. We komen in de buurt van de Blue Mountains. Het wordt ook drukker op de weg. Niet zo gek, want deze regio is populair en ligt op een goed berijdbare afstand van de veel dichter bevolkte kust rondom Sydney. Nadat we ons eerste uitkijkpunt hebben gehad, komen we in Blackheath. Dat is een klein plaatsje (paar duizend inwoners schatten we), zo'n tien kilometer van het veel bekendere en grotere Katoomba. In het visitor information centre halen we wat folders op en vervolgens rijden we iets terug naar Blackheath Caravan Park.

Hier slaan we onze tent op en er staan zowaar drie andere tenten! Nadat we lopend via het Memorial Park naar het centrumpje zijn gegaan (wat hebben ze hier een mooi buitenzwembad en wat zijn er weinig bezoekers), rijden we naar Katoomba. Er is een "Scenic Drive" die je langs de meeste hoogtepunten leidt. Er zitten aardige uitkijkjes bij. De belangrijkste attractie van Katoomba is toch wel "the three sisters". Dat zijn drie rotsformaties vlak naast elkaar, goed zichtbaar vanaf een uitkijkpunt naast het information centre. We nemen er een kijkje en het uitzicht is mooi, maar eerlijk gezegd zijn die drie zussen niet heel erg indrukwekkend. Gewoon mooi, meer niet.

We beëindigen ons rondje in Leura, een dorpje tegen Katoomba aan. Terug in Katoomba slaan we bbq-spullen in en op de camping maken we die soldaat. Onze avond sluiten we af met een pint in "New Hotel Ivanhoe".

Maandag 8 december 2008: Blackheath

Vlnr. Wandeling nabij Leura Cascades – The Blue Mountains – Brigitte bij een van de vele watervallen.

Van alle mensen op het tentveld, zijn wij het eerste op. Het stokbrood van gisteravond dient nu weer als basis voor het ontbijt. Het kan nog net... In een gekocht boekje met wandelingen in The Blue Mountains vinden we een aardige roundtrip "Leura Area". Een wandeling van twee tot drie uur, medium moeilijkheid en beginnend bij Leura Cascades Picknick Area.

Achteraf gaan het gelijk in het begin al fout. We moeten naar een uitkijkpunt, maar dalen af naar de onderkant van de waterval. De beschrijving en bijgeleverde map zijn niet gedetailleerd genoeg. We volgen zo goed en zo kwaad als het kan de richting waarheen we denken te moeten lopen. Dat blijkt gelukkig aardig te kloppen en een half uur later lopen we weer op de voorgestelde route.

Nadat we eerst een flinke tijd zijn afgedaald, volgt onvermijdelijk een lange en vooral steile weg omhoog. Het is warm en vochtig en al die traptreden omhoog zorgen voor een bezwete rug. De uitkijkpunten onderweg zijn al het zweet echter zeker waard en we keren tevreden weer terug op de parkeerplaats.

We rijden naar Echo Point, het uitkijkpunt voor The Three Sisters. Eerst bekijken we ze nog maar een keer en dan doen we het loopje ernaartoe. Het is minder dan tien minuten en blijkt niet heel erg de moeite waard. De drie zussen mogen wat ons betreft naar de categorie overschatte attracties. En dan ook nog 3,5 dollar aan parkeergeld heffen, afzetters. Tip: 300 meter verder sta je doordeweeks gratis.

In Katoomba willen we internetten. We horen dat dat kan bij de bibliotheek (gratis) en tegen betaling bij de videotheek. Wij houden wel van gratis, maar helaas blijkt dat je een computer moet reserveren. We kunnen anderhalf uur later terecht op een pc. We kijken wel even bij de videotheek. Daar kunnen we wel gelijk aan de slag. De uploadsnelheid is echter bedroevend, dus foto's versturen lukt niet. We blijven dus een beetje achterlopen qua foto's. Bij Coles slaan we nog wat eten in en de rest van de middag en avond besteden we lezend en barbecueënd op de camping.

Dinsdag 9 december 2008: Blackheath - Pitt Town

Vlnr. Uitzicht vanaf Govett’s Leap – Bloemen in Scheyville National Park

We douchen, ontbijten en breken de tent op. Ons eerste uitje van vandaag is Govett's leap. Dat is een uitkijkpunt op een waterval (en de wijde omgeving) in Blackheath enkele kilometers van onze camping. Zeker de moeite waard als je toch in de buurt bent.

Bij Mount Victoria slaan we af richting Bell en later volgen we Richmond en Windsor. In die omgeving, zo'n 80 kilometer van Sydney, willen we onze voorlopig laatste kampeernacht doorbrengen. Woensdag en donderdag slapen we dan in Sydney in een hostel en vrijdag vliegen we dan naar Hobart op Tasmanië. Daar zullen we weer 12 dagen gaan kamperen alvorens weer voor een week naar Sydney terug te keren.

Bij het Hawkesbury Tourism Visitor Information Centre informeren we naar campings in de buurt. We worden uitgebreid geïnformeerd door een aardige jongeman die in elke zin "sort of" gebruikt. In Pitt Town, een gehucht iets ten noordoosten van Windsor, is wel een camping aan de Hawkesbury River. Dat lijkt ons prima. We rijden er heen en er is plek zat.

In het shopping centre van Windsor eten we een wokmaaltijd en een woksoep (ook minstens een maaltijd!). We hebben genoeg energie verzameld om te gaan wandelen in Scheyville National Park. Dit park ligt vlakbij Pitt Town en het is er nogal rustig qua bezoekers. We komen namelijk helemaal niemand tegen in de ongeveer twee uur dat we er rondlopen.

Er is een wandeling aangegeven langs spullen van een oude boerderij. Een vervallen graansilo, een oude schuur, dat soort dingen. De route is lastig te volgen, er staan nergens pijlen o.i.d. Het park is echter vrij klein, dus we komen uiteindelijk wel weer bij het beginpunt uit zonder dat we precies de juiste route hebben gelopen. Toch een mooie wandeling in een interessant stukje natuur (en in de hitte).

Na al die inspanning is het tijd voor wat ontspanning. Er is een klein zwembad op de camping en daar zwemmen en zonnen we wat en lezen we The Australian. Dat is onze favoriete Australische krant. Goede nationale en internationale berichtgeving en elke dag behoorlijk dik. We eten nog wat soep met brood en dan is het tijd om de spullen in de auto op te ruimen of (soms) weg te gooien.

Woensdag 10 december 2008: Pitt Town - Sydney

Sydney Harbour Bridge (baan 6 voor cashbetalingen)

De dag begint onbewolkt en dat komt goed uit, want zo kunnen we de tent droog inpakken. We wassen en ontbijten eerst en daarna heeft de zon de ochtenddauw wel doen verdwijnen. De slaapzakken worden gelucht over de aanwezige waslijnen en de telefoon krijgt nog wat prik. Rond half tien zijn we helemaal gereed voor vertrek en gaan we op naar Sydney.

Het is niet ver, maar naarmate we dichterbij Sydney komen, wordt het drukker en drukker. We rijden over de M2 en daar moeten we tol betalen. Het is gelukkig maar 4,40 dollar. Later komen we borden waarop weer tol staat aangegeven, maar waarbij duidelijk vermeld staat dat je niét met cash of creditcard kunt betalen, maar dat je een pass of tag moet hebben. Die hebben wij natuurlijk niet als toerist. We gaan maar van deze snelweg af en kiezen een andere route die min of meer evenwijdig loopt.

We rijden over de Sydney Harbour Bridge het centrum in en ook hier moeten we weer tol betalen. Tot 11 januari kan het gelukkig nog contant. In het centrum moeten we even opletten met al die eenrichtingsstraten, maar al snel zijn we bij ons hostel. De kamer is al beschikbaar, dus we kunnen al onze spullen naar de kamer brengen. Nu eerst nog tanken, want de auto moet weer vol worden ingeleverd. Doe je dat niet, dan gooit AVIS hem voor je vol, maar wel voor 2,30 dollar per liter. De normale prijs aan de pomp is 1 dollar en dat is toch een beetje zonde!

Het inleveren van de auto gaat probleemloos. We hadden ook geen schade of wat dan ook. We hebben nog de hele middag in Sydney en we gebruiken die om weer helemaal bij te komen met de foto's op onze site. Rob laat ook zijn haren weer knippen, nou ja, bijwerken met de tondeuse is een betere omschrijving. Voor 15 dollar loopt hij er weer pico bello bij. We kopen nog wat leesvoer en drinken wat in een Ierse pub. De Tooheys Extra Dry is een aanrader!

Rob heeft zin in pittig Thais eten. Tegenover het café zit een Thais afhaalrestaurant. We bestellen er een medium hot en een hot gerecht, maar als we het niet veel later in het hostel opeten, valt de heetheid erg tegen. Het is wel lekker eten, maar totaal niet pittig. Terug op de hotelkamer lezen we nog wat voordat onze ogen dichtvallen. Twee nachten weer in een gewoon bed!

Donderdag 11 december 2008: Sydney

Vlnr. Darling harbour – Fontein in Sydney

De ochtend begint regenachtig en dat geeft ons mooi de gelegenheid om de krant te lezen terwijl de machine de was doet. Daarna is de was schoon en is het droog. Goed geregeld zo! Voor eind december hebben we een hotel geregeld en we gaan kijken waar dit hotel zich precies bevindt. Ruim een maand geleden is het Central Regent hotel van naam (en waarschijnlijk eigenaar) veranderd. Het heet nu Leisure Inn Sydney Central Ter plekke aangekomen controleren we gelijk maar even of onze boeking goed in hun administratie staat. Dat blijkt wel het geval en we krijgen een bevestiging uitgedraaid met een andere prijs dan wij per e-mail hebben opgekregen. Dat e-mailtje hebben zij echter niet meer. Wij wel en we zullen het ze nog even sturen.

Van Regent Street lopen we naar Darling Harbour. Daar zit een aardig winkelcentrum en vanaf de Pymont Bridge kun je mooi het havengebied overzien, inclusief Cockle Bay. We lopen door naar Macquarie Street waar we aan de wraps gaan als lunch. Vervolgens door naar de Art Gallery of NSW. Daar hangen vooral schilderijen, zowel van Australische schilders als van Europese. Er zitten wel wat mooie werken tussen, hoewel niet alles ons aanspreekt.

Er is nog een tentoonstelling van foto's van Aboriginals en daar zitten wel hele mooie composities bij. Er zijn ook nog wat beelden en bij twee hoofden ligt nog een kapot hoofd op de grond, alsof het gevallen is. Het blijkt echter onderdeel te zijn van het kunstwerk. Rare mensen toch, kunstenaars... We lopen nog wat door de stad en zien een grote bioscoop. Er draait o.a. de film "Australia", de filmhit van dit moment in Australië.

De film (met o.a. Nicole Kidman) gaat over Australië in de eerste helft van de 20e eeuw. Over Aboriginals die slecht behandeld en niet begrepen worden, gecombineerd met een liefdesverhaal. Het is een cultureel verantwoorde, feel good movie met happy end. Het is geen onaardige film, maar een Oscar verwachten we niet.

Nadat we een noodle-schotel gegeten hebben, kletsen we nog even met de tijdelijke "hoofd schoonmaak" van het hostel. Het is een Nederlandse jongedame die reizen en werken in Australië combineert en over enkele maanden weer huiswaarts keert.

Vrijdag 12 december 2008: Sydney - Hobart (Tasmanië)

Vlnr. Pas op voor de snuffelhond die alles ruikt! – Sublime, niet echt subliem, maar wel oké voor een of twee nachten.

Vandaag gaan we per vliegtuig van Sydney naar Tasmanië. De ochtend staat dan ook in het teken van alles netjes inpakken. Alle kampeerspullen gaan mee, maar er past best veel in de rugzakken, dus we hoeven niet zo heel veel in de overige tassen te proppen. We kopen nog een krant, internetten wat, eten het restant noodles van gisteren op en dan is het tijd om met de shuttlebus naar het vliegveld te gaan.

De shuttlebus rijdt kris-kras het hele centrum door om passagiers bij de verschillende hostels op te pikken. Al met al zijn we wel een uur onderweg naar de terminal voor binnenlandse vluchten. Dat geeft niet, want we hebben ruim de tijd genomen. Een meisje in het busje zit op hete kolen, want haar vliegtuig vertrekt al snel en ze had er op gerekend na 40 minuten bij de internationale terminal te zijn. Na drie kwartier stapt ze mopperend uit en gaat ze op zoek naar een taxi om haar vliegtuig niet te missen. Ze had natuurlijk niet zo krap moeten plannen.

Het vliegtuig vertrekt ruim 50 minuten te laat. De vlucht zelf verloopt prima en als we in Hobart aankomen, schijnt het zonnetje voorzichtig. Heel wat beter weer dan in Sydney, waar de regen met bakken uit de hemel komt. Ieders bagage wordt besnuffeld door een hond, want je mag geen groente, fruit of vis invoeren. De hond vindt een van onze tassen wel interessant. Er zit niets in wat niet mag, maar er heeft eerder wel groente en fruit ingezeten en dat ruikt hij.

Een shuttlebus brengt ons naar het centrum van Hobart. We hebben geen onderdak geregeld, maar we hebben bedacht dat we de eerste twee nachten wel in Hobart willen slapen en nog niet gaan kamperen en nog geen auto huren. Het eerste hostel waar we informeren naar een kamer heeft geen plek meer, maar volgens hen heeft Sublime wel plek. Dat zit drie straten verderop en inderdaad, we kunnen er terecht. De kamers zitten boven een restaurant/kroeg/pizzeria en het is niet echt een hostel. Er is geen gemeenschappelijke ruimte en ook geen keuken, maar de kamer is wel lekker ruim en schoon.

Bij de haven, aan het begin van Elizabeth Street Pier, zit Fish Frenzy. Daar eten we uitstekende vis met salade en friet, begeleid door een Tasmaanse fles Chardonnay. We sluiten de avond af bij Irish Murphy's aan Salamanca Place.

Zaterdag 13 december 2008: Hobart

Fish Frenzy, Hobart.

Als we wakker worden regent het al, zoals voorspeld. Op zaterdag is er een markt op Salamanca Place. We lopen die richting op en zoeken eerst tevergeefs naar een supermarkt in het centrum. Er is wel een vrij kleine IGA, maar die gaat pas om 9 uur open. Salamanca Market is wat kleiner dan gedacht en het is wel aardig, maar ook niet meer dan dat. Er zit een kleine supermarkt (waar zitten hier toch de Coles en de Woolworths??) en daar slaan we dan maar wat in voor ontbijt en lunch.

Het blijft maar regenen, dus na het ontbijt nemen we uitgebreid de tijd voor de zaterdagkrant. Als het weer even droog is, gaan we op pad. We shoppen wat rond voor een goedkope huurauto. Verrassend genoeg heeft Hertz de beste deal. Morgenochtend halen we de auto op en daarna hebben we hem 9 dagen tot onze beschikking. Bij het visitor information centre kopen we een 8 weken-pas voor de nationale parken van Tasmanië. We mogen nu in ieder geval overal in waar we maar willen.

Voordat we weer naar onze kamer terugkeren, kopen we nog een nieuw busje met gas zodat we de komende anderhalve week weer kunnen koken. Op de televisie is er damesvoetbal (zie je dat in Nederland inmiddels al eens live?) en we komen weer een stuk verder met ons boek.

Na de volgende serie buien lopen we naar hetzelfde restaurant als gisteren, Fish Frenzy. Onze vis met patat en salade is weer goed, hoewel Rob's patat voor verbetering vatbaar blijkt. Naast Fish Frenzy zit een Food Bar, T/42. Met onze afritsbroeken, wandelschoenen en windstoppers vallen we ietwat uit de toon. Iedereen doet hier nogal zijn of (vooral) haar best om opgedirkt voor de dag te kopen. Hoge hakken, jurkje, tasje en een cocktail in de hand is hier de norm. Na een paar drankjes keren we weer huiswaarts.

Zondag 14 december 2008: Hobart - Ted's Beach

Vlnr. Onze Hyundai Accent – Koala’s in Something Wild – Forester Kangaroo – Tasmanian Devils.

We pakken alles weer in, ontbijten en halen onze Hyundai Accent op bij Hertz. Nadat we onze wagen volgeladen hebben, gaan we in noordwestelijke richting. Al snel zijn we uit de relatieve drukte en in New Norfolk doen we boodschappen voor vandaag en morgen.

Bij Something Wild gaan we van de weg af. Dit is een opvang voor gewonde wilde dieren uit die omgeving. Het entreegeld gebruiken ze voor eten, onderdak e.d. Ze hebben er aardig wat verschillende dieren. Brigitte fotografeert zich suf met al die fotogenieke beesten. Vooral de schattige kangoeroes kunnen haar wel bekoren. De wombat en de Tasmanian Devils krijgen ook veel aandacht.

Er loopt een riviertje achter het opvangcentrum. Daar zitten enkele vogelbekdieren. Eerst zien we ze niet, maar als Rob later nog eens kijkt, ziet hij er tot twee maal toe een zwemmen. Tijd om door te gaan naar Mount Field National Park. Vanaf het visitor information centre bij Mt Field kun je diverse wandelingen doen. Er blijkt 90 kilometer westelijker een gratis kampeerterrein te zijn. Dat lijkt ons wel wat voor komende nacht en we gaan die kant op. Bij Mt Field komen we morgen nog wel terug. We lunchen nog wel even op het terrein en dan gaan we op naar Teds Beach Campground.

Op weg naar Teds Beach Campground doen we nog de Creepy Crawly Nature Trail. Na ruim tien minuten zijn we klaar en het was best aardig, maar absoluut niet creepy. De weg slingert zich door een bosrijke omgeving. Na enige tijd zien we Lake Pedder liggen. Vroeger was Lake Pedder een klein meertje, maar in de jaren zeventig heeft men een grote dam gebouwd om energie op te wekken en Lake Pedder is toen 24 keer zo groot geworden. Dit tot grote woede van allerlei milieugroeperingen. Tot op de dag van vandaag strijden mensen ervoor het meer weer terug te brengen naar de oorspronkelijke grootte. Niet doen zeggen wij, het grote meer is prachtig, de natuur heeft zich al lang aangepast en het is duurzame energie.

Teds Beach ligt aan Lake Pedder. Het is een beetje lastig om een stukje te vinden waar de haringen de rotsachtige grond in willen, maar het is een fantastische stek. Er zijn toiletten, elektrische barbecues, tafels en alles is overdekt en gratis dus. En het uitzicht is prachtig, veel beter dan op de meeste campings. Er komt nog een wat ouder Australisch echtpaar staan, maar verder hebben we het rijk alleen.

Nadat we gegeten hebben, begint het te schemeren en komen er drie kangoeroes tevoorschijn. Het zijn kleine kangoeroes en een van hen heeft een babykangoeroe in haar buidel. Hartstikke leuk! We kletsen nog wat met de Australiërs terwijl we van de kangoeroes genieten en dan zoeken we onze tent op voor de nacht.

Maandag 15 december 2008: Ted's Beach - Tarraleah

Vlnr. Gordon’s Dam – Bloemenpracht op weg van Timbs Track naar Florentine River – Oppassen geblazen – Onderweg naar Tarraleah.

Het was volledig helder gisteravond en het leek een koude nacht te worden. En dat werd het! brrr! Het leek wel of we weer in Torres del Paine waren. We ontbijten en rijden naar de Gordon Dam. Dat is die controversiële dam die in de jaren zeventig is gebouwd. Hij is groot en hoog, maar verder niet heel bijzonder. We hebben het snel gezien.

We gaan terug over dezelfde weg richting Mt Field. Onderweg stoppen we om een wandeling te maken van Timbs Track naar Florentine River. Het weer is redelijk goed, maar door de regenval van de laatste tijd is de route op sommige plekken redelijk modderig. Het is een gevarieerd landschap en dat maakt de wandeling de moeite waard. We zijn in totaal drie uur bezig, op en neer. Op de terugweg zien we nog een zwarte slang (vermoedelijk een Tijgerslang) voor ons wegvluchten. Alle slangen zijn hier in min of meerdere mate giftig, dus dat vinden wij prima. De laatste dode door een slang in Tasmanië was in 1977 (zeggen ze) en dat willen we graag zo houden.

Op naar Mt Field voor nog een wandeling, voorafgegaan door de lunch. Vanaf het visitor information centre doen we de korte wandeling naar Russel Falls. Het is maar tien minuten heen en tien minuten terug, maar deze waterval mag er zijn. Er zijn momenten dat je graag een goede spiegelreflexcamera bij je zou hebben en dit is zo'n moment. In dit geval zou een groothoeklens ook erg prettig zijn. Het is een behoorlijke waterval met meerdere plateaus. Het is een van de mooiere watervallen die wij ooit gezien hebben.

De camping bij Mt Field is niet veel soeps. We besluiten een stukje door te rijden naar het noordwesten en we belanden in Tarraleah. Dat is een gehucht met een waterkrachtcentrale. Er zit zowaar een information centre en er zou ook vlakbij een camping moeten zitten. Het meisje dat ons helpt geeft aan dat het 200 meter verderop. Het is gemakkelijk te vinden, maar we zien nergens een kantoortje om ons aan te melden voor de Highland Caravan Park. In de Highlander Arms Pub informeren we en ze verwijzen ons naar het information centre. Dat blijkt ook dienst te doen als kantoor voor de camping! Als dat meisje dat nou gelijk zegt...

We zetten de tent op, doen de was en ons avondeten is een broodmaaltijd. Na de afwas en onze eigen douchebeurt, gaan we de krant lezen in de pub. Als Rob om 21 uur biertje nummer twee bestelt, krijgt hij te horen dat de pub zo gaat sluiten en dat het het laatste biertje wordt. Een pub die voor tienen dicht gaat? Het kan allemaal in Tarraleah!

Dinsdag 16 december 2008: Tarraleah - Burnie

Vlnr. Komen we onderweg gewoon even tegen – Mooie kleur, toch? – In Cradle Mountain Lake St. Clair National Park – Queenstown, wat een treurige plaats! – Op de camping in Burnie.

De sleutels voor de douches leveren we weer in en we rijden naar het visitor information centre van Cradle Mountain Lake St. Clair National Park. Dit is het eindpunt van de beroemde Overland Track die 85 kilometer noordelijker begint. Wij willen een korte wandeling doen en dat kan ook. Het regent en we nemen eerst maar eens een koffie, in de hoop

We gaan na de koffie eerst maar eens ontbijten. Er is een overdekte picknickhut met tafel en daar maken we gebruik van. Terwijl wij eieren bakken, pikt een grote vogel een boterham van een van de borden. Wat een brutaliteit! Met ons buik vol en iets beter weer gaan we aan de wandel. We combineren twee korte wandelingen en dan is het nog steeds een korte wandeling. Eerst lopen we de Larmairremener tabelti (een hele mond vol, maar de Larmairremener is het aboriginalvolk wat vroeger in dit gebied leefde) en die combineren we met de Platpus Bay Circuit. Vrij vertaald is dat het vogelbekdierbaairondje. Het is inderdaad een rondje, maar er is geen vogelbekdier te bekennen.

Na anderhalf uur zijn we weer terug en beginnen we aan onze rit naar Queenstown. Australiërs doen altijd een beetje alsof Tasmanië een achtergebleven gebied is. Dat valt tot nu toe erg mee, maar Queenstown is een troosteloze, arme mijnwerkersplaats. Met nog geen 3000 inwoners is het toch de grootste plaats in het westen, maar echt waar, je wilt hier je dagen niet slijten. De ene helft van de winkels staat leeg, de andere helft van de etalages is te treurig voor woorden. Gordijnen uit de jaren zeventig, spullen die te koop staan die je in Nederland hooguit optimistisch "retro" zou kunnen noemen. Het is echt een plaats om depressief te worden.

Om dat te voorkomen, kopen we een brood, wat andere boodschappen en dan rijden we heeeeel snel door naar het noorden. Via de B28 komen we in Tullah en daar lunchen we op een overdekte picknickplek. Daarna rijden we in een ruk naar Burnie, aan de noordkust. Met bijna 20.000 inwoners moet deze vierde stad van Tasmanië meer te bieden hebben dan Queenstown (genoemd naar Queen Victoria, zal ze leuk vinden!).

Het visitor information centre wordt deels bemand door ene Jan die 55 jaar geleden met zijn ouders uit Nederland is geëmigreerd. Kan hij zijn Nederlands weer eens oefenen. Soms gaat hij maar over op het Engels als hij even niet op de juiste woorden kan komen. De camping ligt enkele kilometers ten westen van Burnie. Er staat nog een man alleen op ons veld die zijn schotel niet goed gericht krijgt en later arriveert er nog een Ford Falcon Station met een Japanner en twee Japanse jongedames. Als de tent staat genieten we van een wijntje terwijl we wat lezen en na de vaat gaan we pinguïns kijken. Volgens Jan van het information centre komen die hier 's avonds tijdens de schemering aan land. Als wij echter van half negen tot bijna tien uur op het strand wachten, gebeurt er niets. Geen pinguïn te zien. Hebben ze vandaag een snipperdag?

Woensdag 17 december 2008: Burnie

Vlnr. The Nut, van een afstandje – Stanley, gezien vanaf The Nut – Bloem op The Nut – Sliding in Dismal Swamp.

Het eerste onderdeel op het programma voor vandaag, voorafgegaan door tanken, is het plaatsje Stanley. Dat is ongeveer een uur rijden naar het westen, langs de kust. Er torent een klein schiereiland hoog (152 meter) boven de zee uit. Dit noemen ze The Nut en de wandeling die je er op kunt maken heet dan ook The Nut Walk.

Eerst moeten we een kort, maar zeer steil stuk omhoog om naar het begin van de wandeling te komen. Luie mensen pakken de stoeltjeslift, maar wij zijn niet bang voor een paar zweerdruppels. Het is een aardige wandeling, met mooie vergezichten. Tijdens het tweede deel van de wandeling komen we diverse kangoeroes tegen. Het blijven leuke beesten.

Het centrum van Stanley is wel heel erg op toeristen gericht, maar de gerestaureerde historische huizen en gebouwen zijn wel mooi om te zien. Het is nog vrij vroeg en we rijden nog veertig minuten verder naar het westen. We gaan naar Dismal Swamp. In de brochure Tasmania's North West staat het als volgt omschreven: "It's a journey back in time to a Garden of Eden landscape with serious overtones of Jurassic Park". Dat belooft dus nogal wat! Meer dan ze waar kunnen maken helaas...

De entree is 20 dollar per persoon. Voor dat geld mag je drie keer van een glijbaan af, 110 meter naar beneden. Wel leuk, maar vrijwel niemand doet dat meer dan een keer, want je moet tien minuten redelijk steil weer omhoog lopen. Beneden aangekomen, kun je wandelen in het gebied. Het zijn echter hele korte wandelingen van een paar minuten en de omgeving is niet meer bijzonder of mooier dan we al gezien hebben in andere parken. Een echte afknapper dus. We willen Dismal Swamp omdopen tot Disappointing Swamp. Ze moeten langere wandelingen uitzetten, geen of een heel laag entree heffen en die glijbaan optioneel tegen betaling aanbieden.

Terug in Burnie lunchen we en dan rijden we naar Burnie centrum. Daar zit het Online Access Centre en daar kunnen we internetten. Toeristen betalen meer dan inwoners van Tasmanië, maar de man achter de balie matst ons met een beetje korting. Als we weer een beetje bij zijn met de mail en de website, is het tijd om boodschappen te halen bij de Coles.

Terwijl wij enkele uren in het centrum verbleven, heeft iemand op de camping onze fles water en de reeds aangebroken fles Fanta uit de gemeenschappelijke koelkast meegenomen. In een rijk land als Australië zou dat toch niet moeten gebeuren. Het is weer vrijwel onbewolkt geworden en we eten lekker buiten onze pasta op. Na de afwas verdwijnt de zon helaas al snel achter de bomen en de heuvels. Dan wordt het toch al snel fris met overdag 17 en 's nachts onder de 10 graden. Kunnen we mooi weer wat meters maken met onze boeken.

Donderdag 18 december 2008: Burnie - Legana

Vlnr. Een veld vol met ??? – Narawntapu National Park – Kangoeroes in Narawntapu N.P. – Narawntapu National Park.

Vlnr. Op het strand in Narawntapu National Park - Op het strand in Narawntapu National Park Black Cockatoo – We zijn halverwege onze reis (althans dat is de planning…).

Het is ruim een uur rijden van Burnie naar Narawntapu National Park. Dit vrij kleine park ligt aan de noordkust van Tasmanië, net rechts van het midden. In 1976 toen het een nationaal park werd, werd het Asbestos Range National Park genoemd, maar zoals zo vaak in Australië zitten ze nogal met het verleden in de maag en kreeg het later een onuitspreekbare Aboriginal naam.

Het stikt er van de kangoeroes en Brigitte vindt het dan ook gelijk een leuk park. Vanaf het visitor information centre bij Springlawn lopen we in anderhalf uur via o.a. het strand en Little Badger Head naar Copper Cove. Het is perfect weer voor een wandeling, droog, een beetje zon en niet te warm. Op de terugweg zien we nog twee grote black cockatoos.

Na ruim drie uur wandelen zijn we weer terug en gebruiken we de lunch bij Springlawn. Via de B71 komen we in Exeter waar we een krant en wat boodschappen inslaan. Dan is het nog maar een klein stukje naar Legana, een voorstadje van Launceston, de tweede stad van Tasmanië. Daar zit Lauceston Holiday Park Legana en daar zetten we onze tent neer onder de inmiddels uitbundig schijnende zon.

We halen een fles champagneachtige wijn en toasten op het feit dat we vandaag halverwege onze wereldreis zijn, althans, dat is de planning... Als de tweede helft net zo voorspoedig verloopt als de eerste, dan hoor je ons niet klagen!

Vrijdag 19 december 2008: Legana - St. Helens

Vlnr. Zomaar ergens onderweg – Mooie schelpjes op het stand van St. Helens – Ons eigen kampvuurtje.

De zon schijnt uitbundig op ons tentje als we wakker worden. Dat is een prettige manier van de dag beginnen! Na het gebruikelijke ritueel van wassen, ontbijten, afwassen, tent afbreken en haringen schoonmaken, kunnen we op pad. We zitten maar een klein eindje van Launceston vandaan en daar zijn we dan ook zo.

De auto gaat een parkeergarage in en we gaan naar Cyber King om te internetten. We slagen er weer in om helemaal bij te komen met de verhalen èn de foto's op de website. De bedoeling is om vervolgens naar het oosten te rijden, maar we zitten al snel op de snelweg naar het zuiden. Daar willen we nog niet heen, dus we keren om bij de eerste de beste mogelijkheid. We moeten weer helemaal de stad door om op de A3 te komen, van een rondweg hebben ze hier blijkbaar nog nooit gehoord.

Tegen half twee beginnen we wel weer trek te krijgen en we lunchen zoals zovaak op een idyllische plek. Dat doen ze goed hier in Australië, overal zetten ze picknicktafels neer, vaak nog met toiletten en gratis elektrische barbecues erbij. Als je dat in Nederland doet zijn ze binnen een week gesloopt of zitten ze onder de grafitti.

Terwijl we naar het live-verslag van de cricket test match tussen Australië en Zuid-Afrika luisteren, vervolgen we onze reis langs bossen en weiden en door kleine plaatsen totdat we in St. Helens belanden. Er zitten twee campings, maar er blijken ook gratis kampeerplekken te zijn praktisch naast het strand. Klinkt goed vinden wij!

Vanuit St. Helens rijden we een kilometer of vijftien naar het noorden, richting The Gardens. Er zitten diverse kampeerterreinen en wij kiezen Cosy Corner uit. We hebben een fraaie eigen plek, direct aan het strand. Er zijn geen douches of barbecues, maar voor een nachtje maakt dat niet uit. We eten pannenkoeken. Het is zo'n plastic fles waar alles al in zit. Water erbij, een minuut schudden en klaar is Kees. Het bakken gaat best goed, maar het beslag is vrij zoet en dat is niet zo heel lekker als je er kaas op doet.

Met uitzicht op de Bay of Fires, sprokkelen we wat dood hout bij elkaar en dat resulteert in een mooi kampvuur. Kunnen we ons mooi aan warmen, want zo warm is het inmiddels niet meer. Met het geluid van de golven op de achtergrond, vallen we in slaap.

Zaterdag 20 december 2008: St. Helens - Coles Bay

Vlnr. Een te tamme kangoeroe met jong – Samen op de foto vanaf Wineglass Bay Lookout – Uitzicht vanaf Wineglass Bay – Freycinet National Park, Hazards Beach.

We breken weer op en zakken af naar het zuiden. Via Scamander en St. Marys rijden we naar Douglas Apsley National Park. Daar willen we lunchen en vervolgens wandelen. Praktisch gelijk nadat we er uit de auto stappen, worden we aangevallen door muggen. We proberen een broodje te eten, maar de muggen maken ons het leven zuur. Na een paar minuten dansen is het ons wel duidelijk: we gaan hier niet wandelen, we rijden wel een stukje door.

Weer veilig in de auto tanken we in Bicheno voordat we doorrijden naar de eindbestemming van vandaag, Coles Bay. Coles Bay is een kleine, maar vrij populaire plaats omdat het de toegangspoort is voor Freycinet National Park. Er wonen maar 150 mensen en het aantal toeristen overstijgt het inwonertal met groot gemak.

Er is een BIG4-camping en daar zetten we ons tentje op. Vlak naast de camping zit een kleine supermarkt die schandalige prijzen hanteert. We halen alleen wat vlees en groente voor de barbecue. Zo houden we de uitgaven een beetje binnen de perken.

We rijden naar Freycinet National Park. Daar lopen we de Wineglass Bay/Hazards Beach Circuit, een wandeling van 11 kilometer en niet bepaald vlak. Eerst flink omhoog naar Wineglass Bay Lookout. Vervolgens een lange afdaling naar Wineglass Bay. Volgens de dame in het information centre hoort dit strand bij "the ten most beautiful remote beaches in the world". Nou, het is best een fraai gelegen strand, maar dat vinden we toch wat overdreven.

Zowel op de parkeerplaats aan het begin als op Wineglass Bay zitten vrij tamme kangoeroes. Dat krijg je als mensen ze voeren terwijl dat uitdrukkelijk niet de bedoeling is. Niet erg verstandig, maar het is wel makkelijk foto's maken op deze manier. We steken door het bos over naar Hazards Beach. Daar zijn de uitzichten eigenlijk mooier vinden wij. Na een stukje over het strand slingeren we ons een weg terug naar de parkeerplaats. We lopen door bosrijk gebied, maar vlak langs de kust dus we hebben regelmatig mooie uitzichten over Promise Bay en Coles Bay. Het is een fraaie wandeling, gewoon doen als je hier een keer bent.

We komen nog een oudere man tegen die ons vertelt dat hij al bijna vijftig jaar van plan is om deze wandeling te lopen. In 1959 heeft hij het zich voorgenomen en vandaag is de dag dat hij zijn plannen waarmaakt. Het is dus nooit te laat om te doen wat je eigenlijk al heel lang zou willen doen!

Terug op de camping spoelen we het inmiddels opgedroogde zweet van ons lichaam en dan gaan we aan de barbecue met een rosé. We maken er een echte zaterdagavond van.

Zondag 21 december 2008: Coles Bay

Vlnr. Het strand van Coles Bay tegenover de camping – de vuurtoren in Freycinet National Park - Freycinet National Park, uitzicht vanaf Sleepy Bay – Town Centre van Coles Bay.

Het is vrijwel onbewolkt en dat geeft ons mooi de gelegenheid om de was te doen en op te hangen i.p.v. in de droger te doen. We wassen ook onze slaapzakken met de hand, dat wordt wel eens tijd na wekenlang kamperen. Als alles schoon is en ophangt, wandelen we naar het strand tegenover de camping. Met uitzicht op Coles Bay werken we het dagboek bij en komen we weer wat bladzijden verder in onze boeken.

Er staat een vuurtoren in Freycinet National Park. Deze vuurtoren staat bij Cape Tourville, maar enkele kilometers het park in. We rijden er heen en wandelen een populair rondje eromheen met regelmatig een fraai uitzicht. Als we weer terugrijden stoppen we nog even bij Sleepy Bay voor nog wat mooie vergezichten.>

Terug in Coles Bay gaan we naar het "town center". Dit bestaat uit een restaurant, een postkantoor en een supermarktje, punt. We scoren er een ijsje en een Tasmaanse zondagskrant. Op de camping hebben we dus weer vers leesvoer.

De zon staat hoog aan de hemel en we krijgen het zowaar warm met de zon pal boven ons. Na de lunch van soep en brood verkassen we dan ook naar een camp kitchen 50 meter verderop. Daar zitten we lekker in de schaduw. De was is inmiddels allemaal droog. Alleen de slaapzakken zijn nog een beetje nat aan de onderkant, maar dat komt wel goed voor we gaan slapen.

In het café om de hoek drinken we een biertje en kijken we naar cricket. Zuid-Afrika verslaat Australië in Perth toch nog onverwachts met een hoge score. Met wat onderricht van iemand op de camping beginnen we het eindelijk redelijk te snappen. Op tweede kerstdag begint men aan de tweede wedstrijd, dit keer in Melbourne.

Op de camping is internet beschikbaar, maar het blijkt maar tot 18 uur te kunnen en dat is het al. Overmorgen in Hobart maar weer even wat uploaden. We maken alle restjes op van de barbecue van gisteren en gaan na de afwas weer verder met onze boeken. Het was vandaag een echte lummeldag en dat mag best op onze laatste zondag in Tasmanië.

Maandag 22 december 2008: Coles Bay - Seven Mile Beach

Vlnr. Een Echidna, een egelsoort die hier veel voorkomt – Drive in drankwinkel – Hobart Bridge.

Vandaag wordt het onze laatste kampeerdag in Tasmanië voordat we weer terugvliegen naar Sydney. We zoeken een camping uit die dicht bij Hobart ligt. Het wordt de camping in Seven Mile Beach. Het is ongeveer anderhalf uur rijden vanaf Coles Bay en we installeren onze tent op het veldje zonder stroom.

Er zit een Parks and Wildlife Services-kantoor enkele kilometers verderop. Daar informeren we naar wandelmogelijkheden. Er blijken geen duidelijk gemarkeerde routes te lopen in het gebied. We nemen maar een kijkje op het strand en besluiten dan naar Hobart te rijden om te internetten.

Het is druk in de stad. Veel mensen zijn vrij en doen kerstinkopen. Voordat we onze auto gestald hebben in een parkeergarage, zijn we een kwartier verder. Gelukkig is er het eerste uur gratis parkeren. We sturen weer het laatste nieuws naar Nederland en lezen het laatste nieuws uit Nederland. Hoewel, is een nederlaag voor Feyenoord eigenlijk nog nieuws?

Buiten waait het inmiddels hevig. Het is zonnig en meer dan 25 graden, maar de bladeren waaien naar binnen. Terug in de auto horen we dat er flinke windstoten zijn geweest in Hobart en omgeving, maar dat de wind nu gaat minderen. Als we terug op de camping komen, blijkt dat ons tentje de wind niet heeft weerstaan. Onze buurman heeft ons weggewaaide grondzeil uit de struiken gevist en vastgebonden aan een paal. We mogen niet mopperen, alles is er nog en heel.

We zetten de tent opnieuw vast en dit keer met alle haringen die we hebben en diep de grond in! Zo, dat gebeurt ons hopelijk niet nog een keer. The Australian komt tevoorschijn en we lezen deze krant in de luwte van de camp kitchen. Eerst gooien we nog zestig procent weg van de spullen die in de koelkast staan. Allemaal bedorven spullen, of minimaal over datum.

Op de gasbarbecue maken we rijst met gehakt en groente en we gooien er zwarte bonensaus bij. Heerlijk! We lezen en kletsen nog wat voordat we ons terugtrekken in onze tent (die er nog staat!).

Dinsdag 23 december 2008: Seven Mile Beach - Hobart

Vlnr. Glass Art in Carnegie Gallery – Zomaar een straat in Hobart – Fish Frenzy.

We gingen vroeg slapen en zijn dan ook al vroeg uit de veren. De huurauto moet voor tien uur ingeleverd worden, maar dat lijkt geen enkel probleem te worden. Na het wassen en het ontbijt ruimen we al onze spullen netjes op in de auto. De auto tanken we helemaal vol, anders doet Hertz dit voor ons tegen een beduidend hoger tarief per liter.

We zijn snel in Hobart. Het is dan ook maar iets van 25 kilometer. We rijden naar het door ons geboekte Hobart Hostel en onze kamer blijkt al beschikbaar. Al onze spullen verhuizen we van de auto naar kamer 2 op de eerste verdieping. Daarna leveren we de huurauto in bij Hertz. Om de hoek zit een bioscoop en we kijken wat er draait. Niet veel soeps eerlijk gezegd, we gaan later wel weer een keer naar de bioscoop, maar niet hier en vandaag.

Op Argyle Street is de Carnegie Gallery gevestigd, boven het maritiem museum. Er is een tijdelijke tentoonstelling van glaskunst. Ruim 50 voorwerpen zijn er te bewonderen en er zitten enkele prachtige kunstwerken bij. Sommige zouden we thuis wel neer willen zetten of op willen hangen. Door naar het Salamanca Arts Centre. Daar zijn ook diverse tentoonstellingen van kunst, meer gericht op schilderijen en fotografie. Er zit niet echt iets bij wat ons heel erg aanspreekt.

We lopen terug via Hampden Road. Dat is een straat met mooie panden en aardige eettentjes, sommige is de wat hogere prijsklasse. Terug in het hostel lezen we de krant met ons restant rijst/groente/gehakt-prutje van gisteren. Dan maken we onze tassen vliegreisklaar. Opletten dat het zakmes niet in de handbagage gaat, want dan kun je hem inleveren op het vliegveld.

Rob drinkt een goede bak koffie en Brigitte gaat aan de hot white chocolate in het centrum bij Gloria Bean's Coffees en we duiken dan weer hetzelfde internettentje in als gisteren. Als we alles gedaan hebben wat we willen doen, sluiten we de avond traditioneel af met een diner bij Fish Frenzy. We nemen de Pier Platters for two, een variëteit aan warme en koude vis met patat erbij. Terug in het hostel proberen we op tijd te gaan slapen, want de wekker staat op 03:40 uur vannacht.

Woensdag 24 december 2008: Hobart - Sydney

Er zijn vannacht wat mensen die geen rekening houden met anderen. Tot ruim na tweeën zijn ze luidruchtig aan het tafelvoetballen in de recreation room. Gelukkig slapen we nog wel een paar uurtjes voordat we ruw gewekt worden door het alarm op onze telefoon. Snel even aankleden, tanden poetsen, bagage pakken en dan lopen we twee straten naar beneden waar we wachten op de Redlink-bus die ons naar het vliegveld brengt.

De bus is een kwartier te laat omdat de eerste chauffeur zich verslapen heeft. De chauffeur die eigenlijk rit twee zou doen heeft zijn rit overgenomen en heeft er flink de vaart in. We komen dan ook ruim op tijd op het vliegveld aan. Daar blijkt ons vliegtuig vertraging te hebben, maar het is uiteindelijk maar een kwartiertje. Voor we het weten zetten we al weer voet aan de grond in Sydney.

We lopen naar de treinen en kopen een Travelpass voor een week waarbij we onbeperkt kunnen reizen met bus, trein en veerboot binnen het overgrote deel van Sydney. De trein brengt ons vervolgens in nog geen kwartier naar het centraal station. Daarvandaan is het nog tien minuten lopen naar Leisure Inn Sydney Central, het hotel dat we geboekt hebben voor de komende negen dagen. Onze kamer is al beschikbaar, dus we kunnen gelijk onze spullen naar de vierde verdieping brengen.

De kamer ziet er netjes uit. Niet heel bijzonder, maar wel schoon en modern. Er zit geen ontbijt bij, dat valt tegen voor een hotel wat bepaald niet goedkoop is (hoewel het voor Sydney niet bijzonder duur is). Gelukkig hebben we een ruime koelkast op de kamer zodat we zelf ontbijt e.d. kunnen inslaan en koel kunnen houden.

We zitten dichtbij Chinatown en het zit dan ook vol lekkere eettentjes en toko-achtige zaakjes. We regelen een pot sambal en lunchen bij een Japanner. Als we er weer even tegenaan kunnen, wandelen we over George Street naar de Woolworths supermarkt. Wat een hel om daar te zijn. Het is de dag voor kerst dus het is enorm druk. En ze hebben meerdere verdiepingen en geen karretjes. Niet erg geschikt voor de dagelijkse boodschappen, maar ja. We vinden er toch genoeg voor het ontbijt van morgen en het avondeten van vandaag.

Nu nog een drankwinkel zien te vinden, want hier mogen supermarkten geen alcohol verkopen. Daar zijn speciale "bottle shops" voor, zeg maar de Gall & Gall's van deze wereld. Daar hebben ze wel altijd het bier en de witte wijn koud staan, dat is wel weer handig. Het duurt even voor we een geschikte bottle shop vinden, maar op Pitt Street slaan we onze slag.

Vlakbij ons Leisure Inn Sydney Central zit Internet Everywhere. Ze hebben vele tientallen computers en een prima verbinding voor een aantrekkelijke prijs. Daar blijven we een tijdje om wat zaken bij te werken. We lezen dat Willem van Hanegem ontslagen is. Niet geheel onverwacht natuurlijk na zijn uitspraken van de afgelopen dagen. zo blijven we een beetje op de hoogte van het wel en wee in Nederland.

Terug in het hotel bekijken we wat komedies terwijl we een boterham naar binnen werken. Voor we het weten is het al weer tijd om te gaan slapen.

Donderdag 25 december 2008: Sydney

Vlnr. Operahouse en skyline Sydney vanaf de veerboot – Tijdens onze wandeling bij Bradleys Head – Niet slecht wonen hier – De veerboten liggen klaar bij Circular Quay.

Het is eerste kerstdag, maar we merken er nog niet veel van. Sydney is niet heel erg versierd en van sneeuw is al helemaal geen sprake. Het is dat de nachtmis in Bethlehem live wordt uitgezonden en dat er een sportjaaroverzicht te zien is, anders zou je niet weten dat we het einde van het jaar naderen.

We doen rustig aan, de winkels zitten toch bijna allemaal dicht op wat Aziatische winkels na die niets aan kerst doen. Na het ontbijt nemen we vanaf het Centraal Station de trein naar Circular Quay, waarbij Quay verrassend genoeg wordt uitgesproken als "kiej". Het duurt maar tien minuten en dan zijn we bij deze haven.

Vanaf steiger 4 nemen we de veerboot naar Taronga Zoo. Het uitzicht op het Opera House en de Sydney Harbour Bridge is fantastisch. En dat voor een fractie van de prijs van een ticket van een korte cruise in het havengebied. In een kleine twee uur lopen we eerst naar Bradleys Head en daarna naar Mosman Bay. Daarvandaan nemen we weer een veerboot terug naar Circular Quay. Ondanks dat het nogal bewolkt is, is het zweetweer. De zon doet aardig zijn best om er doorheen te komen en er is 24 graden voorspeld. Niet slecht voor eerste kerstdag terwijl er in Nederland misschien wel op korte termijn geschaatst kan worden.

Met de trein weer terug naar het centraal station en dan lopen we naar Chinatown voor een late lunch. We gaan aan de soep en aan de vlees in saus met rijst. Uiteraard is het teveel en we nemen nog een restantje mee naar ons hotel. De zon schijnt inmiddels volop, dus in korte broek gaan we naar het Hyde Park om in de zon wat te lezen en weer een Sudoku op te lossen. Door de hoge gebouwen naast Hyde Park verdwijnt de zon iets te snel naar onze zin. Dan zit er niets anders op dan een Sundae-ijsje te halen bij de McDonalds. Er blijkt helaas geen softijs te zijn vandaag en we kiezen voor een soort slush puppy van Fanta Raspberry. Geen succes...

We bellen naar beide ouders om ze prettige kerstdagen te wensen. Dat kan nu wel met het tijdsverschil. Daarna duiken we Internet Everywhere in voor de laatste e-mails. We kijken vervolgens nog wat t.v. op de hotelkamer en dan is het mooi geweest voor vandaag.

Vrijdag 26 december 2008: Sydney

Vandaag beginnen we met het Museum of Contemporary Art dat bij Circular Quay zit. Er zijn interessante objecten te bewonderen, maar er zitten ook stukken bij die we echt prut vinden. Het dieptepunt (wat Rob betreft) is een voorstudie van een stingray in klei. Het is echt drie keer niks, maar het kan ook zijn dat wij met onze beperkte kunstkennis gewoon niet snappen hoe geweldig dit kunstwerk is.

Buiten is Emma, een zeer flexibele jongedame, bezig met straattheater. Ze doet buitengewone dingen met haar lichaam. Ze legt beide benen in haar nek alsof het niks is en uiteindelijk vouwt ze zichzelf dusdanig op dat ze in een heel klein glazen aquarium past. Ze kan zo meedoen in het Chinese staatscircus!

Deze Boxing Day is het uitverkoop. Sommige winkels gaan al om 5 uur 's ochtends open en op dat ongure tijdstip staan er al rijen! Het is een gekkenhuis in de stad die overstelpt is met koopjesjagers. Wij wachten wel even met boodschappen doen. Eerst maar een late lunch bij een Thais restaurantje. Later drinken we nog een biertje bij een Ierse pub. Het was een rustig en relaxed dagje vandaag.

Zaterdag 27 december 2008: Sydney

Vlnr. Rob in stijl aan de champagne in het operahouse – De concertzaal in het operahouse – Het verlichte Operahouse – Het prachtige verlichte Operahouse.

We doen lekker rustig aan deze ochtend. Een beetje lezen, een beetje Sky News kijken, uitgebreid ontbijten, uiterst relaxed. De telefoon op de hotelkamer gaat, wie kan dat nou zijn? Het is Sharon die sinds gisteren ook weer in Sydney is. We spreken af om morgen te gaan lunchen. Gezellig! De was moet gedaan worden en we hebben gisteren op internet gekeken waar self service wasserettes zitten. Het is een minuut of twintig lopen naar de door ons bedachte wasserette op Glebe Point Road in de wijk Glebe.

Die kant zijn we nog niet opgeweest en het blijkt een heel interessant gedeelte ten westen van het centrum. Veel mensen op straat en leuke tentjes om wat te eten en te drinken. Het wassen duurt een half uur en het drogen bijna net zo lang, dus we hebben tijd genoeg voor de krant. Als alles weer fris en droog is, brengen we eerst de was terug naar het hotel voordat we de trein naar Town Hall nemen.

Het is uitverkoop en Brigitte koopt een T-shirt ter vervanging van een ander en Rob slaagt voor een korte broek. Door naar Darling Harbour. Wat een mensenmassa! Het lijkt wel alsof half Sydney hier komt lunchen of flaneren. Je kunt wel merken dat het zaterdag én vakantietijd is. Wij kiezen in het food court voor kebab in een soort pannenkoek, met friet en salade.

Van Darling Harbour lopen we naar station Wynhard en daar gaan we een halte met de trein (lijkt meer een metro) naar Circular Quay omdat we denken vast daar een visitor information centre zit. We willen informeren naar een goede plek voor oudjaarsavond, maar zien geen information centre. Achteraf blijkt die er wel te zitten en ook een bij Darling Harbour. Grrr...

Bij de bottleshop op Sussex Street kopen we een biertje en een wijntje voor de ouders van Rob die als het goed is morgenavond arriveren. Nog een paar uur en dan vertrekt hun vliegtuig vanaf Schiphol. Terug in het hotel werkt Rob het verslag bij en Brigitte neemt de handleiding van het fototoestel door. Ze wil vanavond als het donker is foto's maken van Sydney Harbour Bridge en het Opera House, dus even kijken hoe we de sluitertijd kunnen verlengen.

Even over half acht arriveren we bij het Opera House. We gaan naar het concert "For the good times" van het Australian Philharmonic Orchestra.Dat is een 60-koppig gezelschap vooral bestaande uit violen, wat blaasinstrumenten, een paar slagwerkers en een vleugje contrabas. Er is ook een groot koor, maar eerlijk gezegd komen die mensen weinig aan bod en ondanks hun aantal komt hun gezang niet echt uit de verf.

Het orkest o.l.v. talent Benjamin Northey speelt frivole nummers, vooral uit musicals en films. Het is een uitermate geslaagde avond. Er zijn gastoptredens van trompetlegende James Morrison (nooit van gehoord) en sopraan Bernadette Robinson levert ook een goede bijdrage en de zaal zit behoorlijk vol. Het geheel eindigt met het spelen van de Radetzky-mars (hoe spel je dat?) en dan kan Brigitte aan de slag met de camera. Ze schiet wat af om de brug en het Opera House goed op de foto te krijgen. Even afwachten hoe het resultaat er uit ziet.

Zondag 28 december 2008: Sydney

Vlnr. Het Olympische park – Gezellig samen met Sharon en Niels op de foto – Prachtige waterlelie – Wat een prachtige natuurfoto’s (…in het museum).

We staan redelijk op tijd op om naar het Olympisch Park te gaan. We lopen weer naar Central Station voor de trein naar Circular Quay. Daar pakken we de ferry die ons in een half uur naar Olympisch Park brengt. Althans, in de buurt want het is nog tien minuten met de bus. In het information centre halen we een map en we lopen een rondje langs het Olympisch zwembad waar Pieter van den Hoogeband gouden tijden beleefde ruim acht jaar terug. We zien nog de atletiekbaan, het ANZ-stadion en dan nemen we de trein terug naar het centrum van Sydney.

Het is warm en zonnig vandaag, hopelijk blijft dat zo de komende tijd. Op internet zien we dat de reis van Rob's ouders volgens planning verloopt voordat we teruglopen naar het hotel in afwachting van Sharon en Niels. Niet veel later laat de receptie weten dat ze zijn gearriveerd en we eten wat in Chinatown. Daarna gaan we door naar het Australian Museum. Daar is o.a. een prachtige tentoonstelling te zien met natuurfoto's.

Na dit cultuurshot gaan we aan de koffie en luieren we nog even in Hyde Park. Daarna scheiden onze wegen tot oudejaarsdag. We gaan Rob's ouders ophalen op Sydney Airport. Ze zijn mooi op tijd en alles is prima verlopen. In het hotel kunnen ze zich lekker opfrissen en we drinken nog wat voordat ze vermoeid van de lange reis hun bed induiken.

Maandag 29 december 2008: Sydney

Vlnr. Heel erg leuk, zo krijgen we toch nog een beetje een warm kerstgevoel. Bedankt! – De haven van Manly - Ria stond bijna op deze kleine slang – Pa en Ma proberen heelhuids naar beneden te komen (succesvol) – We komen onderweg een vriend tegen.

We zijn nog verwend gisteravond na aankomst van Rob's ouders. Ze hebben Nederlandstalig leesvoer en puzzelwerk meegenomen, een levensgrote nieuwjaarskaart van Brigitte's collega's bij Centric en de ouders van Brigitte hebben geld meegegeven "voor een goede fles champagne". Dat gaat goedkomen natuurlijk!

Rob's ouders zitten in een hotelkamer op dezelfde (vierde) verdieping als wij. Dat is wel zo gemakkelijk. We lopen een stukje de stad in naar een IGA-supermarkt. Voorzien van vers brood en vleeswaren, komen we terug bij het hotel waar we gezamenlijk ontbijten op onze hotelkamer. Het plan is om vandaag te gaan wandelen vanaf Manly. We pakken dan ook de trein naar Circular Quay en snel daarna vertrekt de veerboot die ons in een half uur naar de aanlegsteiger bij Manly brengt.

Er is een Manly Scenic Walkway die van het information centre naar Spit Bridge loopt. Het is een wandeling van een kleine tien kilometer die grotendeels de kust volgt. Eerst twee kilometer vrijwel vlak en rolstoelvriendelijk, daarna wordt het meer stijgen en dalen via vele trappen. Het dreigt te gaan onweren, het rommelt in de verte, maar we houden het droog.

De moeder van Rob stapt bijna op een jong slangetje dat haar pad kruist. Zo vaak zie je geen slangen, maar nu is het gelijk raak. De slang van nog geen 40 cm blijft nog even zitten voor de foto en verdwijnt dan in de bosjes. De uitzichten over het water zijn prachtig en het pad is goed aangegeven met bordjes. Slechts een keer lopen we een stukje om als we rechtsaf slaan waar we links hadden gemoeten. We zien nog wat hagedissen die zich warmen aan de zon en na ruim vier uur wandelen inclusief stops komen we aan de overkant van Spit Bridge.

We nemen de bus terug naar Wynyard en drinken koffie bij de Starbucks voordat we de trein pakken terug naar het hotel. Het is tijd voor een zeer late lunch, eigenlijk is het al bijna avondetenstijd. In Chinatown bestellen we vier gerechten en een pot rijst en we eten weer prima. Op weer naar het hotel waar we nog wat kletsen, drinken en plannen maken voor morgen.

Dinsdag 30 december 2008: Sydney

Vlnr. Wordt het koffie of iets anders? – Darling Harbour – Vanuit de botanische tuinen richting Sydney Operahouse – Wat gaan we nu doen? – Luisteren bij de rondleiding in het operahouse.

Na weer een gezamenlijk ontbijt lopen we richting Pyrmont. Daarvandaan moet je morgen het vuurwerk kunnen zien op en rondom de Sydney Harbour Bridge. We doen alvast vooronderzoek en het lijkt inderdaad een goede plek om morgen te gaan zitten. Om de hoek ligt Darling Harbour en daar gaan we aan de koffie. Via Market Street komen we bij St. Mary's Cathedral en daar nemen we binnen een kijkje. Daarna even snel een blik in the Art Gallery of NSW voordat we naar de botanische tuinen wandelen.

We zien de vleermuizen weer hangen en al snel lopen we naast Farm Cove. Iets rechts daarvan zit Mrs Macquaries Pt en daarvandaan kun je heel mooi foto's maken van het Sydney Opera House met de Harbour Bridge ernaast. Er zijn veel mensen aan het joggen ondanks het warme en zonnige weer.

We schaffen vast kaartjes aan voor "The essential tour" door het Opera House. We kiezen voor de tour van 16 uur, dan kunnen we eerst op ons gemak wat eten aan de haven bij Circular Quay. Ruim anderhalf uur later zitten we helemaal vol en lopen we naar het Opera House. We gaan met z'n allen op de foto die we later voor veel geld weer kopen. De rugzakken moeten we tijdelijk inleveren en dan mogen we met onze tourleidster Rhonda mee. In een uur tijd leidt ze ons door de gebouwen en laat ze enkele video’s zien. Het is wel aardig, maar meer ook niet. Als je het Opera House goed wilt ervaren, kun je beter een kaartje kopen voor een voorstelling. Dat is wel wat duurder, maar dan heb je ook wat.

Op de terugweg naar het hotel kopen we nog een champagne voor in de nacht van oud op nieuw. Als we morgenavond terugkomen in het hotel, kunnen we toasten op het nieuwe jaar. We drinken en lezen nog wat en dan sluiten we onze ogen.

Woensdag 31 december 2008: Sydney

Vlnr. 3 maal vuurwerk Sydney en aan de champagne!

Er staat vandaag maar één ding op het programma: vuurwerk kijken. Gisteren hebben we al gekeken waar we willen zitten. We hebben alleen geen idee hoe laat het druk wordt. Het is prachtig weer en na de boodschappen en het ontbijt lopen we op ons gemak naar Pyrmont Point Park, iets ten noordwesten van Darling Harbour. Daarvandaan hebben we een goed uitzicht op de Sydney Harbour Bridge.

Als we er rond het middaguur arriveren, zit er nog maar een handjevol mensen. We bemachtigen een bankje met wat schaduw van een boom. Dat is wel prettig met de zon en nog twaalf uur wachten in het vooruitzicht. Een paar uur later is het wel iets drukker geworden, maar er is nog ruimte te over. Sharon arriveert met een groep vrienden. Ze besluiten niet veel later te verkassen naar een parkje boven achter ons.

De uren tikken voorbij en het wordt langzaam donker. Rond half negen hebben we allebei een kijkje genomen bij de groep van Sharon en daar is het uitzicht nog net even wat beter. Net voordat om negen uur het kindervuurwerk wordt afgestoken verplaatsen wij ons naar het gras bij Sharon. Het vuurwerk van negen uur is ook al erg mooi, dus dat voorspelt veel goeds voor dat van twaalf uur.

Hoewel er officieel geen alcohol gedronken mag worden op de plek waar we zitten, gebeurt dat volop. Zolang je je maar gedraagt, wordt het gedoogd, zeker als je plastic bekertjes gebruikt. We hebben spijt dat we niet alsnog wat hebben gehaald. We kletsen nog wat en dan is het zover. We gaan 2009 in en een groots vuurwerk barst los. Het duurt een kwartiertje, maar het is erg indrukwekkend. Ze schieten voor 2,5 miljoen euro de lucht in, maar gezien de anderhalf miljoen bezoekers die op het festijn afkomen, is dat te rechtvaardigen.

Na afloop lopen we in ruim een half uur terug naar ons hotel waar we alsnog aan de champagne gaan.

Donderdag 1 januari 2009: Sydney

Vlnr. Ontbijt op de hotelkamer – Bondi Beach.

Als je in Sydney bent en het is zoals vandaag zonnig en maar liefst 34 graden volgens de weersverwachting, dan hoor je een dagje naar Bondi Beach te gaan. Dat is het zeer beroemde strand aan de oostkant van Sydney. We pakken de trein naar Bondi Junction en dan de expresbus naar het strand.

Het zandstrand is prima, maar niet erg spectaculair. De zee voelt vrij koud aan, maar als je eenmaal door bent, blijkt het toch wel lekker. Er zit veel plantmateriaal in het water, dat is niet zo prettig. Topless-zonnen lijkt hier wel toegestaan (hoewel het overgrote deel van de dames met top in de zon ligt), alcohol niet. Ze houden in Australië erg van regeltjes... We smeren goed en regelmatig en na een paar uur gaat ons shirt en broek weer aan, om te voorkomen dat we kreeftrood worden.

Op de terugweg stappen we uit bij Town Hall en we lopen naar Pitt Street waar we Thais eten. In het hotel spoelen we zeezout, zonnebrandcrème en zand van ons lichaam. We pakken alle spullen weer in, want morgenochtend gaan we vroeg op pad om de camper op te halen. Dan begint het (luxe) kampeerwerk. Na negen dagen Sydney hebben we daar wel weer erg veel zin in.

Vrijdag 2 januari 2009: Sydney - Katoomba

Vlnr. Apollo Campers – Met z’n alle voor de camper – Albino kangoeroes – Brigitte aait een Koala.

Er komen vandaag veel mensen een camper ophalen (het is de drukste dag van het jaar volgens Apollo) dus we zorgen dat we op tijd bij hen arriveren. We ontbijten, nemen afscheid van Sharon en Niels en de taxi rijdt om even over half acht voor. Twintig minuten later en 20 dollar lichter komen we bij Apollo aan en we zijn de eerste bezoekers die dag.

We moeten nog wat papieren ondertekenen en een dvd bekijken en dan krijgen we de camper mee. Alles ziet er goed uit en we hebben nieuwe banden, wat kan er nog misgaan? Als we alle spullen hebben ingeruimd, rijden we naar het westen, Sydney uit. Het is niet al te druk, het is vakantietijd, dus het loopt soepeltjes.

Onze eerste stop is bij Featherdale Wildife Park. Daar vind je een grote selectie aan Australische dieren. Veel soorten vogels, maar ook allerlei kangoeroes (waaronder volledig witte), slangen, wombats en natuurlijk koala's. Met de koala's kun je ook op de foto terwijl je ze aait. Van die mogelijkheid maakt Brigitte natuurlijk gebruik.

Door naar Katoomba, toch een beetje het hart van de activiteiten in de Blue Mountains. De enige camping is nabij de Katoomba Falls en er staat bij de entree "full". Wellicht is er nog een unpowered site beschikbaar, zo erg is dat niet voor een nacht. Ze hebben echter toch nog een plek beschikbaar met stroom en water, al is het maar voor één nacht. Het is wel een belachelijk dure camping. Hoog tijd dat ze wat concurrentie krijgen!

Eerst maar eens de watertank vullen. Al snel nadat we met vullen zijn begonnen, komt er geschreeuw uit de camper: "stoppen, het wordt nat hierbinnen!". Ook aan de onderkant komt er allemaal water uit, lekker is dat. Er lekt iets en goed ook! We deppen al het water maar op met handdoeken en doen morgen maar weer een poging. Het miezert inmiddels buiten een beetje dus we doen de was maar in de droger en gaan lekker binnen zitten de rest van de avond.

Zaterdag 3 januari 2009: Katoomba - Mudgee

Vlnr. Govett’s Leap (Blue Mountains) – Mudgee – Mens erger je ….

Het is droog, maar nog vrij koel als we van Katoomba Falls naar Furber Steps gaan wandelen. Al snel zijn we bij Scenic World en vinden we de weg naar Furber Steps maar slecht aangegeven. We zien een lange waterval met weinig volume nu in de zomer. Er komen cabines over met mensen die minder zin hebben om te wandelen. Het is erg groen overal en regelmatig zien we witte kaketoes die echter slecht willen blijven zitten voor de foto's.

De uitzichten op de Three Sisters zijn ondanks de bewolking prima. We bekijken ze nu van een andere kant dan toen we hier enkele weken geleden samen waren. We lopen vele honderden treden naar beneden en dat betekent dat we die ook weer een keer omhoog moeten. Beneden aangekomen zien we dat we met een grote ronde wel weer terug kunnen komen bij ons startpunt, maar dat is dan wel nog ruim vier uur lopen. Dat lijkt ons niet zo'n goed idee.

We draaien om en lopen een groot deel dezelfde route terug. Het laatste deel is anders en dat blijkt het stuk te zijn waar we hadden moeten beginnen. Daar staat alles prima aangegeven. Nou ja, uiteindelijk hebben we hetzelfde gelopen als dat we goed waren begonnen.

Na de lunch rijden we via Lithgow over de 86 naar Mudgee. Mudgee heeft bijna 9000 inwoners, maar daar merk je niks van op de camping. Daar is het rustig en de zon is inmiddels gaan schijnen. We maken nasi klaar en relaxen de rest van de dag. Als we het water (voorzichtig) willen bijvullen zien we dat het weer fout gaat. We gaan maar eens contact opnemen met Apollo, de camperverhuurder.

Zondag 4 januari 2009: Mudgee

Vlnr. Papagaai – Camping in Mudgee – Oude treinstation – Barbecue.

Vandaag blijven we in Mudgee. Het is prachtig weer, behoorlijk heet zelfs. Als het bijna twaalf uur is, lopen we in een minuut of vijftig naar het centrum. Onderweg pikken we mooi een sundae-ijsje mee.

De Coles-supermarkt is gewoon open op zondag. Dat is toch wel erg gemakkelijk. We kopen er allerlei lekkers voor de barbecue en wandelen dan via een iets andere weg weer naar de camping. Zo is het ongemerkt toch weer drie uur later geworden. De parkieten, papagaaien en kaketoes maken nogal wat herrie in de bomen op de camping. Ze hebben het er duidelijk naar hun zin. We proberen ze te vinden tussen de takken en de ene keer gaat dat gemakkelijker dan de andere keer. Sommige vogels hebben betere schutkleuren dan andere.

We hebben vanochtend eerst Michael (zwager van Brigitte) gebeld om hem te feliciteren met zijn verjaardag. Door het tijdsverschil konden we hem op 4 januari in de ochtend bellen terwijl het in Nederland nog 3 januari was. Met een beetje planning lukt live contact met Nederland wel zo nu en dan en met onze internationale belkaart blijven de kosten binnen de perken.

Er zijn meerdere barbecues beschikbaar. Op een plek staan tafels en stoelen en is het overdekt, dus die plek gebruiken we. We genieten o.a. van lamsvlees, garnalen, kipsaté en hamburgers en voor erbij hebben we ook genoeg lekkers. Als we uiteindelijk de koffie ophebben en uitgebuikt zijn, zoeken we ons bed op.

Maandag 5 januari 2009: Mudgee - Muswellbrook

Vlnr. Lekkage – Lekkage – Prachtige lunchlocatie.

Als Brigitte met Rob's ouders boodschappen doen, neemt Rob contact op met Apollo, de camperverhurder. De lekkage moet verholpen worden, want het is wat onhandig om wekenlang geen water in je camper te kunnen gebruiken. Ze bellen snel terug en er blijkt in Mudgee zelf een bedrijfje te zitten dat voor ons kan uitzoeken waarom het lekt en het vervolgens repareren natuurlijk.

Vijf minuten later zijn we bij het bewuste bedrijfje en al snel wordt duidelijk waarom het zo lekt als we het water bijvullen. Een aansluiting is helemaal losgeraakt, ze hebben ergens een paar schroeven niet goed geplaatst. Hebben de vorige huurders er geen last van gehad? Het water stroomt rechtstreeks de camper in als je het aan de buitenkant er in giet. Een beetje jammer natuurlijk dat het net bij ons fout gaat, maar het is in tien minuten hersteld met een paar schroeven en wat kit. Het trappetje bij de deur komt steeds naar buiten zetten als we rijden en nadat hij de moeren heeft aangedraaid gebeurt dat ook niet meer. Hij heeft alleen geen aluminium deurhaak, die hebben we ook gebroken meegekregen. We zetten de deur wel tijdelijk vast met een touwtje zodat hij niet gaat klapperen.

Het is zweetweer vandaag, echt heet. Het is tegen de 40 graden en er is nauwelijks wind. Als we een uur onderweg zijn met onze gerepareerde camper, is het koffietijd. We stoppen onderweg bij een rest area. Die zijn er vrij veel in Australië, altijd met een tafel om aan te zitten en vaak met toilet en regelmatig zelfs een gratis barbecue. Goed geregeld!

Met het warme weer van vandaag hebben we niet erg veel zin om lang te rijden. In een mijnwinningsgebied houden we Muswellbrook aan. Daar moet een camping zitten volgens onze wegenkaart. Later blijken er zelfs twee te zitten en we pakken de eerste die we tegenkomen. Een vrouw op leeftijd vergeeft haar laatste vrije plek aan ons . Het blijkt een camping met vrijwel alleen vaste plekken die bezet zijn door mannen die daar in de omgeving werken in de wegenbouw (zo zien ze er tenminste uit).

We doen niet al te veel de rest van de middag. We doen een was, voeren de parkieten met onze sla en puffen naast onze camper. Het water bijvullen gaat nu zonder problemen.

Dinsdag 6 januari 2009: Muswellbrook - Raymond Terrace

Vlnr. Hunter Valley – Hunter Valley – Verkoeling in het zwembad – Heerlijke biertjes – Zondsondergang.

Van Muswellbrook is het een half uurtje rijden naar Singleton. Bij de plaatselijke VVV geven ze aan dat we kunnen internetten bij de bibliotheek. Ze hebben er een stuk of vijftien moderne pc's die we gratis mogen gebruiken. We lezen over de kou in Nederland, doen onze financiën en verzenden enkele e-mails.

Nog in Singleton stoppen we voor een straffe bak koffie bij een rest area. We schieten de New England Highway op. Je merkt al snel dat we weer bijna aan de oostkust zijn, het wordt drukker en drukker op de weg. Net voor Newcastle draaien we de Pacific Highway op, naar het noorden. Bij Raymond Terrace doen we boodschappen en informeren we naar campings nabij Nelson Bay. Daar willen we graag de nacht doorbrengen. Het is echter hoogseizoen en er zijn meer mensen op het idee gekomen. Alle plekken zijn bezet en we besluiten te overnachten enkele kilometers ten zuiden van Raymond Terrace, op een camping aan de snelweg.

Van het verkeer hebben we geen last, we zitten aan het uiteinde van de camping en hebben zicht op weiland met koeien. Het is nog erg warm en we dobberen wat in het zwembad de rest van de middag. Als we het zat zijn, beginnen we aan de voorbereidingen van het avondeten en daarna kletsen en lezen we nog wat.

Woensdag 7 januari 2009: Raymond Terrace

Vlnr. Soldiers Bay – Koffie met een speculaasje – Een kever die zijn jasje heeft uitgedaan.

Er is wat meer bewolking vandaag, maar het blijft warm. Het is tijd om Nelson Bay te gaan verkennen. Het gebied heet Port Stephens en behalve Raymond Terrace, waar we vlakbij zitten, is dat een wat belangrijkere plaats in de regio. Vanaf de camping duiken we de Pacific Highway op in noordelijke richting en al snel staat Nelson Bay op de borden en moeten we er al weer af.

De Nelson Bay Road (wat een originele naam...) is de levensader van het schiereiland. Die volgen we een tijdje en dan slaan we af richting Soldiers Point. Het strand is er niet erg mooi, maar we kunnen er wel lekker koffie drinken naast het strand. We hebben er zelfs appelkoek en speculaas bij, het lijkt wel of we gewoon in Nederland zijn. We parkeren langs de straat en twee oudere dames die daar wonen, worden daar nogal nerveus van want ze kunnen nu niet meer goed zien wat voor verkeer er aan komt. We helpen ze uit de brand door de auto enkele meters naar achteren te verplaatsen. Weer een goede daad verricht!

Via de Salamander Way en de Government Road belanden we bij Nelson Bay. We parkeren onze camper enkele honderden meters van het strand. Daar hebben we de ruimte en we hoeven ook nog eens geen parkeergeld te betalen. We zitten in de schaduw van een boom en zo nu en dan gaan we de zee in om af te koelen. Het water is lekker van temperatuur. We zien af en toe een dolfijn vlakbij zwemmen. Die is niet bang uitgevallen zo dicht bij het strand.

Eventjes verderop eten we vis met patat. Het is allemaal wat te vet en te flauw naar onze zin. We hebben wel eens slechter gegeten, maar ook vele malen beter. Terug naar Raymond Terrace waar we bij de Woolworths onze boodschappen inslaan. Terug op de camping dreigt het lange tijd te gaan onweren, maar het zet ondanks de benauwdheid op wat spetters na niet door.

Brigitte geeft Rob's vader wat Sudoku-tips terwijl Rob de krant leest. Tijd voor koffie, nog een drankje en dan kunnen we weer bovenop de schoongewassen lakens gaan liggen.

Donderdag 8 januari 2009: Raymond Terrace - Gloucester

Vlnr. Pacific Gardens Van Village bij Raymond Terrace – Waar gaan we hierna heen?

Het fototoestel van Rob's ouders weigert dienst. Het geeft de nietszeggende melding "system error" en de lens wil niet meer naar binnen. We hebben nog wat hoop dat het probleem op te lossen valt door de nieuwste firmware te downloaden en er op te zetten, maar helaas is dat niet het geval. Ook op internet zijn geen oplossingen te vinden en Nikon adviseert in zo'n geval het toestel op te sturen ter reparatie. Geen goed plan, want het toestel is al een jaar of vier oud en de reparatiekosten zijn dan gelijk al hoger dan de huidige waarde. En... zo kunnen ze de komende weken geen foto's maken.

Er wordt besloten direct een nieuwe aan te schaffen. Bij de BigW vinden we een modern toestel met nu 10 i.p.v. 3 megapixels en allerlei toeters en bellen die zelden gebruikt zullen worden. Voor de liefhebbers: het is een zilverkleurige Olympus 1040.

De ochtend is al ruimschoots voorbij als we Raymond Terrace uitrijden. We willen naar Gloucester en dat plaatsje als uitvalsbasis gebruiken voor wat wandelingen in Barrington Tops National Park. Na een stukje snelweg rijden we binnendoor over Bucketts Way en zijn we anderhalf uur later in Gloucester waar we weer uiterst hartelijk geholpen worden door vrijwilligster van de VVV.

Aan de rand van het dorp ligt Gloucester Holiday Park. Het kantoortje zit dicht, maar er zit een belletje. Al snel doet een vrouw chagrijnig het luik open. Het lijkt er op dat we haar wakker hebben gemaakt. Sorry hoor, we zijn maar klanten. Ongelooflijk, wat een gebrek aan klantvriendelijkheid. De ongeïnteresseerdheid straalt er van af. Ze heeft geen plaats met water en stroom, maar vooruit, we mogen wel op een veld zonder faciliteiten. Morgen heeft ze waarschijnlijk wel een "powered site" voor ons. Het veldje is verder prima, maar het begint te regenen dus we brengen de middag verder binnen door waar we het netgekochte fototoestel instellen en leren kennen.

Vrijdag 9 januari 2009: Gloucester

Vlnr. Even een mailtje tikken in de plaatselijke bibliotheek – Hier is het mooi geweest met off road rijden. We keren om. – Een impressie van Barrington Tops National Park – De camper krijgt een schoonmaakbeurt aan het einde van de dag.

De regen is in de loop van de nacht overgegaan in miezer. We hoorden niets vallen op het dak van de camper dus we dachten even dat het droog was, maar dat valt dus wat tegen. Na het wassen, ontbijt en de vaat is het echter droog en we lopen het centrum van Gloucester in. Aangezien er hier 2500 mensen wonen, zijn we er snel doorheen. De oogst is een adapter waarmee de Australische stekker van het fototoestel van Rob's ouders in een Nederlands stopcontact kan en een krant.

In de bibliotheek kunnen we internetten. Als we klaar zijn vraagt de dame of we ook e-mails hebben verstuurd. Natuurlijk zeggen wij. Dan kost het 4 dollar. Haha, alsof het ook maar iets uitmaakt of je een e-mail verstuurt terwijl je zit te internetten. Zou het internetten gratis zijn geweest als we glashard hadden ontkend ook maar één e-mailtje te hebben gestuurd?

Een kilometer of veertig ten noordwesten van Gloucester ligt Barrington Tops National Park. Het eerste stuk weg is nog geasfalteerd en daarna wordt het gravel. We moeten er kunnen rijden zonder vierwielaandrijving, maar met een camper? Het blijkt geen groot succes. Rob doet zijn best alle kuilen en koeien te ontwijken, maar alles in de camper rammelt, inclusief de inzittenden.

Na vele kilometers heen en weer geschud, vindt Rob het mooi geweest en niet meer verantwoord. Dit is terrein voor een jeep, niet voor een Ford Transit met een huis achterop. We keren om en rammelen weer terug naar de geasfalteerde weg. We duiken linksaf de Thunderbolts Way op. Een kilometer of dertig noordelijker eten we broodjes gebakken ei aan een riviertje. We keren weer om richting Gloucester en besluiten naar Woko National Park te gaan om te wandelen.

Hier is het van hetzelfde laken een pak. Bijna tien kilometer lang hobbelen we over een gravelweg en dan bereiken we een camping. Daarvandaan kunnen we twee korte wandelingen maken, maar het regent toch wel behoorlijk. Wij watjes kruipen weer lekker de camper in en rijden terug naar Gloucester. Geen gravelwegen meer met de camper, hooguit een paar honderd meter indien het echt nodig is. Op de camping spoelen we de modderspetters zoveel mogelijk van de camper af voordat we aan de rijst met groente en chicken tonight gaan.

Zaterdag 10 januari 2009: Gloucester - Port Macquarie/p>

Vlnr. We staan prinsheerlijk in Port Macquarie – Pannenkoeken met kaas!!!!!

Het zonnetje schijnt tussen wat bewolking door en dan ziet de wereld er direct een stuk gezelliger uit. We lozen nog wat afvalwater en dan rijden we de weg op naar Taree. Het asfaltdek is een lappendeken vol hobbels en gaten. Bij Taree zitten we weer vrijwel aan de oostkust en kunnen we de Highway 1 nemen naar het noorden. Over maar liefst 32 kilometer is men hier (ook op deze zaterdag) bezig de snelweg te verdubbelen. Dat is hard nodig want dit is een van de drukste wegen van het land.

We rijden nog een kilometer of 80 en dan slaan we af richting Port Macquarie. Dit is een gezellige havenplaats met meer dan 45.000 inwoners. Er is een BIG4 camping, de Sundowner Breakwall Caravan Park en daar gaan we twee nachten staan. Het is een joekel van een camping en behoorlijk vol, maar prachtig gelegen. Het zit naast het strand en naast het centrum van de stad. Er zijn ook geen vaste plaatsen, dat maakt het wat gezelliger.

In het centrum wandelen we wat rond en we lunchen bij een Italiaans restaurantje. Daarna schiet Rob een kapper binnen en terwijl hij standje twee van de tondeuse over zijn hoofd krijgt, doet de rest van de familie boodschappen bij de Super IGA in hetzelfde winkelcentrum.

Op de camping gaat de badkleding aan en vereren we de zee en het strand met een bezoek. Het water is prima van temperatuur hoewel je toch weer even door moet komen. Rob springt naar hartenlust in de golven en is weer even kind. Na afloop van het strandbezoek staan er pannenkoeken op het menu. De vader van Rob speelt voor kok en we laten ons de pannenkoeken goed smaken!

Zondag 11 januari 2009: Port Macquarie

Vlnr. Kooloonbung Creek Nature Park – Waterlelies onderweg naar het strand – Een van de vele mooie strandjes – Lekker rustig hier op zo’n mooie dag – Beschilderde rotsblokken naast onze camping.

Opnieuw een dag met fantastisch weer. Voordat het erg warm wordt, maken we een lange wandeling. We beginnen op de camping, lopen door het centrum naar een oude begraafplaats en daarachter ligt Kooloonbung Creek Nature Park. Dat is een 50 hectare groot park dat midden in de stad ligt. We lopen over een houten pad, het is nogal nat ernaast en zo houden we droge voeten.

Er moeten ook koala's zitten, maar die houden zich schuil voor ons. Een klein half uur later zijn we het park uit en lopen we via de openbare weg naar het strand. Het grootste gedeelte lopen we langs Koala Street. Het is een vrij doorgaande weg en er is geen stoep dus dat loopt niet heel prettig, maar het moet maar even bij gebrek aan alternatieve routes. We zien mooie waterlelies en vinden een zesdelige schroevendraaierset die iemand heeft weten te verliezen. Kunnen we daarmee mooi de steel van onze hapjespan en een armleuning van een stoel aandraaien.

Als we deze drukke straat uit zijn, komen we bij het strand aan de oostkant van Port Macquarie. Het is zondag en prachtig weer, maar echt druk is het nergens. Aan het einde van het eerste strand ligt een "popfish" naar adem te snakken. Hij ligt half op het strand en weet door de stroming en de golven niet meer de zee in te komen. Wel een beetje dom een vis die niet fatsoenlijk kan zwemmen!

Via enkele andere strandjes komen we bij Town Beach dat naast onze camping ligt. Zo hebben we toch vier uur gewandeld, inclusief de nodige fotostops. Rob's vader is niet meer te houden met zijn nieuwe camera en ook Brigitte laat zich niet onbetuigd. We gebruiken de rest van de middag om wat te internetten en we rusten uit op het strand.

Maandag 12 januari 2009: Port Macquarie - Bellingen

Vlnr. Bellingen Showground (onze camping ter plekke) – Onze gast aan tafel bij het barbecuen.

De kust wordt door ons verlaten voor het rustieke Bellingen. We gooien zestig liter diesel in onze Ford en schieten Highway 1 op naar het noorden. Bij Kempsey stoppen we om boodschappen te doen bij een gloednieuwe Coles-supermarkt. Aan het water is een parkje en we drinken onze dagelijkse kop koffie voor we verder rijden naar Bellingen.

Bellingen blijkt normaal geen camping te hebben, maar er is deze week een creatieve week en speciaal voor de bezoekers van Camp Creative hebben ze de "showground" omgetoverd tot camping. We staan dus twee dagen lang tussen allerlei mensen die meedoen aan interessante cursussen zoals "A girl's best friend is her handbag", "Play the didgeridoo" en "Bollywood dance".

Bellingen is een dorp van 2600 inwoners en zelfs lopend heb je het centrum al snel gezien. Een kruidenier een garage en een kroeg, what more do you need? En dan vergeten we gemakshalve maar de golfbaan, het zwembad en het Chinese restaurant. Nabij het zwembad staat een elektrische barbecue en er staan ook banken. We rijden er met onze camper heen en genieten er o.a. van lamslapjes, hamburgers en de oude vertrouwde worstjes. Twee hagedissen hebben ook wel interesse in ons avondmaal en we trakteren ze op brood en druiven. Dat weten ze te waarderen.

Even over achten komen er vele duizenden vleermuizen overvliegen. Die leven hier in Bellingen van december tot april naast de rivier en als het begint te schemeren vliegen ze uit op zoek naar eten. Het is een fraai gezicht en we kijken onze ogen uit.

Dinsdag 13 januari 2009: Bellingen

Vlnr. Paddo’s in Dorigo National Park – Uitkijk in Dorigo National Park – Brigitte vindt een nieuw soort gorilla – Kunst?

Er staat een wandeling op ons programma. Zo'n dertig kilometer ten noordwesten van Bellingen ligt Dorrigo. Net voordat we bij Dorrigo zijn, slaan we rechtsaf naar de parkeerplaats van Dorrigo Rainforest Centre. Daarvandaan start de Wonga Walk, een rondje van 6,6 kilometer langs watervallen en door dichtbegroeid regenwoud. Weinig zon dus en dat komt goed uit want zo lopen we een paar uur lekker beschut.

We zien vogels en hagedissen en heel veel bomen, planten en paddenstoelen. Daarna rijden we door naar Dorigo, maar dat is helemaal niks. Meer dan een krant en een zakje katjesdrop kopen we er niet. Daarna dalen we weer 700 meter af naar Bellingen. Na de soep internetten wij een tijdje terwijl Rob's ouders aan de rivier van de zon genieten.

Op de camping maakt Brigitte de Australische variant van Sambal Goreng Boontjes. Daarna komen de vleermuizen en de muggen weer tevoorschijn en ritsen we onze pijpen maar weer aan om te voorkomen dat we lek worden geprikt.

Woensdag 14 januari 2009: Bellingen - Coffs Harbour

Vlnr. Vader en zoon in de supermarkt – Goede zwemcondities in Coffs Harbour.

Onze dagen op the showground zijn geteld en vandaag staat er slechts een korte rit naar Coffs Harbour op het programma. Om daar niet te vroeg te arriveren, rijden we vanuit Bellingen eerst naar Gleniffer, tien kilometer naar het noorden. Eerst slaan we een doodlopende weg in die logischerwijs uitkomt bij een kerkhof. Er moet een mooie plek zijn om te zwemmen nabij Gleniffer, maar dat valt toch tegen. We keren weer om en rijden terug naar Bellingen.

Vanuit Bellingen is het nog geen drie kwartier naar Coffs Harbour. Na de vaste prik, het visitor information centre, rijden we naar een winkelcentrum waar we bij de Woolworths boodschappen doen. De camping waar we heen willen ligt daar maar enkele kilometers vandaan. We boeken voor twee nachten en doen eerst maar eens een uitgebreide was. Die droogt als een tierelier met dit weer: warm, zonnig en vrij veel wind.

Na de rijst met groente als lunch lopen we naar Park Beach. Dat is een heel mooi strand en druk is het er weer niet. Er zijn wel weer strandwachten actief en regelmatig sommeert men iemand om vooral binnen het afgezette stuk te blijven zodat ze iedereen in het zicht kunnen houden. Het zand en het water zijn prachtig schoon, de temperatuur van het zeewater met 23 graden zeer aangenaam en de golven dagen voortdurend uit om er in te springen en te duiken en dat doen we dus ook. Een heerlijk strand dus.

Als we het zout weer van ons hebben afgeschrobd in de douche, nemen we de krant nog door voor het eten. Na de warme hap lezen, puzzelen en kletsen we nog wat voordat we tussen de schoongewassen lakens kruipen.

Donderdag 15 januari 2009: Coffs Harbour

Vlnr. Coffs Creek walk – Een oude begraafplaats in Coffs Harbour – De haven bij Coffs Harbour.

We hadden het zonnescherm open gelaten en vannacht ging het klapperen toen de wind toenam. Drie uur 's nachts ging Rob en zijn vader eruit om het scherm weer in te draaien. Daarna konden we weer rustig verder slapen.

Hier aan de oostkust vieren we nu echt een beetje vakantie. Het is lekker weer, bijna 30 graden en een strakblauwe lucht en we leven de hele dag door buiten. Vandaag beginnen we actief. We wandelen langs Coffs Creek, eerst aan de noordkant van het water en later langs de zuidkant terug. Soms is het even zoeken naar het juiste pad, maar uiteindelijk vinden we het allemaal wel met wat logica en de kaart. Op wat vogels en heel veel bomen na zien we niet heel veel bijzonders, maar we zijn een paar uur lekker bezig.

Na een soepje en een gebakken ei zoeken we het strand weer op. De wind is weer flink toegenomen en op het strand is het helemaal erg. Fatsoenlijk de krant lezen is er niet bij en als je gaat liggen wordt je gezandstraald. We genieten weer van het lekkere en heldere water en de golven voordat we terugkeren naar de camping.

Douchen, alsnog de krant lezen en wat drinken voor het eten. Rob maakt een prima pasta. Na de koffie kletsen we nog wat met onze Friese achterburen die ook al een paar maanden de wereld over zwerven. Moe en ietwat (althans dat hopen we) verbrand klimmen we ons bed weer in.

Vrijdag 16 januari 2009: Coffs Harbour - Beerburrum

Vlnr. Camper met een fraaie berg op de achtergrond – Boom met gele pluimen.

We willen vandaag flink wat kilometers maken richting het noorden, want de komende anderhalve week dat wij en Rob's ouders nog aan de oostkust zitten willen we nog wat dingen zien en doen die boven Brisbane liggen. Even voor negenen rijden we van de camping af en we doen eerst boodschappen voordat we de snelweg nummer 1 opslaan.

We passeren Grafton en al we ruim 100 kilometer gereden hebben, wordt het tijd voor koffie nabij Maclean. Rond half twee stoppen we weer voor de lunch en neemt Rob het stuur over van zijn vader. Nog een paar uur later zijn we Brisbane gepasseerd. Morgen willen we naar de Australia Zoo, de dierentuin van wijlen Steve Irwin. Op ruim tien kilometer afstand van de dierentuin vinden we een plekje voor onze camper op Glasshouse Mountains Tourist Park aan de Steve Irwin Way in Beerburrum.

Het is geen bijzondere camping, maar we hebben een aardig uitzicht op een bergje, het is er niet duur en ze hebben er barbecues. Aangezien we allemaal spullen hebben gekocht voor een bbq en er voor morgen regen wordt voorspeld, grijpen we het mooie weer van vandaag aan om gelijk vanavond maar te barbecueën. Als we daarna nog lekker even buiten willen zitten, worden we opgegeten door de muggen. We gaan dus maar de camper in en slapen vroeg op onze 200-ste dag van onze reis.

Zaterdag 17 januari 2009: Beerburrum - Gympie

Vlnr. Australia Zoo – Over een paar jaar houden ze deze niet meer samen vast! – Kookaburra’s – Varaan (even slikken…).

Vlnr. Crocmen met Bindi – Bindi singt (playbackt) een liedje over een wild horse (met een tam paard aan haar hand) – Terri lokt een krokodil – Brigitte met een kangoeroe – Rob natuurlijk ook met een kangoeroe (dezelfde).

We verwachten dat Australia Zoo om 9 uur of 9.30 uur opengaat. Aangezien we toch op tijd gereed zijn voor vertrek, zorgen we dat we om 9 uur voor de poort staan in het plaatsje Beerwah. Uiteindelijk gaan de kassa's pas om 10 uur open (denken we, daarover straks meer). De tickets zijn met 53 dollar per stuk niet goedkoop, we mogen dus wat verwachten!

Het is al snel duidelijk waarom de entreeprijs zo hoog ligt voor Australische begrippen. Het krioelt in het park van het personeel en vele vrijwilligers. Overal zijn mensen om je te helpen, om een show te geven, om je een ijsje te verkopen en ga zo maar door. Het is een goed georganiseerde, goed onderhouden en zeer commerciële dierentuin.

We bekijken otters, hagedissen, krokodillen, wombats en slangen en even voor 11 uur melden we ons bij het stadion (5000 zitplaatsen, een beetje amateurvoetbalvereniging gaat er van watertanden) voor een krokodillenshow. Er zit echter nog niemand, dus we zullen wel op de verkeerde plek zijn. Rob informeert maar eens bij een van de vele medewerkers en de dame zegt doodleuk "maar dat is ook pas om 11 uur meneer". Als Rob aangeeft dat het enkele minuten voor elf is en er nog niemand in het stadion zit krijgt hij te horen "I guess you came from New South Wales, there's no daylight saving in Queensland...". Er zit dus gewoon een uur tijdsverschil tussen twee staten die niet naast, maar boven elkaar liggen! Nooit bij stilgestaan, maar het verklaart een hoop. De dierentuin ging dus wel om 9 uur open en we stonden dus al om 8 uur voor de deur.

Nadat we het olifanten voeren hebben bekeken (wat kunnen die beesten een hoop watermeloen op), begint om 11 uur de show in het stadion. Bindi, de bekende dochter van Steve Irwin (jaar of acht oud?) treedt op met de Crocs Men. Ze zingen liedjes over dieren in het K3-genre met als doelgroep 4-10 jaar. Van ons had het wel wat korter gemogen. Daarna volgen wat korte shows met slangen en vogels en er zijn "leuke" prijzen te winnen voor mensen in het publiek die hun best doen een aap na te doen.

Daarna gaan ze aan de slag met een krokodil en het is een gelikte show onder leiding van de vrouw van Steve. Ook Robert, het jonge zoontje van de Irwins draagt nog een steentje bij aan de show en iedereen verlaat weer tevreden het stadion. We drinken wat en bekijken nog wat andere beesten voordat we de dierentuin weer verlaten. We rijden nog anderhalf uur naar het noorden en eindigen op een camping in de plaats met de fantastische naam Gympie. De zon heeft inmiddels plaatsgemaakt voor bewolking en een paar spatjes regen.

Zondag 18 januari 2009: Gympie - Hervey Bay

Even genieten van twee heerlijke ijsje na het internetten.

Vanuit Gympie is het anderhalf uur naar Hervey Bay. Het is hier rustig op de weg op zondagochtend, maar waarschijnlijk is het op doordeweekse ochtenden niet heel veel drukker. Als we Maryborough gepasseerd zijn is het niet ver meer en al snel doemt een Information Office op waar twee dames ons alles vertellen over Hervey Bay en tours naar Fraser Island.

Met genoeg foldermateriaal voor de rest van de dag rijden we langs de zee in Harvey Beach. Het lijkt ons wel wat om uitzicht op zee te hebben en we duiken dan ook een camping direct aan het strand op. Daar is ruimte genoeg en we kijken vanaf enkele tientallen meters op zee.

Op de camping boeken we een tweedaagse tour naar Fraser Island bij Fraser Explorer Tours en we lopen vervolgens naar een supermarkt om proviand in te slaan. Terug op de camping gaan wij een stukje verderop internetten terwijl Rob's ouders wat zwemmen in de zee en van de zon genieten. We pikken nog mooi even een ijsje mee voordat we terug lopen naar de camper. Na een gezonde en rijkelijk gevulde pastaschotel is de avond ook weer zo voorbij.

Maandag 19 januari 2009: Hervey Bay - Fraser Island

Vlnr. We worden door deze spin welkom geheten op Fraser Island – Rob’s ouders op Hammerstone Sandblow – Lake Wabby, Frase Island – Een dingo, niet ver van ons hotel – We voeren kleine druiven aan dit hagedisje.

De wekker staat om 6 uur dus al ruim voor die tijd zijn Rob's ouders al in touw. Even voor half acht staan we frisgewassen bij de bushalte te wachten op een dubbeldekker. Die is wat laat, maar niet veel later staan we bij de veerboot die ons vervolgens in veertig minuten naar Fraser Island brengt.

Er wachten vier vierwielaangedreven bussen op ons, maar slechts een van de vier is voor mensen die een tweedaagse tour doen, waaronder wij. Murray is onze chauffeur de komende twee dagen en hij stuurt de bus met een man of 35 behendig door alle zandpaden. Fraser Island is 's werelds grootste zandeiland. Er groeit hier van alles, maar alleen maar op zand, er is nergens aarde of klei.

We rijden een paar kilometer over het strand en dan wandelen we door het mulle zand van Hammerstone Sandblow naar een klein groenig meertje, Lake Wabby. Daar kunnen we bijna twee uur zwemmen en relaxen. We kletsen wat met enkele Nederlanders die ook op reis zijn en in Azië zijn begonnen. Aan het begin van de middag wandelen we weer terug naar het strand en brengt Murray ons naar het hotel.

De buffetlunch is niet om over naar huis te schrijven. Smakeloos en niet goed warm. Na de lunch rijden we naar een stroompje met water dat "vijf keer zo schoon is als leidingwater". Dat geloven we dan maar. Het is wel een aardig loopje langs Wanggoolba Creek, maar meer ook niet. De muggen worden ook actief en menigeen loopt een of meerdere bulten op van dit half uurtje. Bijna terug bij het hotel zien we nog enkele dingo's die de kust onveilig maken.

De sleutels worden uitgereikt en we krijgen twee tweepersoonskamers naast elkaar toegewezen. We poedelen nog even in het zwembad voordat we onder de douche springen. We drinken wat voordat we aan het dinerbuffet beginnen. Dat is beter en warmer dan het lunchbuffet. De dag besluiten we met het bekijken van een tenniswedstrijd van de Australian Open.

Dinsdag 20 januari 2009: Fraser Island - Hervey Bay

Vlnr. Maheno’s shipwreck – Een gezellige kwal op het strand van Fraser Island – Coloured Sands – Rob op Indean Head.

Vlnr. Eli Creek – Lake McKenzie.

Om half acht wil chauffeur Murray weer met de bus vertrekken, dus we zitten al weer op tijd aan het ontbijt in het Eurong Beach Resort. Al snel scheuren we over 75-Mile Beach, de "snelweg" van Fraser Island. We laten de mogelijkheid om over het eiland te vliegen aan ons voorbijgaan.

Na een tijdje komen we bij Maheno's shipwreck. Dat is een schip dat in 1935 tijdens een storm op Fraser Island is aangespoeld en er nu nog steeds ligt. Er ligt alleen nog een verroest karkas, niet heel erg bijzonder eerlijk gezegd. Een stukje verderop komen we bij the Coloured Sands, zandduinen die diverse kleuren hebben, van lichtgeel tot diep rood. Het zal wel een kwestie van chemie zijn. Aan het eind van het strand ligt Indean Head. Dat is een iets hoger gelegen uitkijkpunt met uitkijkjes over de Coral Sea en Fraser Island zelf. We zien nog wat schaduwen van stingrays, maar verder geen haaien, dolfijnen of andere dieren.

Voordat we alweer gaan lunchen bij het hotel, gaan we nog naar Eli Creek. Dat is een stroompje van enkele honderden meters die uitkomt in zee. Het is heel helder water, maar erg ondiep. Het is nergens veel dieper dan kniehoogte (Rob's knieën dan...). Er zijn meer mensen op het idee gekomen, want er staan tientallen jeepachtige auto's.

Na de lunch staat er nog maar één ding op het programma: Lake McKenzie. Dat is een meertje met superschoon zand en gevuld met alleen maar regenwater. Een klein paradijsje dus en zo ervaren we het ook. We schrubben onze lichamen met het heilzame zand. Je kunt er ook je goud en zilver mee poetsen en de trouwringen van Rob's ouders glimmen weer alsof ze net getrouwd zijn. Goed spul! Lake McKenzie is ons hoogtepunt van Fraser Island.

Rond 16 uur varen we weer terug naar River Heads en daarvandaan brengt een dubbeldekker ons weer terug naar onze camping. Met een biertje erbij eten we ons restant pasta en een soepje op. Als het serieus begint te regenen, vluchten we de camper in. Het is nog warm genoeg om buiten te zitten, maar om onszelf nou nat te laten regenen...

Woensdag 21 januari 2009: Hervey Bay - 1770

Vlnr. Kookaburra op de camping – Brigitte heeft weer eens een mooie bloem gespot.

Het heeft de hele nacht behoorlijk geregend (volgens Rob's ouders). Wij hebben er niets van gemerkt en dat is een teken dat we prima geslapen hebben. Het gras is nog nat buiten, dus ze zullen ongetwijfeld gelijk hebben. Nu is het prima, een beetje zweterig weer met wat zon en bewolking.

Op een kwartiertje lopen van de camping zit Global Gossip en daar kun je ook internetten. Daar lopen we heen en we zijn de eerste klanten om 9 uur. Een uurtje later is het tijd om terug te gaan naar de camping en nadat we afgerekend hebben, laten we Hervey Bay achter ons en zetten we koers naar Town of 1770.

Onderweg hebben we weer de dagelijkse koffiestop en we lunchen een kilometer of tachtig voordat we bij onze eindbestemming zijn. We strijken neer op Captain Cook Holiday Village en daar boeken we ook een tour voor morgen naar het Great Barrier Reef. We gaan met Lady Musgrave Cruises naar Lady Musgrave Island. Hopelijk wordt het net zo mooi als dat we hopen (en verwachten).

Er zijn wel veel muggen op de camping. Dat is jammer, want met 30 graden wil je eigenlijk je lange broek en truitje met lange mouwen niet aan. Insmeren met DEET is helaas ook niet afdoende dus we doen ze toch maar aan en zweten nog wat meer dan we al deden.

Donderdag 22 januari 2009: Town of 1770

Vlnr. Vissen naast de submarine – Nobbies op Lady Musgrave Island – Schelpen en dood koraal – Rob’s moeder met een zeekomkommer in de hand.

Vlnr. Snorkelaar Rob – De mannen regenen een beetje nat terug op de boot.

Om half acht worden we verwacht bij de boot voor de afvaart naar Lady Musgrave Island. Het eiland is genoemd naar de vrouw van de gouverneur of Queensland aan het einde van de 19e eeuw. Rond acht uur varen we met ongeveer 100 mensen weg en bijna twee uur later is de catamaran op zijn bestemming. Diverse mensen (waaronder Brigitte) hebben in meer of mindere mate last van zeeziekte. Gelukkig is de zee niet heel ruig en blijft de schade binnen de perken.

Eerst doen we een ritje met een semi-onderzeeboot. Het is eigenlijk helemaal geen onderzeeboot, maar het ruim ligt onder het wateroppervlak en de wanden zijn van glas. Hierdoor kun je mooi het koraal en de nodige vissen zien. Twintig minuten laten is het tochtje voorbij en gaan we met een bootje met een glazen bodem naar het eiland. Het is ondiep en zo nu en dan laat de schipper ons mooie dingen zien waaronder twee reuzenschildpadden.

Ene Bernadette doet de rondleiding op het eiland. Er zitten tienduizenden nobbies (zwarte vogels) met jonkies. Tot 1973 liepen hier enkele honderden geiten die de boel steeds kaal vraten. Toen het een nationaal park is geworden, zijn de geiten verwijderd. Nu is alles weer mooi groen en heeft de natuur zich grotendeels hersteld. Er ligt veel oud koraal op de stranden en we zien nog zeekomkommers die we ook in de hand kunnen houden. Ze voelen een beetje als een slak, maar zijn veel groter.

Na de lunch gaan we snorkelen. Dat is het absolute hoogtepunt van de dag. De onderwaterwereld is het mooist van dichtbij. Je kunt zelf bepalen waar je heen wilt snorkelen, van welke kant je de boel wilt bekijken en hoe lang je ergens wilt dobberen. We zien vissen in alle maten en kleuren en ook prachtig koraal in velerlei vormen, groottes en kleuren. Het is een feest voor het oog en het is jammer dan we om 14.30 uur moeten stoppen, omdat we om 15 uur weer op huis aangaan.

De terugtocht is de zee heel kalm, dus de kotszakjes kunnen achterwege blijven. Wel begint het te regenen en niet zo zachtjes ook. We zitten op het bovendek en krijgen regenjacks aangereikt. Zelfs met deze extra bescherming worden we nog flink nat voordat we de aanlegsteiger bereiken. De rest van de avond regent het zo nu en dan, maar het is te warm om binnen te zitten. We gebruiken het zonnescherm als regenscherm en worden opgegeten door de muggen terwijl we zweten van het klamme weer. Uiteindelijk toch de airco maar aangezet en binnen gaan lezen.

Vrijdag 23 januari 2009: Town of 1770 - Noosa

Nu we het meest noordelijke stukje hebben gehad van de oostkust (althans, de oostkust loopt nog veel verder door, maar wij gaan niet hoger), zakken we vandaag een stukje af richting Brisbane waar we dinsdag de camper weer moeten inleveren. Via Bundaberg en Gympie rijden we naar Noosa, zo'n 140 kilometer boven Brisbane.

Het heeft blijkbaar behoorlijk geregend gisteravond en vannacht, want we zien veel plassen, natte weilanden en twee keer is de weg overstroomd. Gelukkig is het beide keren ondiep waardoor we er langzaam doorheen kunnen rijden.

In Gympie slaan we proviand in en gebruiken we de lunch. Daarna is het niet al te ver meer naar Noosa. Als we rond 15 uur arriveren in deze plaats, regent het behoorlijk. Noosa is de stad van de rotondes. Volgens de mevrouw van de plaatselijke VVV zijn er "millions of them", maar dat is een tikje overdreven. Het schijnen er wel iets meer dan 100 te zijn.

We kunnen terecht op een centraal gelegen camping direct aan de Noosa River. Ze zitten al zo goed als vol en de plek die we krijgen is niet geweldig. Veel zand en met al die regen loop je dat allemaal de camper in. Nou ja, het is toch geen weer om buiten te zitten. De rijst met kip, groente en zwartebonensaus smaakt uitstekend en na deze vitaminenstoot duurt het niet lang voordat we ons zweterige bed opzoeken.

Zaterdag 24 januari 2009: Noosa

Vlnr. Australië, het land waar iedereen slippers draagt – Noosa Beach – Heerlijke eiersalade – Prachtige groene kikker.

De dag begint zonnig en daar moeten we van profiteren tijdens deze instabiele dagen. We wandelen via Noosa Sound naar Hastings Street. Dat is the place to be in Noosa. Het is een straat direct bij het centrale strand vol met winkels met kleding, souvenirs, sieraden en hippe teenslippers.

Ze hebben er ook goede koffie en thee en daar beginnen we maar eens mee. Na twee koffierondes omdat het ons zo goed smaakt, slenteren we nog wat door Hastings Street, maar op een stokbrood na weet men niets aan ons te slijten. Terug op de camping ziet de lucht er dreigend uit. Wij gaan snel op zoek naar een internettentje langs Gympie Terrace voordat de regen losbarst. Het valt uiteindelijk erg mee. Na een paar spetters en een onweersklap trekt de lucht weer een tijdje open. Na het internetten lopen we dan ook weer in de zon terug naar de camper.

We lezen de zaterdagkrant en komen weer wat verder met onze boeken. Het blijft de rest van de middag en avond droog, dus we kunnen lekker buiten blijven zitten de rest van de dag. Als 's avonds ook nog eens de zelfgemaakte eiersalade op tafel komt, kan de dag helemaal niet meer kapot.

Zondag 25 januari 2009: Noosa - Brisbane

Vlnr. Zwembad midden in Brisbane – Heerlijke biertjes – Brussels café in hartje Brisbane.

We verkassen vandaag naar onze laatste camping aan de oostkust. De komende twee nachten slapen we in het noorden van Brisbane, niet al te ver van de plek waar we de camper terug moeten brengen en ook gunstig gelegen t.o.v. het vliegveld waarvandaan wij woensdag en Rob's ouders dinsdag vandaan vliegen.

Het regent behoorlijk onderweg en dat is ook voorspeld. Voor Brisbane en noordelijker is het momenteel regenseizoen. Hopelijk knapt het nog wat op en kunnen we vanmiddag al iets van Brisbane zien.

De BIG4 Brisbane Northside Caravan Village rekende op ons en we komen op nummer 74 te staan. Een prima plek, maar we kunnen met ons korte snoer niet bij de elektriciteit. Alle snoeren en slangen die bij de camper zitten zijn erg kort, te kort vaak. We verkassen naar 75 waar we dichterbij de elektriciteitaansluiting zitten. Als Rob zijn handen wast, is het water op. Kan gebeuren. We vullen het water bij, maar ook daarna komt er geen water uit de kraan. We horen de pomp wel draaien, daar zou het ook niet aan moeten liggen. Het is nu zondag, morgen is het een feestdag en dinsdag leveren we de camper in. Dat wordt dus twee dagen buiten water tappen. Nee, we kunnen Apollo niet aanraden als iemand een camper wil huren. Daarvoor hebben we toch teveel problemen en probleempjes ondervonden de afgelopen weken.

We pakken de bus naar het centrum, dat gaat prima zo. Even een plattegrondje scoren bij het information center en dan lopen we een stukje door de stad. We eten wat bij een foodcourt en dan lopen we via de botanische tuinen en de Goodwill Bridge naar Southbank. Dat is de zuidkant van de rivier die in het centrum van Brisbane loopt. Hier zijn morgen allerlei festiviteiten i.h.k.v. Australia Day en we nemen alvast een kijkje.

Er zitten allerlei tentjes waar je wat kunt eten en drinken, er is een soort stadsstrand gecreëerd waar hele gezinnen komen zwemmen en zonnebaden en men is bezig met de voorbereidingen voor morgen zoals het plaatsen van tenten. Het lijkt heel wat te gaan worden morgen, we zullen zien.

Terug in het centrum kopen we een ijsje bij de MacDonalds voor we aan de Belgische biertjes gaan bij een Belgisch biercafé. We laten ons de Hoegaarden en Leffe Blond goed smaken! We slaan nog wat soep en toetjes in voor we via internet contact proberen te leggen met het thuisfront. Daarna gaan we weer terug naar de camping, maar we moeten wel ruim drie kwartier wachten voor bus 340 gaat.

Op de camping plegen we na het eten nog enkele telefoontjes naar Nederland en daarna gaat al snel het licht uit.

Maandag 26 januari 2009: Brisbane

Vlnr. Workshop Bollywood dansen – Leuke souvenirs – Brisbane: Australian day.

Zonder een goede reden hebben we weer water. Het lijkt er op dat er lucht in het systeem heeft gezeten en dat dat nu voldoende verdwenen is. We ontbijten, nemen een douche en doen een was zodat we er weer enkele dagen tegen kunnen qua kleding.

Vannacht heeft het flink geregend en ook voor vandaag wordt geen stabiel weer verwacht, maar nu in de ochtend is het droog en schijnt zo nu en dan de zon. We zijn inmiddels bekend met de busverbinding, dus drie kwartier later zijn we in het centrum van Brisbane. Terwijl Rob's ouders al wat rondkijken bij alle festiviteiten op de zuidoever van de rivier, regelen wij een hostel voor morgennacht in het centrum.

Als ook wij op de zuidoever aankomen, lopen we een rondje om te zien wat er te beleven is. Er zijn meerdere plekken waar wat te beleven valt. Er is een mini-stadion waarin o.a. de plaatselijke vrouwenfanfare optreedt (gemiddelde leeftijd 59) en waar je een Aziatische dans kunt leren. Verderop kun je leren jongleren, er spelen mensen op een didgeridoo, veel mensen gebruiken de gratis barbecues in het park en er wordt een film vertoond. Verder nog wat acrobatiek, een markt en 's avonds komt er nog vuurwerk. Het gaat er allemaal heel gemoedelijk aan toe en het is helemaal niet zo commercieel.

We kijken naar enkele voorstellingen, hebben een prima en uitgebreide lunch tussendoor en aan het einde van de middag is het weer mooi geweest. Eerst nog even naar de Starbucks voor een bak koffie en al snel daarna rijdt de bus ons weer tot dicht bij de camping. We maken zoveel mogelijk het laatste eten en drinken op, want morgen vliegen Rob's ouders weer naar Nederland en wij willen er ook niet mee slepen. Daarna maken we ons op voor de laatste nacht in de camper.

Dinsdag 27 januari 2009: Brisbane

Vlnr. Klaar om naar het vliegveld te gaan om Rob’s ouders uit te zwaaien – Een laatste inspectie bij het inleveren van de camper.

Iedereen is al vroeg wakker dus het is nog vroeg in de ochtend als de meeste spullen zijn ingepakt of weggegooid. Zo nu en dan komt er een flinke bui uit de lucht, maar snel daarna schijnt steeds weer de zon. We maken de camper nog een beetje schoon, tanken hem af en brengen hem terug naar Apollo. De jongen die hem inneemt vraagt of er nog problemen zijn geweest en Rob noemt de waslijst aan problemen en probleempjes op. "Ik zal het doorgeven aan de onderhoudsploeg" zegt hij. Dat is natuurlijk een superfoute reactie. Hij had natuurlijk "Wat vervelend voor u en onze verontschuldigingen voor het ongemak" of iets vergelijkbaars moeten zeggen.

We krijgen natuurlijk de 40 dollar terug die we betaald hebben voor de reparatie van de watertoevoer. Verder is alles in orde wat hem betreft en of we even willen tekenen dat we de camper hebben ingeleverd. Rob vraagt welke compensatie hij in gedachten had voor de problemen die we hebben ondervonden. Compensatie? Maar we hebben toch geen reisdagen verloren en het waren toch maar kleine ongemakken? Hij haalt zijn bazin er maar eens bij en uiteindelijk krijgen we 100 dollar extra. Dat is niet bepaald een groot bedrag als je bekijkt wat we voor vier weken camperhuur betaald hebben, maar het is beter dan niks. Als je nergens om vraagt, krijg je niets.

Ze bellen een taxi voor ons en die brengt ons naar de internationale terminal van het vliegveld van Brisbane. We lummelen daar nog wat en dan is het tijd om Rob's ouders uit te zwaaien als ze onder het "Passengers only" door verdwijnen. Ze hebben een flinke reis terug voor de boeg, hopelijk verloopt alles voorspoedig.

Wij nemen de airtrain naar het centrum van Brisbane en we dumpen onze spullen in het hostel. Daarna zetten we lopend koers naar het centrum waar we een hapje eten, wat rondkijken en de film Valkyrie met Tom Cruise en onze twee Nederlandse topactrices bekijken. We vinden de film een beetje tegenvallen. We internetten nog even voordat we teruglopen naar het hostel. Weer eens op tijd naar bed, want de wekker staat om 5.30 uur.>

Woensdag 28 januari 2009: Brisbane - Darwin - Perth

Vlnr. Onderweg van Brisbane via Darwin naar Perth – Ons hostel in Perth, direct aan het spoor – “Schrijf je naam op de zak, anders gooien we het weg!”.

Het is maar tien minuten lopen van het hostel naar het Brisbane Transit Center. De trein komt keurig op tijd, maar één halte verder moeten we onverwacht overstappen. Gelukkig is het maar 15 meter naar de overkant van het perron en twintig minuten later staan we enorm op tijd in de terminal voor binnenlandse vluchten in Brisbane.

Onze koffers zijn we zo kwijt en we informeren bij de Qantas Ticketbalie naar de mogelijkheid om sneller dan gepland van Darwin door te vliegen naar Perth. Het is warm, vochtig en muggig in het noorden en we besteden onze laatste Australische dagen dan liever in Perth en omgeving waar het meestal lekkerder weer is. De dame achter de balie plaatst ons in de vlucht van 14.20 uur, vandaag!

De vlucht naar Darwin verloopt vlekkeloos en na enkele uren wachten in Darwin vliegen we ook weer op tijd naar Perth. Vanuit het vliegtuig zien we soms de eindeloze vlakte van het binnenland van Australië. In Perth nemen we de taxi naar het hostel in het centrum. Als je met zijn tweeën bent scheelt dat vaak bijna niets met een shuttlebus en het is veel sneller. De taxichauffeur zegt niet eens hallo of goedemiddag en heeft ook niet terug van vijftig dollar. Een fooi kan hij dus wel vergeten.

We hebben iets aan tijd gewonnen, want er is hier maar acht uur tijdsverschil met Nederland. Dat was is Brisbane nog negen. We halen wat boodschappen, internetten wat en we vernemen dat Rob's ouders weer thuis zijn en een voorspoedige reis terug naar Nederland achter de rug hebben. We nemen een douche en na wat eten en drinken liggen we lokale tijd op tijd in bed.

Donderdag 29 januari 2009: Perth

Vlnr. The WACA, het cricketstadion in Perth – Vaderlandsliefde? – London Court, Perth.

Het is hier een prima hostel, goed gelegen naast het centrum, maar... het hostel ligt ook direct naast het spoor. In alle vroegte beginnen hier treinen te rijden en dat maakt heel veel lawaai, zeker als ze soms ook nog toeteren om vijf uur 's ochtends! Wij zijn vrij vaste slapers, maar hier slapen wij ook niet goed doorheen.

Rob heeft al een tijdje wat last van een kies als hij heel koude of heel warme dranken drinkt en hij vermoedt dat er een gaatje zit. Kan gebeuren, maar als hij er nog wat aan wil laten doen, dan lijkt Australië een goede plek. Via internet hebben we in de buurt een tandarts opgezocht en na het ontbijt lopen we erheen. Hij kan vandaag niet terecht, maar morgenochtend om acht uur is hij aan de beurt. Het wordt niet goedkoop hoort hij van de assistente, dus de verwachtingen zijn hooggespannen.

We lopen wat door het centrum, scoren nieuw leesvoer en informeren bij Pack & Send naar de mogelijkheden om onze kampeerspullen naar huis te sturen als we binnenkort Perth verruilen voor Singapore. Mogelijkheden genoeg, maar wel zeer fors aan de prijs! Waarschijnlijk nemen we onze matjes, slaapzakken en tent mee naar Singapore en hopen we er op dat het verzenden daar goedkoper is.

Her en der vragen we prijzen op voor een week autohuur. Eigenlijk wilden we morgen naar een cricketwedstrijd tussen Australië en Zuid-Afrika die hier in Perth gespeeld wordt, maar het blijkt uitverkocht te zijn. Dan gaan we morgen dus maar op pad en uiteindelijk heeft Hertz de beste deal voor ons. Via internet boeken we een Toyota Camry. Zo'n auto hadden we eerder al in het zuidoosten en die reed voortreffelijk en had veel ruimte.

Als we de krant uithebben, gaan we aan de slag in de keuken. Het wordt rijst met groente en garnalen. Er zit erg veel knoflook op de garnalen, hopelijk ruikt de tandarts het morgenochtend niet meer :-) We hebben erg veel zin om weer in een tentje te slapen en we gaan de komende week een stukje van het zuidwesten van Australië verkennen. Het plan is om op 6 februari op het vliegtuig naar Singapore te stappen. Even afwachten of het lukt onze tickets weer eens te verzetten.

Vrijdag 30 januari 2009: Perth - Bunbury

Vlnr. The International Beershop in West Leederville – Het strand bij Falcon – Onze was is weer schoon – Lekker aan de bbq.

Vlnr. Dat is lang geleden! – Dat is ook een manier om vliegen van je af te houden.

Het ontbijt zit er al vroeg in, want Rob wordt om 8 uur verwacht bij tandarts dr. Sam Rodgers. Met zijn tanden fris gepoetst meldt hij zich bij de receptie. Brigitte blijft in het hostel en pakt de rugzakken e.d. weer in. Er is een klein stukje kies afgebroken en dat wordt verholpen door Sam en zijn assistente. Daarna volgt nog een grote gebitschoonmaakbeurt door twee andere jongedames. Er wordt o.a. met water en ozon tussen tand en tandvlees gewerkt en er elke tand wordt professioneel geflost. Als dit geen garantie geeft voor een ijzersterk gebit, wat moet er dan nog uit de kast getrokken worden?

Gezond en berooid (maar hij mag na afloop wel "gratis" een tandenborstel uitzoeken) komt Rob weer in het hostel om vervolgens de bestelde Toyota Camry op te halen bij Hertz. Daarna gaan we eerst op aanraden van een barkeeper uit Perth zoek naar The International Beershop in West Leederville, ten westen van het centrum van Perth. Wellicht hebben ze daar nog bijzondere bierglazen van Leffe. Dat blijkt niet het geval, maar de jongen achter de toonbank belooft na te vragen of hij ze kan bestellen. We horen het wel.

We duiken de snelweg op naar het zuiden. De eerste honderd kilometer onder Perth is er nog veel bebouwing, maar daarna wordt het ook hier dunbevolkt. We lunchen met uitzicht op zee in Falcon en dan rijden we door naar Bunbury. We kopen twee campingstoelen bij een soort Xenos. Hoewel we er nog maar een week van kunnen genieten, vinden we het toch de moeite waard.

In Bunbury zetten we onze tent op bij Holiday Park Koombana Bay. We doen de was, genieten van het lekkere weer en gebruiken de barbecue om ons avondeten op te bereiden. Onze koekenpan is overig danig vervormd tijdens de reis van Brisbane via Darwin naar Perth. Hij hoeft nog maar een week mee, dat scheelt.

Het koelt hier 's avonds een beetje af tot rond de 20 graden en dat is wel lekker als je dat vergelijkt met Brisbane. In het zuiden is het al dagen zeer heet, maar hier is het vandaag "slechts" 26 graden. Voor de komende dagen voorspellen ze rond de 30 graden met kans op een bui al dan niet met onweer. We zullen ons tentje goed vastzetten! Er zitten hier wel veel vliegen die ons regelmatig lastig vallen. Je kunt niet alles hebben hè.

Zaterdag 31 januari 2009: Bunbury - Margaret River

Vlnr. De vuurtoren van Bunbury – Het zou een auto van Rob kunnen zijn… - Wandelen nabij het strand van Busselton – Beachvolleybaltoernooi.

Vlnr. De restantjes van gisteren opbakken in onze vervormde pan – Niet teveel proeven, want Rob moet nog een stukje verder rijden! – Veilig aangekomen op de camping in Margaret River.i>

Vannacht om 4.00 uur gingen onze twee jeugdige buurjongens spoken. Ze kwamen pas om 22.00 uur aan op de camping en moesten toen nog hun tentje opzetten. Daarna zijn ze waarschijnlijk naar de kroeg gegaan, want midden in de nacht gingen ze nog even afpilsen enkele meters naast onze tent. Bij het naar het toilet gaan struikelen ze twee keer over een haring van onze tent. Tsja, je bent maar één keer jong zullen we maar zeggen.

Nadat we rond 9.00 uur wegrijden van de camping, rijden we eerst naar de "beroemde" vuurtoren van Bunbury. Er is weinig bijzonders aan, behalve dat hij zwart-wit is geschilderd, in dambordvorm. De kustlijn is wel fraai, maar we rijden snel weer door, zeker ook omdat de vliegen ons erg interessant vinden. De wegen zijn vlak en goed en verkeer is er niet veel, dus we zijn al snel in Busselton. Daar lopen we een route van vier kilometer, eerst evenwijdig aan de zee en dan via het strand weer terug.

Terug bij de parkeerplaats bij de pier kijken we naar een beachvolleybaltoernooi. Op zeker zes velden zijn ze fanatiek bezig en het niveau is niet slecht. We zwemmen wat in zee, waar hele kleine kwallen zwemmen, maar die verder geen kwaad lijken te doen. Als we weer wat opgedroogd zijn, maken we de barbecuerestanten van gisteravond warm als lunch en vervolgens rijden we na het boodschappen doen door naar het zuidwesten.

Onderweg stikt het van de cellar doors waar je wijn kunt proeven en kopen. Bij een daarvan, Gralyn Estate, proeven we diverse wijnen, ports en dessertwijnen. We kiezen een fles rode wijn, een fles roze port (nog nooit gezien) en een Riesling Liquer als dessertwijn uit. Dat lijkt ons meer dan genoeg voor de komende week!

In Margaret River is het gezellig druk in de hoofdstraat. We regelen een plek op Riverview Tourist Park en lopen naar het centrum om wat te internetten en een koel glas witte wijn te scoren. Terwijl we een ei bakken voor op brood zien we Serena Williams de Australian Open winnen. Met een bak koffie en een roze port in de hand lopen we naar de rivier, de Margaret River natuurlijk, waar de camping aan grenst. Er zijn veel eenden die lopen te schooieren en vier mensen bereiden garnalen met wel heel veel knoflook. De muggen maken ons het leven zuur dus gaan we terug naar ons tentje waar echter niet veel minder muggen zitten. Na een lekkere douche houden we het buiten voor gezien en lezen we in de tent nog wat.

Zondag 1 februari 2009: Margaret River - Denmark

Vlnr. Onderweg van Margaret River naar Denmark (Warren NP) – Even tanken

Als we de tent weer hebben opgeruimd, gewassen zijn en ontbeten hebben, is het bijna 9.00 uur en gaan we op weg naar het Cybercorner Cafe. Daar werken we de site weer bij en doen we ons best om van diverse virussen af te komen die onze USB-sticks, harde schijf en zelfs de SD-kaart van ons fototoestel teisteren. Met een goed anti-virusprogramma kun je ze goed te lijf, maar soms kunnen bestanden niet "genezen" worden, maar moeten ze verwijderd worden om van alle ellende af te komen. Dat geeft meestal niet, behalve als het om mappen met inhoud gaat en het probleem in de map zit. Als je dan de map laat verwijderen, ben je gelijk ook de inhoud kwijt en we willen wel graag onze foto's veilig stellen!

Na het internetten rijden we naar het zuiden en niet veel later slaan we af in oostelijke richting naar Pemberton. Daar willen we misschien de Warren River Loop gaan lopen. Bij het visitor center blijkt dat je het traject ook met de auto kunt rijden en er ook (basic) kunt kamperen. We rijden er heen en het is onverharde weg, maar omdat het droog is redelijk goed te rijden met onze tweewielaangedreven Toyota. Als je de kuilen en takken maar ontwijkt en rustig rijdt, dan haal je het eindpunt wel. De route is wel aardig, de kampeerplek niet veel soeps, dus we zijn blij dat we hier niet zijn gaan wandelen. We rijden wel een stukje door, maar eerst bellen we met Qantas om onze vlucht naar Singapore te proberen te verzetten van 16 naar 6 februari.

We hangen een kwartier in de wacht en uiteindelijk vertelt een mevrouw ons dat het wel kan, maar waarschijnlijk zitten er kosten aan en we moeten in Perth alsnog naar een balie en dan... is ons mobiele beltegoed op en valt de verbinding weg. Grrrrrr... Morgen maar een opwaardeerkaart kopen en opnieuw in de wacht gaan hangen.

We rijden naar Northcliffe, maar dat is zo'n klein plaatsje met 600 inwoners dat er niet veel te beleven is en we twijfelen of we hier morgen wel een Vodafone telefoonkaart kunnen kopen. We besluiten door te rijden naar Denmark, een stuk oostelijker. Daar wonen 4000 mensen en dat is voor Australische begrippen een heel behoorlijke plaats met allerlei faciliteiten en een regionale functie. De eerste camping waar we ons melden heeft een gesloten receptie. We rijden door naar de andere camping in het dorp en daar kunnen we terecht. Deze camping is mooi gelegen aan het water.

We maken een pasta en genieten van de gisteren gekochte rode wijn. Na de afwas en de koffie doen we een mislukte belpoging naar de ouders van Brigitte voordat we na een dessertwijntje (zonder dessert ook zeer goed te drinken!) ons bed opzoeken.

Maandag 2 februari 2009: Denmark - Fremantle

Vlnr. De meeste toiletten en douches gaan open met een code (of een sleutel) – Je kunt overal picknicken.

Het dreigt te gaan regenen en we pakken de tent dan ook voor het ontbijt al in. Aan het einde van het ontbijt begint het daadwerkelijk te regenen, maar het is van zeer korte duur. Daarna breekt de lucht steeds verder open. Het wordt weer een warme en zonnige dag. Eerst maar eens boodschappen doen bij de Super IGA in het dorp. Veel hebben we niet nodig, dus we zijn snel klaar.

Dan de tank volgooien en een krant en een opwaardeerkaart voor de telefoon aanschaffen. We bellen Qantas om ons ticket naar Singapore te wijzigen. Dat blijkt telefonisch niet te kunnen, want we hebben een papieren ticket. We moeten naar een Qantas-kantoor en de dichtstbijzijnde zit in ... Perth. Ja, maar we zitten bijna 500 kilometer ten zuiden van Perth en dat is wat onhandig. Sorry, het is niet anders. Uiteindelijk moeten we op vrijdag toch naar Perth en we willen in ieder geval nog naar Rottnest Island, vlak voor de kust bij Perth. In het zuiden waar we nu zitten, hebben we geen plekken waar we nog heel graag heen willen. We besluiten dan ook om vandaag in een keer terug te rijden naar Perth.

De Albany Highway die we honderden kilometers volgen is een vrij vlakke en goede weg en er is nauwelijks verkeer. Zo af en toe moeten we vaart minderen of even stoppen als ze met de weg bezig zijn, maar verder kan de cruise control op 110 en de airco op standje hoog. Als we om 13.45 uur uitstappen om een snee brood te eten, merken we pas hoe lekker koel het is in de auto. De hitte buiten is direct voelbaar. We gaan redelijk in de schaduw zitten en toch stijgt de thermometer op ons zakmes tot 40 graden.

Het laatste stuk gaat minder snel. We komen in de bewoonde wereld en dat betekent veel verkeer, maximaal 60 of soms 70 rijden en overal stoplichten. Om 16.30 uur melden we ons bij het Qantas-kantoor in Perth. Het omzetten van de tickets is zo gebeurd. We moeten alleen een "service fee" van 40 dollar per ticket betalen. Daar zijn we niet blij mee (volgens Brigitte zijn het "boeven!"), maar we ontkomen er helaas niet aan. Het is in ieder geval geregeld dat we vrijdagmiddag naar Singapore vliegen.

Van Perth-centrum naar Fremantle is het slechts enkele tientallen kilometers. Door de avondspits zijn het echter niet de snelste kilometers. We slapen bij een BIG4-camping 10 kilometer ten zuiden van Fremantle. Vandaag hebben we (voor morgen) een trip naar Rottnest Island geboekt. De boot vertrekt vanaf Fremantle, dus dan zitten we lekker in de buurt.

Dinsdag 3 februari 2009: Fremantle (Rottnest Island)

Vlnr. Rottnest Island – Rottnest Island – Een Quokka – Met de wind meegroeiende bomen.

Vlnr. De vuurtoren op Rottnest Island – De Rottnest Express (van Fremantle naar Rottnest Island) – Na al dat gefiets is het goed garnalen eten.

Pas om 9.30 uur vertrekt de Rottnest Express van de haven van Fremantle naar Rottnest Island. We hoeven ons dus niet bepaald te haasten op de vroege ochtend. Het is een half uur varen om de 19 kilometer te overbruggen en daarna krijgen we een mountainbike, een helm, een fietsslot, snorkelbril en snorkelflippers uitgereikt. Eerst maar eens een kop koffie met wat lekkers!

Rottnest Island heeft wel wat van een Nederlands Waddeneiland weg. De vegetatie is anders, het is ietsje heuvelachtig (hoogste punt 46 meter) en de strandjes hebben hier een hogere bounty-score, maar er rijdt maar één bus en enkele lokale auto's en verder fietst en wandelt iedereen. Het is een perfect eiland om te fietsen, want je kunt een mooi rondje van 24 kilometer maken.

Wij beginnen aan de noordkant en al snel doemen paradijselijke tafereeltjes op. Blauw water, wit zand, een bootje erbij en de zon erboven, je begrijpt wel wat we bedoelen. Na de nodige baaien fietsen we naar de uiterste westkant van het eiland: Cape Vlamingh. Dit punt is genoemd naar de Nederlandse ontdekkingsreiziger William de Vlamingh (het zal wel gewoon Willem zijn geweest denken wij). Die ontdekte het eilandje in 1696. Er lopen quokka's rond op het eiland en hij dacht dat het reuzeratten waren en gaf het de naam Rottnest wat rattennest betekent. Tot zover een stukje geschiedenis.

Aan de zuidkant van het eiland zien we enkele van deze quokka's. Ze zijn wel wat mensen gewend inmiddels, want ze poseren gewillig voor ieders camera. Bij Parker Point en Little Salmon Bay snorkelen we wat. Het kan niet tippen aan het snorkelen bij Lady Musgrave ruim een week geleden, maar het blijft leuk onder water kijken. Bij Thomson Bay stappen we weer op de boot van 16.30 uur die ons terugbrengt naar Fremantle.

We halen spullen voor een barbecue en terug op de camping genieten we van al het lekkere eten. De was hebben we pas opgehangen toen de zon de waslijnen niet meer kon bereiken en die is dan ook niet helemaal droog als we willen gaan slapen.

Woensdag 4 februari 2009: Fremantle - Caversham

Vlnr. De huispapagaai op de camping – De geval van de markt van Fremantle – Impressie van Fremantle Centrum – Wat zijn dit in Yanchep NP?

Vlnr. Kangoeroes in Yanchep NP – Tsja, wat doet die jongedame daar met die camera – Zo’n kapsel willen wij ook wel! – Ook hier gratis barbecues, fantastisch!

In Fremantle-centrum zoeken en vinden we een plek om te internetten. Het is een koffietentje waar we voor veel te veel geld per uur terecht kunnen, maar dan wel een "gratis" kop koffie krijgen. Diverse keren als we een USB-stick in de pc stoppen, restart de computer tot grote ergernis van Rob en we houden het dan ook zo snel mogelijk voor gezien.

Via diverse snelwegen naar, door en vanuit Perth rijden we een stukje ten noorden van Perth naar Yanchep National Park. We worden verwelkomd door grote zwarte papagaaien en lunchen met uitzicht op Loch McNess, niet te verwarren met het min of meer gelijknamige monster. De Wetlands Walk om het meer is afgesloten omdat er onlangs brand is geweest in het park. Als we naar het picknickgedeelte lopen, zien we een groepje kangoeroes lopen en springen. Hoewel er vele miljoenen van deze beesten rondlopen in Australië, zie je ze toch niet zo heel vaak in het wild en blijft het een leuk gezicht.

We kijken eerst even bij de koala's die daar in een reservaat zitten en lopen dan de Woodlands Walk Trail in ongeveer een uur. Ook hier zien we nog sporen van redelijk recente bosbranden. Soms horen we geritsel en dan weet je dat er waarschijnlijk in de buurt een kangoeroe zit, maar door de dichte begroeiing zie je die dan niet. Één keer schrikken we ons de blubber als er een kangoeroe van dichtbij wegsprint. Hij (of zij?) schrok wellicht net zo erg van ons.

Hemelsbreed 35 kilometer noordoostelijker ligt Gingin. Op de kaart lijkt het een redelijke plaats te zijn en we nemen er een kijkje om te zien of we er willen kamperen. Nee dus! De camping ziet er uit als een gribus-bende en we besluiten richting Perth te rijden. In noordoost Perth, in het plaatsje Caversham, zetten we ons tentje op bij Perth Vineyards Holiday Park. Daarvandaan kunnen we morgen nog een beetje de omgeving verkennen voor en vrijdag, als we vanaf Perth naar Singapore vliegen, zitten we dichtbij het vliegveld. We drinken de laatste restanten van onze wijn op bij de rijst met kip, groente en een overheerlijke saus voordat we met de kippen op stok gaan.

Donderdag 5 februari 2009: Caversham

Vlnr. Onze bekertjes doen het nog altijd prima – Whiteman Park: de Wunanga trail – Wat staat er bij G, Rob? – Je kunt er wellicht ook muziek op spelen.

Vlnr. Deze bomen hebben last van huidschiffers – Och, wat lunchen we lekker bij Kappy’s in Guilford – Dat is nog eens een fraai postkantoor.

We slapen op zeven meter afstand van een vrij belangrijke doorgaande weg. Er raast dan ook veel verkeer langs ons tentje en dat helpt niet als je wilt slapen. Gelukkig gingen we al vroeg slapen en hebben we toch nog aardig wat uren slaap mee kunnen pakken.

Op slechts een paar kilometer van de camping ligt Whiteman Park. Er zit een kleine dierentuin, een tractormuseum en je kunt er met een treintje mee. Wij komen echter om te wandelen en het wordt de Wunanga Bush Trail. We komen in twee uur wandelen geen andere wandelaar tegen en dat zo dicht bij Perth, onbegrijpelijk! Ook hier zien we weer enkele kangoeroes en de nodige vogels, maar verder is er niet veel wildlife te zien. Het is een fraaie wandeling van nog geen vijf kilometer door een zanderig gebied en zeker de moeite waard.

Van Whiteman Park is het maar een stukje naar Guildford, een historisch plaatsje net ten noorden van het vliegveld van Perth. Wij bezoeken er alleen het toch vrij moderne Italiaanse restaurant Kappy's en we worden niet teleurgesteld. Terug op de camping lezen we de krant bij het zwembad en zo nu en dan nemen we een plons. Na een douche doen we nog maar eens de was zodat we morgen vrijwel alles schoon mee kunnen nemen naar Singapore.

Vrijdag 6 februari 2009: Caversham (Australië) - Singapore

Het is een kwestie van alles goed schoonmaken, inpakken en soms weggooien of weggeven. De tent en de matjes nemen we nog even mee naar Singapore om daarvandaan naar Nederland te sturen, maar de campingstoelen en slaapzakken geven we hier weg. Het is niet ver van de camping naar het vliegveld en om 10.30 uur hebben we onze huurauto daar weer ingeleverd bij Hertz. Niemand die de auto controleert op krassen of wat dan ook. Niet dat het nodig is, want we hebben schadevrij gereden, maar je verwacht toch een korte inspectie bij het inleveren.

Van onze laatste Australische dollars kopen we nog een flinke kop koffie en een krant. Ons water en Sprite mogen we niet meenemen het vliegtuig in. Dat wisten we wel, maar soms doen ze daar niet moeilijk over, dit keer helaas wel.

Vanuit Australië gingen wij naar Singapore.

Ideeën voor Australië

e-mail: info (at) wijzijnerevenniet.nl HomeReisverslagenLinksTop en FlopTipsContactLeidsche Rijn